Gent Jazz - Dag 2: GoGo Penguin regeert
Bijloke, 7 juli 2022 - 16 juli 2022
Dag twee van Gent Jazz was wel degelijk jazz. Met GoGo Penguin als triomferend vaandeldrager.
Een werkmens durft wel eens iets mis te lopen, als een festival al om twee uur in de namiddag begint. Dus zagen wij een groot deel van het optreden van opener van de dag, Dishwasher, aan ons voorbijgaan. Jammer, want het stuk dat we wel zagen, bekoorde ons ten zeerste. Een funky groove werd gelegd door bassist Louise Van den Heuvel en drummer Arno Grootaers, die duidelijk bijzonder veel plezier beleefden aan deze spot op Gent Jazz. En daarover liet Werend Van den Bossche de saxofoon dwalen, als hij al niet de gekste geluiden uit de synth haalde. Van het ene moment op het andere veranderde de toon binnen één en dezelfde song. Funky werd melancholisch om uit te monden in lekker rockend. De glazen en borden bleven brandschoon achter en wij met een diep gevoel van spijt dat we daarvan niet meer hadden gezien.
Helemaal anders ging het eraan toe bij Bex Burch & Leafcutter John die zich tijdens de lockdown ledig hielden door met elkaar te zoomen en op die manier muziekjes op elkaar af te vuren. Dat gaf zo'n interessant resultaat dat ze daar maar meteen een plaat van maakten, die ze de projecttitel 'Boing' meegaven. Op het podium was dat eerder pling dan boing. Percussie nam het op tegen elektronica met soms wel interessante resultaten, maar als geheel niet interessant genoeg om echt te boeien. Het publiek genoot dan ook liever van het zonnetje dan van de minimale actie on stage. Ontspannend, dat zeker; spannend net iets minder.
Doe ons dan maar Theon Cross, die met gezelschap (gitaar, drums, saxofoon) een levend reclamebord vormde voor de mogelijkheden van de tuba. En dat mag u gerust heel ruim zien. Want waar het koper soms met de hulp van enkele pedalen bijna tot een soort van doommetal uitgroeide, kon het twee minuten later evengoed uitgeven op een reggaeritme.
Indrukwekkend was vooral hoe Cross onvermoeibaar (zelfs terwijl hij het zweet van zijn aangezicht wiste, blies hij verder) de longen leegde in dat massieve instrument. Let wel: elk van de andere instrumenten kreeg ook een moment of glory. De gitaar mocht al eens een nummer inleiden, dat dan tot luchtballonproporties werd opgeblazen. Een luchtballon die vervolgens ging stijgen en dalen. Of de sax nam het voortouw voor een volgende song. Enkel de drums leken – bijna steeds op aangeven van de frontman – gedwongen om het geheel van kortbij te volgen. Een vroeg hoogtepunt van deze dag.
Van George Benson naar wonderkind Oscar Jerome is duidelijk maar een kleine stap. Die laatste verdiende de sporen bij Kokoroko en ook Kamasi Washington zag wel iets in hem en nam hem dus mee op tournee. Wat dat dan precies is, kwam in Gent al snel bovendrijven. Hij slaagde er quasi-moeiteloos in om het publiek rond de vinger te draaien met bijzonder soulvolle jazz, gelardeerd met hiphop en pop.
Als hij een solo uit de gitaar slingerde, zag je hem ook vol emotie de muziek mee beleven. Intussen lipte hij de noten mee en wiegde hij van links naar rechts, van voor naar achter. Intussen vuurde hij de toeschouwers aan om in beweging te komen, hetgeen gretig werd opgevolgd. Do You Really was maar één van de hoogtepunten. Lichtvoetig en flirtend dartelde de song voorbij, terwijl de protagonist met volle teugen genoot. Hier werden zieltjes verkocht en Oscar Jerome was de inkoper van dienst.
Marley Munroe is de dame die schuilgaat achter het pseudoniem Lady Blackbird, maar eens ze op dat podium staat, vervaagt het onderscheid. Dan is ze gewoon die merkwaardige verschijning met witte pruik (?) en zwarte cape op stiletto's. De naam zou ze gehaald hebben bij Nina Simone, maar intussen is ze dat predikaat duidelijk ook al overstegen. Want hoewel er gelijkenissen zijn met de illustere voorgangster, zijn er ook verschillen. Lady Blackbird schrikt er bijvoorbeeld niet voor terug om ook de poppy kant uit te gaan.
Dat heeft dan ongetwijfeld met de voorgeschiedenis te maken, maar het past zeker niet minder bij het project. Met een waarlijk indrukwekkende band leidde ze ons aan de hand door de songs van het eerste full album en toverde ze de tent op de terreinen van Gent Jazz om tot één enorme nachtclub. Het publiek keek en luisterde met open mond naar dit unicum, reageerde bijzonder enthousiast – er kon zelfs een bisnummer vanaf - en kreeg in ruil daarvoor een bijzonder gulle lach en sprekende dankbaarheid. Je mag Lady Blackbird gerust een fenomeen noemen, want dat is ze.
Ontegensprekelijke headliner van de dag was zeker GoGo Penguin. Opnieuw gingen we naar dit concert met het idee dat het toch weer niet raak kon zijn, zoals we al meerdere keren verrast werden door dit drietal. En opnieuw werden die verwachtingen weggemaaid als was het niets.
Nochtans is dit niet meer het GoGo Penguin van in het begin. Niet alleen omdat drummer Rob Turner intussen vervangen werd door Jon Scott, maar ook omdat ze steeds meer experimenteren, hetgeen op de recent verschenen ep des te meer naar voor komt. Het klaterende pianospel van Chris Illingworth wordt al eens vervangen door fantasietjes uit de elektrische piano, terwijl bassist Nick Blacka nog steeds de meest bizarre lijnen uit zijn double bass wringt. Jon Scott weet dat, net als zijn voorganger dat deed, op sublieme wijze in te vullen. Het resultaat is zo fris en dartel als een jong veulen dat na de winter de stal uit mag.
Op de Bijlokesite noteerden wij al vroeg in de set een passioneel Atomized, waaraan maar geen einde leek te komen. En net dat was waar het gretige publiek om vroeg. De enthousiaste reacties na elke song waren wat dat betreft veelzeggend. Nochtans moest het niet altijd aan een razend tempo gaan. Voor Ocean In A Drop werden de gemoederen bijvoorbeeld bedaard, hoewel ook dat de vaart nooit uit de machtige set haalde.
Van het nieuwe werk hebben wij vooral Wave Decay onthouden, dat vanaf de elektrische piano naadloos overliep op de vleugel. De tempowijziging aan het einde van de song was een aardig extraatje, dat het nummer nog meer cachet gaf. Dat spelen met ritmes en tempo, alsof er plots naar slow motion wordt overgegaan, doen ze wel vaker, maar deed de song hier helemaal in elkaar klikken.
Dat net Hopopono, waarschijnlijk GoGo Penguins meest bekende song, de rol van afsluiter kreeg toebedeeld, zal niemand verwonderd hebben. Het was nog een laatste keer dat het publiek kon genieten van de magistrale exponenten van dit wonderlijke trio.
Of toch niet. Want er kon, ondanks het late uur, nog een bisnummer af. Met Protest werd een kanjer van een uitroepteken geplaatst achter wat al een optreden vol superlatieven was. GoGo Penguin regeerde Gent Jazz en wij waren gewillige onderdanen.