Osees, Automatic - Geen tijd voor nostalgie
Vooruit Kunstencentrum, 22 november 2021 - 22 november 2022
Twee bands stonden voor een onuitgegeven opdracht: de Vooruit op 23 november 2021 even 23 november 1991 laten vergeten. Het was dinsdag immers dag op dag dertig jaar geleden dat Hole en Nirvana in diezelfde Concertzaal één van de meest mythische optredens in de vaderlandse rockgeschiedenis neerzetten. De nostalgische talk of the town van de dag, quoi. En ja hoor, achteraf werd enkel over John Dwyer en zijn Osees gepraat. En over support act Automatic! Zelfs al bestond ons gezelschap vooral uit veteranen van die bewuste avond in 1991.
Automatic was tien dagen geleden ook al een opgevallen opener op Sonic City in Kortrijk. In de Vooruit bevestigde het Amerikaanse meidentrio dat dat geen toevalstreffer was. De songs zweven ergens tussen no wave en new wave, een cocktail die vanaf de eerste teug bedwelmend werkt. Enkel gewapend met keyboards, een bas en een drumstel werd de set spaarzaam opgebouwd, maar elk nummer dreef op een onweerstaanbare groove. Om iedereen bij de les te houden, wisselden toetseniste Izzy Glaudini en drumster Lola Dompé elkaar net vaak genoeg af op zang. Heerlijk bandje dat in juni 2022 terug naar Europa afzakt. Afgaand op het aantal songs op de setlist, die niet van debuut ‘Signal’ werd geplukt, hebben ze tegen dan allicht een nieuw album onder de arm.
Waar de drumster van Automatic de dochter is van de drummer van Bauhaus (en Love And Rockets), is over de pedigree van de slagersafdeling van Osees weinig gekend. Maar de twee drummers - centraal vooraan op het podium gepositioneerd met de keyboardspeler in de schaduw daarvan achterin - moeten afstammen van een oersterk ras. Een zweterige, haast machinale work-out van anderhalf uur die het drummen tot Olympische discipline verhief.
Die uitputtingslag, maar ook het amper verstaanbare gekweel, geschreeuw en gecroon van (zijdelingse) frontman John Dwyer werkte aanstekelijk. Ook in de zaal borrelde een wild feestje op dat we in tijden niet hadden gezien. Mondmaskers werden zweetdoekjes of verdwenen gewoon in de maalstroom aan pogoënde lijven. Afstandsregels leken iets uit het verleden of uit de toekomst. Was iedereen immers niet covidsafe gescreend aan de ingang?. Pils kwakte in het rond. De muzikale orgie, die zich voor het podium voltrok, zorgde ironisch genoeg ook voor het enige moment dat de drumsticks zwegen: Paul Quattrone en Tuglass Buttle kwamen heel even van achter de kit vandaan om het tapijt een halve meter naar achter te trekken. Erg attent, want zo hadden de stagedivers een betere springplank.
Een ander tempo, dat moeilijk is bij te houden, is het aantal releases van Osees (en ook het aantal bandnaamwissels!). Dwyer kan intussen uit een twintigtal albums songs kiezen en deed dat in de Vooruit dan ook. Gloednieuw, minder nieuw en oud werk werd afgewisseld met heel sporadisch een (relatief) rustpuntje. Zonder setlist raasde het vijftal retestrak door twintig jaar garagerock. Onvoorstelbaar op elkaar ingespeeld, met slechts zelden een intern teken om een song aan te kondigen. Enkel bassist Tim Hellman bleef er rustig bij. Na de laatste noot legde hij proper de bas in de flightcase, trok de schoenen terug aan, nam zijn rugzakje en verdween in de coulissen. Muzikant in één van de meest opzwepende en vuile rockbands, het is ook maar een job als een ander.