Early Life Forms - Een uur aan F16-tempo
Nona Kunstencentrum, 21 maart 2024
Het was gezellig druk in de lobby van Kunstencentrum Nona, waar muziekliefhebbers zich hadden verzameld voor wat zich aankondigde als een bijzondere avond. En daar waren meerdere redenen voor.
“Ik ga niet te veel babbelen”, liet initiatiefnemer Vitja Pauwels onderweg ergens weten. Dat was ook nergens voor nodig. Een dik uur vloog aan F16-tempo voorbij zonder dat we ook maar de kans kregen om op adem te komen. Want telkens weer werden we meegesleurd in opnieuw een ander avontuur in de speeltuin van Early Life Forms.
Random gedachte, terwijl we aan de ingang zaten te wachten tot de deuren van de oude zaal zich zouden openen: wie van deze toeschouwers zal er over twintig jaar überhaupt nog (bij) zijn? De gemiddelde leeftijd lag (voor zover wij het althans gezien hebben) immers relatief hoog. Niet dat er geen jongere fans aanwezig waren. Misschien logisch ook, want dit kwartet maakt muziek, zoals die tegenwoordig volop geconsumeerd wordt: ongekend veelzijdig en divers. Alsof Pauwels een playlist bij elkaar gritselde, die een draai meegaf en voorzag van eigen meststoffen. Alleen vraagt deze instrumentale muziek om aandacht, hetgeen dan weer niet helemaal strookt met de aan ons voorbijrazende wereld, waarin we alles tien minuten verder al vergeten zijn.
Er bestaat een heel speciale band tussen Early Life Forms en de Mechelse zaal in wiens pluche klapzeteltjes we ons neervleiden. Een paar jaar geleden werd dit project hier op het BRAND-festival immers geconcipieerd en uitgevoerd, waarbij niemand minder dan Marc Ribot erbij werd gehaald. Dat het resultaat op plaat werd gevangen, was een fantastische bijzaak, waaraan wij alvast al veel plezier hebben beleefd.
Maar een plaat, dat betekent vastzitten aan hetgeen er in de groeven werd gegoten, zelfs al gaat het, zoals in dit geval, om een live plaat. Een concert – en dan zeker in dit geval – is een heel ander paar mouwen. Muziek evolueert namelijk, wordt geherinterpreteerd, krijgt franjes, losse eindjes, nieuwe vormen of wordt afgerond. Net op die manier worden concerten spannend. Als je dan het talent hebt van dit viertal, dan krijg je indrukken van alle kanten tegelijk te verwerken. Zoveel dat het haast onmogelijk lijkt om ze te kunnen slikken.
Dat begon eigenlijk al met de geïmproviseerde aanzet van wat uiteindelijk een uitvoering van de hele plaat zou worden. En je merkte dat er bij elk stuk ook eigen emoties hoorden. Waar Overland een zekere sérieux over zich kreeg, was My Little Renaissance opgewekt en speels. Het brugje, waarin Pauwels de gitaar met de strijkstok aaide, gaf de indruk het nummer af te ronden, maar de band zette opnieuw aan. Er scheen zelfs een zeker gevoel voor humor in door (maar dat kan aan ons liggen).
Elk van de uitstekende muzikanten kreeg een momentje toegewezen. Dat van drummer Casper Van de Velde was uiteraard Drum Circle, waarin hij in de hem eigen flamboyante stijl, de rest van het gezelschap inspireerde tot wijdbeense (figuurlijk dan) riffs, die ons soms zelfs deden denken aan rockgitaargoden als Joe Satriani. Baritongitarist Frederik Leroux moest aan de bak in Sonneblijftstillestaen, dat naadloos overliep in Link Wray (de bonustrack op de vinylplaat), en toetsenist Laurens Dierickx mocht de Hammond laten hikken in Release And Return en bisnummer Dingo, waarin ook nog plaats was voor een solo van zijn hand.
Maar het was uiteraard Vitja Pauwels, die het vaakst de aandacht trok met wonderbaarlijke vlingervlugheid of met het vervormen van geluid doorheen de indrukwekkende pedalentrein aan zijn voeten. Of het nu de “klassieke” elektrische gitaar was dan wel de twaalfsnarige, de pedalsteel of nog een aantal exemplaren, waarvan we zelfs de naam niet kennen, het ging hem allemaal als vanzelf af, terwijl hij in opperste concentratie elke centimeter van elke snaar afliep. Virtuositeit is één ding, er iets mee doen een heel ander.
Op die manier was dit concert voorbij, voor we er erg in hadden. Altijd een goed teken, wanneer je naar een optreden gaat. Ok, Marc Ribot was er hier niet bij en dat was jammer. Maar tegelijk zat hier zoveel kwaliteit dat geen mens daarover kloeg. Hopelijk blijft het niet bij die ene plaat en komt hier een vervolg op.