Live /s Live - Heet, heter, Grace
Middenvijver, 24 juni 2023 - 25 juni 2023
Dag twee van dit prille festival bood zich aan onder een loodzware zon. Het werd nog heter dan op dag één, maar dat weerhield de acts er niet van zich helemaal te smijten. Zelden zoveel overgave en zweet gezien als vandaag en op het eind van de dag was het aan het publiek om te zweten. Met dank aan een diva van vijfenzeventig.
“See them burning in turmoil.” Fenne Kuppens overschouwde het verdorde festivalterrein op Linkeroever en opende met Satantango de set van Whispering Sons alsof de band zich letterlijk in de hel waagde. Het was niet eens ver gezocht, want de zon probeerde de vleugels van de vleermuizen te verbranden. Kuppens en co lieten zich echter niet onbetuigd en vuurden ijzige klanken in het publiek, terwijl ze zich smeten als altijd.
Er kwam een ventilator aan te pas om de gloeiend wordende snaren van Kobe Lijnen te koelen en even moest de band naar adem happen met Aftermath dat elke keer weer klinkt alsof Kuppens zichzelf fileert in één of ander ondergronds labo van een perverse dokter. Daarna trok de motor zonder aarzelen weer op gang met Several Others, Heat en Hollow. Met Surface en Waste kroop de band weer veilig onder de grond, het publiek achterlatend onder een loden zon, zelf helemaal leeg. Alles gegeven.
Het contrast met Belle And Sebastian kon niet groter zijn. Moesten we geen verstand hebben van aardrijkskunde, we zouden geloven dat Schotland ergens in het zonnige zuiden ligt. Of minstens een microklimaat hebben waardoor daar altijd de zon schijnt. Zo leken de bandleden zich in hun sas te voelen op het zonovergoten podium. De band – voor de gelegenheid aangevuld met de Belgische trompettist Sam Vloemans – startte met Day On Wheels een feestje dat pas ophield bij de laatste tonen van Get Me Away From Here, I’m Dying. Hier en daar sloop wel een tikkeltje bittere humor in de teksten, maar muzikaal was dit een feest.
Frontman Stuart Murdoch deed een bekentenis: hij reed al twee dagen zwart met de tram. Wij zullen er ook één doen: we stonden geen seconde stil tijdens het uur dat dit achttal het podium bezette. De band putte zowat uit het hele oeuvre met uitzondering van ‘Tigermilk’ uit 1996. ‘If You’re Feeling Sinister’ uit datzelfde jaar was met twee nummers vertegenwoordigd. Dat moest, want in elke olympische stad moet de band The Stars Of Track And Field spelen. En wij, wij moesten dus dansen. Er was geen ontkomen aan.
Ok, we geven het met lichte jaloezie toch maar mee: Brett Anderson heeft goede genen. We zijn exact even oud, maar de zanger van Suede ziet er na een leven van Britpop en rock-'n-roll nog heel strak uit en kan een skinny jeans dragen zonder zich te moeten schamen. En belangrijker: hij staat nog altijd met veel goesting op een podium. Ongeacht hoe vaak hij de klassiekers van de band ook reeds bracht. Can't Get Enough is dus niet zomaar een songtitel.
Na nieuwtje en opener Turn Off Your Brain and Yell werden Trash en Animal Nitrate meteen meegezongen door honderden kelen en de handen gingen spontaan in de lucht. Een grote zweetvlek tekende zich al snel af op de rug van de zanger die bij The Drowners bijna verdronk in de zee van extatische fans. En toen waren we nog maar vier nummers onderweg.
Net als Belle And Sebastian kan ook Suede teruggrijpen naar materiaal van vroeger. De debuutplaat verscheen zelfs exact dertig jaar geleden en was omnipresent met vijf nummers, want naast Animal Nitrate en The Drowners, kwamen ook Pantomime Horse, So Young en Metal Mickey aan bod tot groot jolijt van de mensen met een bandshirt. Maar ook nieuw materiaal als She Still Leads Me On werd enthousiast onthaald, zelfs al bleef Anderson smeken om meer respons. Pas na een uitzinnige versie van The Beautiful Ones wou hij het toegeven: het Antwerpse publiek was een mooi publiek.
Dat het goddelijke vuur weer brandt bij dEUS is ondertussen algemeen geweten door muziekliefhebbers. Dat bleek ook tijdens deze thuismatch, die nochtans onder een slecht gesternte startte. De achterste takel, die de grote spots moest dragen, had het begeven en dus hing de balk vervaarlijk schuin voor de Backdrop. Het goede humeur van Tom Barman leek meteen verdampt in een chagrijnige wolk, maar nadat hij even gromde: "Daar gaat onze lichtshow", en de zonnebril weggooide, gaf hij zich toch helemaal en tegen Constant Now zat hij helemaal in de groove.
Een beetje kwaadheid kan geen kwaad. Het zet de focus op scherp en uithalen doet dEUS toch graag. Zo moesten Elon Musk en Zuckerberg het ontgelden in Man Of The House. Dat de band ook kan zalven bewees het vijftal met 1989, één van de songs van de nieuwste plaat en eentje dat een onverwacht zachte kant van de band laat zien, waarmee Barman meteen ook bewees dat hij een echt goede zanger is.
Na Pirates kon er zowaar al een lachje af en na Faux Bamboo kondigde hij trots de première aan van de nieuwe clip die op de grote videoschermen geprojecteerd zou worden meteen na de show. Dat goede nieuws werd gevierd met een strakke versie van Instant Street. Alleen Mauro ging heel even vocaal de mist in, maar dat waren we snel vergeten.
In sneltreinvaart vuurde de band nog zes nummers af, stuk voor stuk klassiekers en één na één met overgave van alle vijf de leden. Tijd om naar adem te happen kregen we niet. Wel publiekslievelingen als Hotel Lounge en - als afsluiter - een intense versie van Suds & Soda waar het spelplezier vanaf spatte. Barman gunde iedereen nog eens een plekje in het spotlicht en mende de troepen als een volleerd dompteur. En die clip? Daarin is Barman te zien als kreeft. Alleen al daarom is hij het zien waard. En er zitten nog spectaculaire beelden in.
En van spektakel gesproken: wat te denken van Grace Jones? De ondertussen vijfenzeventigjarige liet een klein half uur op zich wachten, wat de vrees aanwakkerde dat het toch maar een stunt was van de organisatie. Maar nee, Jones komt graag naar Antwerpen. Ze speelde er zelfs een halve thuismatch, want ooit - op haar vijfenveertigste - trouwde ze in Brazilië met de Antwerpse Turk Atila Altunbay, die ze ontmoette in de Carré.
Toen het doek letterlijk viel, stond ze daar: ongenaakbaar op een hoog podium met doodskopmasker op. Een voodoopriesteres? Een koningin van een nog onbekende stam? Hoe dan ook, na een paar keer “I can’t see shit" te roepen, overdonderde ze iedereen met haar verschijning op de tonen van Nightclubbing, een cover van Iggy Pop. Wat volgde was een spektakel van een andere wereld. La Jones was dan misschien niet meer zo goed bij stem en ook de stunts aan de barre tijdens My Jamaican Guy liepen verkeerd, maar de diva loste het op met humor, herhaalde blikken op haar derrière en zelfrelativering. De band met twee achtergrondzangeressen deed de rest.
Alle ingrediënten - de kostuums, de oude hits, het kronkelen… - waren aanwezig. Hoogtepunt was Williams’ Blood, hier gebracht in een Keith Haring-jurk. Daarna werd het minder. Amazing Grace laten meezingen door een Europees publiek werkt niet en je roze tamboerijn naar het hoofd keilen van een iets te enthousiaste sister op de eerste rij evenmin. Die liet het niet eens aan haar hart komen, net zo min als Jones dat deed. Ze hernam sterk met Love Is The Drug van Roxy Music, bracht publieksfavorieten Pull Up To The Bumper en Slave To The Rythm nadat ze werd rondgedragen op de stoere schouders van een veiligheidsagent en hoelahoepte alsof ze nog altijd twintig is.
Wat zeker voor haar pleit, is dat ze de set helemaal afwerkte. Ze ging dus een eind over de tijdslimiet en maakte zich er niet snelsnel vanaf. Nadeel: zij wou niet naar huis en de mensen van het geluid wel met als resultaat dat de microfoon werd uit gezet. Jammerlijk einde van een nochtans zeer onderhoudende show.
Volgend jaar vindt Live /s Live plaats op dezelfde locatie, maar dan op vrijdag 27 en zaterdag 28 juni.