Patrick Wolf - Marmeren godheid met hervonden ziel

Wintercircus, 26 mei 2025

Patrick Wolf - Marmeren godheid met hervonden ziel

In de Griekse en Romeinse mythologie en in het Scandinavisch pantheon duiken ook halfgoden op: wezens, verwekt bij een sterfelijke vrouw, maar met bijzondere krachten. Ook nu kom je af en toe nog zulke wezens tegen. Wij troffen er één in het Wintercircus in Gent.

We hebben het over Patrick Wolf. Met halflange witte haren en bleke huid lijkt hij wel opgetrokken uit marmer. In combinatie met zijn rijzige gestalte maakt van hem het perfecte model voor renaissance beeldhouwers. Hij lijkt wel een kruising tussen Apollo en één of andere elf uit de boeken van Tolkien. En ook in zijn muziek verwerkt Wolf mythes, astrologie, oud-Engelse verhalen en religieuze symboliek. De naam van de huidige tournee, ‘Stations Of The Sun’, draagt niet toevallig dezelfde titel als het boek dat Ronald Hutton in 1996 schreef over Britse rituelen. Hutton specialiseerde zich in het heidendom, de pre-katholieke religies in het VK en de bijhorende folklore.

Wolf tourt dus niet echt in functie van aankomende plaat ‘Crying The Neck’, die op 13 juni uitkomt. Hij zal met die plaat wellicht evenmin uitgebreid op tournee trekken, want het moet het eerste deel worden van een vierluik dat het heidense "wiel van het jaar" volgt. Maar de plaat past wel in het concept van de huidige tour en dus kregen we er ook zes songs uit.

Maar eerst nam Wolf ons mee naar ‘Wind In The Wires’, het album dat dit jaar de twintigste verjaardag viert. Verkleed als een moderne druïde, compleet met staf waarop een halve maan prijkte, betrad hij het podium om van wal te steken met drie songs uit die jubileumplaat: Ghost Song, Wind In The Wires en het fantastische Tristan. Meteen een eerste hoogtepunt. Het daarop volgende Nowhere Game liet vooral horen hoe Wolf de laatste jaren de weg enigszins kwijt was. Dit nummer uit de in 2023 verschenen ep ‘The Night Safari’ mixt elektronica met barokke kamerpop zoals Wolf wel vaker doet, maar dateert uit een periode dat Wolf te maken kreeg met heel wat persoonlijke miserie en minder inspiratie. ‘Crying The Neck’ komt niet voor niets veertien jaar na ‘Lupercalia’, Wolfs vorige studioalbum. Enkel Enter The Day, dat ook uit die ep komt, kon ons toen overtuigen, maar zat niet in de setlist.

Wel in de setlist: alle singles, die al uit ‘Crying The Neck’ werden geplukt, aangevuld met het zachte The Last Of England en Foreland plus twee uit de ep ‘Poor Old Horse’ die enkel verkocht wordt bij live shows. Die nieuwe songs laten een herboren en gelouterd artiest horen. Een bankroet en de dood van zijn moeder kregen hem niet klein. Hij verwerkte het allemaal in zijn muziek. Zo kwam zijn moeder aan bod in Thickets en het daarop volgende Dies Irae. Beiden zijn een soort van open brief, aan haar gericht. De ene geschreven toen hij helemaal het pad bijster was door allerlei substanties, de tweede na haar dood.

Wolf had ook een duidelijke missie voor ogen met de nieuwe plaat. Hij wil het VK - als het dat wil - een nieuwe identiteit geven: terug naar de natuur en de mens, weg van crisis na crisis. De songs bulken dan ook van de referenties aan dieren en planten (net als op ‘Wind In The Wires’ dus) en zijn erg aangrijpend. Er zit weer een ziel in. Hymn Of The Haar schreef hij bijvoorbeeld na een wandeling in Dover. Hij vond een aangespoelde jonge migrant die helaas al overleden was. Het voorval werd nooit opgepikt door de media en de jongen stierf naamloos. Dat vond hij zo ontmenselijkend dat hij er een song over schreef, hier gebracht op piano met begeleiding van Charlie Stock op viool en Sophie Crawford op accordeon. We werden er stil van.

Dezelfde Crawford speelt ook dulcimer, net als Wolf zelf, en we kregen zowaar twee songs waarin ze beiden dit oude instrument hanteerden: Bluebells werd in een onherkenbaar jasje gegoten en naar het einde toe kregen we ook The Future met dubbele dulcimer en samenzang van de twee. Dat Crawford kan zingen, bewees ze eerder trouwens al in Limbo, waarin ze de rol van Zola Jesus, die op de plaat te horen is, overneemt. En van zingen gesproken: wat heeft Patrick Wolf toch een geweldige stem! Zelfs al had ze deze avond een beetje smering nodig met thee, toch miste hij amper een noot. En geloof ons: Wolf trekt de stembanden alle richtingen uit. Zijn bariton klinkt meestal warm, maar hij kan ook uithalen in de hoogte of dreigend laag gaan. Het is zijn belangrijkste instrument. En dat voor een man die ook gitaar, viool, dulcimer, piano en wie weet wat nog meer bespeelt.

In songs als Damaris en het nieuwe Jupiter was het dan ook die stem die voor extra betovering zorgde. De grootse, theatrale gebaren, die Wolf vaak maakt, waren hier niet nodig om het publiek in vervoering te brengen. Ze passen sowieso niet zo bij het Vlaamse publiek, dat met twee voeten toch nog altijd in de polderklei lijkt te staan, zelfs bij euforische songs als The Magic Position, The City en Together. Maar de terughoudendheid van de Vlaming leek Wolf niet onbekend. Hij bedankte het publiek vaak en gul, zelfs af en toe met een half-verlegen “Dankoewel”. En hij haalde ook ruim herinneringen op aan eerdere Belgische shows, zijn ongeval als tienjarige koorknaap op een Belgische autostrade op weg naar In Flanders Fields, een romantische namiddag in een park in Gent, enzovoort.

Hij leek echt tevreden met de nochtans niet zo ruime opkomst. Dat heb je met mensen die heel diep hebben gezeten. Ze omhelzen elk gelukje dat op hun weg komt. Over zijn aanleg voor onheil schreef hij voor ‘The Magic Position’: Accident And Emergency. Hij bracht het hier op akoestische gitaar, maar dat was niet meteen een hoogtepunt. Geef ons dan maar bisnummer Wolf Song, dat hij ook solo bracht, na To The Lighthouse aan het begin van de show het tweede nummer uit de debuutplaat.

U merkt het: Patrick Wolf ging in de vierentwintig songs zijn hele oeuvre langs met een hoofdrol voor de ‘Wind In The Wires’-era en de twee laatste platen ‘Lupercalia’ en ‘Crying The Neck’. Ook ‘The Bachelor’ kwam ruim aan bod met drie songs. De gelouterde artiest leek er zich van bewust dat hij na zo’n lange afwezigheid terug een publiek op moet bouwen. Wat ons betreft, is hij daar zeker in geslaagd. Wat een overgave, wat een stem, wat een songs, wat een mooi samenhangend verhaal!

28 mei 2025
Marc Alenus