Mono - Zelfhulpgroep voor hyperkineten
Ancienne Belgique, Brussel, 15 april 2009
Pasen wordt doorgaans vrijgehouden voor familiefeesten en een overdosis aan chocolade. Maar omdat wij graag variatie in ons leven hebben, smeten we het dit jaar over een andere boeg. We lieten de eieren voor wat ze waren en trokken naar het Dominofestival waar een oorverdovende avond op het programma stond. Dat oorverdovende is trouwens zeer letterlijk te nemen.

Misschien niet meteen bij de eerste band, want Tiny Masters of Today is een trio tieners. David Bowie bestempelde hen als geniaal en ze kregen muzikale hulp van Karen O. (Yeah Yeah Yeahs) en Jon Spencer. Een indrukwekkend lijstje, maar potten breken lijkt er vooreerst niet bij te zijn. Muzikaal viel er dan wel niet veel op aan te merken (rock met hier en daar een vleugje roll), maar kinderstemmetjes zonder pit bleven associaties met Eurosong For Kids oproepen. Over een paar jaar beter misschien, maar het geniale waarover Bowie het had, was bij dit concert toch ver zoek.
Oorverdovend hadden we beloofd en Mi Ami wist dat begrip wel zeer letterlijk in muziek om te zetten. Het geschreeuw van de zanger viel nog het best te omschrijven als orgastische kreetjes. Daarnaast zwiepte hij als een dolgedraaide keukenrobot heen en weer tussen keyboard en microfoonstatief. Dat statief kreeg trouwens enkele rake klappen te verduren.
Episch uitgesponnen gitaargeschreeuw en een drummer die wist dat die stokken echt gemaakt zijn om als een gek mee te slaan, maakten het plaatje compleet. Met de ritmische electrogrooves in nummers als Pressure en Rock-it klonk Mi Ami als de perfecte zelfhulpgroep voor hyperkineten. Gekdoenerij op het podium en fijne geschifte muziek, daar is niets mis mee.
Geschifte muziek is iets waar Handsome Furs ook weg mee weet, maar deze keer liep het ietsje anders. Het tweetal stond ietwat verbouwereerd achter hun instrumentarium. Later zou blijken dat ze totaal van hun melk waren doordat ze zonet hun eigen auto in de fik hadden zien vliegen. Het had niet veel gescheeld of ze hadden het podium van de AB helemaal niet gehaald.
Toch was de energie er wel en tijdens Legal Tender bewezen ze dat ze zelfs na hun vurig avontuur in staat waren fijne springerige muziek te maken. Alexei Perry schreeuwde alsof haar leven ervan af hing en Radio Kaliningrad weekte zelfs kreetjes en danspasjes los bij het publiek. Maar na 23 minuten was het volledig gedaan met de pret, net toen ze de topsnelheid leken te gaan bereiken. Hopelijk ontploft het boeltje bij hun volgende passage echt op het podium.
Ook de volgende passant misstond niet in het oorverdovende lijstje van de avond. Health bracht ons een extreem energieke set, waar constant een sample of drumbeat doorheen zinderde. Onze bijna aan flarden gescheurde trommelvliezen kenden bijgevolg geen moment rust.
Drummer Jupiter mepte meermaals zijn cimbalen in het rond waar de rest van de groep rondhuppelde als een bende geschifte paashazen. Wat ze uit hun hoed toverden was gelukkig meer te smaken dan de klefffe paaseieren van die ochtend. Health//Noise was wat minder in vorm dan zijn evenbeeld Health//Disco, maar dat kon de pret geenszins bederven.
Discoremixes afgewisseld met geniale, gezamelijke percussiemomenten, distortief gitaargeweld dat helemaal nérgens heen leek te gaan en Jupiters iele stemmetje, waar Hope Sandoval jaloers op mag zijn, zorgden voor een dynamische, gevarieerde show. De nieuwe single Die Slow stuurde ons vol geestdrift naar de merchandise stand, waar we het geld maar wat graag lieten rollen. Topklasse.
‘Taka’ Takaakira Goto vertrouwde ons op voorhand toe dat hij er erg veel zin in had, maar van dat enthousiasme bleef niet veel meer over toen Mono uiteindelijk op de planken verscheen. Tijdens hun vierde passage in de AB volgden ze een hele set lang braaf het uitgestippelde pad der postrock. Hoewel hun nieuwste plaat het tegendeel bewees, leek het genre daar weer wel op zijn laatste benen te lopen.
Van schuchter xylofoongetingel over een rustig, melodieus crescendo naar een kleine ontploffing tegen het einde aan, ontspon elk nummer zich op exact dezelfde manier. Gelukkig is Hymn To The Immortal Wind een erg visuele plaat geworden, zodat nummers als Ashes In The Snow met de ogen gesloten voor leuke imaginaire filmpjes zorgden. Helaas was er nog veel van dat soort verbeelding nodig.
Niet dat er geen prachtige stukken inzaten. Integendeel, ze blijven na 10 jaar grootmeesters, die hun plaatsje naast de grote namen verdienden, maar van betovering was helaas geen sprake. Misschien lag het aan het grote contrast met de rest van de affiche, misschien aan de minutenlange stiltes tussen de nummers die de moeizaam opgebouwde magie met het publiek volledig kelderde, maar helemaal overtuigd waren we nooit. Tijd voor iets fris en nieuws, maar vooral iets gewaagders.