Dour - Dag 4 - Trektocht langs lege tenten
Festivalterrein, 17 juli 2024 - 21 juli 2024
Wat was er aan de hand de zaterdag? Elk optreden dat we aandeden was er een met weinig, heel weinig, of zelfs geen publiek. Toen we even verpoosden op een bankje voor Le Garage tijdens Gurriers was er niemand in de tent. Niemand. Het publiek was letterlijk afwezig.
Ga ons niet vertellen dat iedereen nog op de camping in de tent lag te snurken, het was zeven uur 's avonds en buiten de concerttenten was het zoeken naar een beetje bescherming van de loodzware zon. Gisteren was Billy Nomates trouwens niet veel beter af, al hadden we dat als seksisme afgeschreven.
Bovendien was voor Talk Show, net daarvoor, wél wat volk komen opdagen. Niet heel veel volk, en niet heel jong volk, maar het was toch dat.
Uit Engeland leveren ze alle jaren nieuwe jonkies af om furore te maken. Ze worden ook meestal even snel vergeten, de blijvers zijn op een paar handen te tellen, maar dat bedierf de pret niet. Talk Show inspireerde zich naar eigen zeggen op Chemical Brothers en The Prodigy, maar het viertal bediende zich uitsluitend van gitaren en drums. Er was een klein elektronisch toestelletje aanwezig, maar dat bleef inactief tot ergens in de tweede helft van de set tijdens Gold, en dan nog slechts om een accentje toe te voegen.
De zanger liet al snel zijn gitaar achter, en toonde enkele gekke dansbewegingen, om het goede voorbeeld te geven. Zijn inlevingsvermogen was indrukwekkend, als was hij bezeten door de personages in de songs. Oil at the Bottom of a Drum leek wel een impressie van het sprookje van de grote boze wolf, en in afsluiter Leather hadden we niet durven zweren dat hij geen baat zou gehad hebben bij wat professionele psychologische begeleiding.
Dit was echt een toonbeeld van potentieel. Het zou ons niet verwonderen dat ze bij de blijvers zullen mogen gerekend worden. Ze komen nog naar Leffingeleuren binnenkort, ga zelf ook eens kijken!
Nadien hielden we even halt bij Jolagreen23. Franse rap, daar komt toch altijd volk naar kijken, hier? Niet waar, zo bleek, ook hier was slechts een klein publiek. Bovendien leek een van de twee rappers de taak te hebben permanent "chaud" te roepen, iets wat al snel op de zenuwen werkte. Dan liever de echte chaleur buiten, met een pintje.
Of de Braziliaanse beats van King Kami in RockAmadour natuurlijk, het strand van Dour, waar het altijd goed feesten is. Maar de bloemenruiker van de dag ging naar Berwyn, even later in Le Labo, voor -u raadt het al- bijna geen volk. Hij liet het niet aan zijn hart komen, ging zijn rustige gangetje, en maakte er een gezellig onderonsje van. Eerst werden we wat afgeschrikt door de autotune die wat al te nadrukkelijk aanwezig was naar ons goesting, maar al snel ontdekten we mooie songs. Zeemzoet, maar mooi. Eentje bleek zelfs geschreven door Fred Again, toch niet de eerste de beste.
Op het einde sloot hij af met een nummer met koortjes, het had iets van The Streets, en verontschuldigde zich bijna. "Er is vast veel interessanters dan dit op die andere podia". We hadden er het hart van in.
Lefto kan allicht beter tegen een stootje, en was daarna niet te beroerd om van de nood een deugd te maken. Maar tien mensen in de zaal? Dan stel ik me er gewoon tussen, om even te contextualiseren wat die straks gaan zien. Hij is "slechts" een dj, vertelde hij bescheiden, en heeft tijdens corona een album in elkaar geknutseld dat hier nu voorgesteld zou worden, in de vorm van een dansperformance. 'Motherless Father' heet dat album.
Ook de vier dansers moesten best wel wat lef aan de dag brengen om tegen een minimale visuele backdrop wat abstracte choreografieën uit te gaan beelden, voor een klein en deels ongeïnteresseerd publiek.
We zijn nog niet helemaal overtuigd van dat album, trouwens. Er zitten stukken in die goed zijn, wanneer het bijvoorbeeld aan St Germain doet denken, maar even later laat het ons dan weer wat onverschillig. Hetzelfde gevoel hadden we bij de choreografie van de dansers, die leek of er net iets te veel ideeën net niet ver genoeg waren uitgewerkt. Er zaten trage stukken in, waarin werd geknuffeld, er zaten wat hiphop-bewegingen in, en zelfs enkele abstractere, hoekigere bewegingen. Op het einde kwam dan een scène met pijen als kostuum, maar heel de tijd bleef het zoeken naar een gedestilleerd idee achter dit alles.
Lefto en zijn dansers staken met dit project hun nek uit, en hoewel we het niet helemaal geslaagd vonden, het bleef bewonderenswaardig. Op het einde stond er wat meer mensen in de tent dan daarvoor, dat is altijd een goed teken.
Lefto mocht in Le Labo een stuk van de programmatie verzorgen, zoals jaarlijks op Dour, alleen was het niet duidelijk welke bands wel en welke niet onder zijn verantwoordelijkheid vielen. Gayance, een kleine Québécoise, kwam hij voorstellen als een oude vriendin, en die mocht vervolgen op de draaitafels. We bleven slechts kort hangen en spaarden nog wat energie voor onze hoogstpersoonlijke headliner van de avond.
Als Talk Show nieuwkomers zijn in de categorie dansmuziek op gitaren, dan zijn Gilla Band de toonaangevende grootmeesters. Ze bewezen dat nogmaals in de andermaal zeer matig bevolkte Le Garage. Bij hen dienden de gitaren de ritmesectie, en ze vulden die aan met een stukken scheurende noise. Zanger Dara Kiely fraseerde zijn teksten tussen schreeuwen en scanderen. Dat klonk dreigend, en steevast onverstaanbaar.
De band hield tempo en volume hoog, maar moest het ook wel hebben van enkele stillere momenten ter contrast. Die werden steevast om zeep geholpen door de beats uit de Balzaal, en het vergde enige concentratie om in het hier en nu te blijven toen op de achtergrond telkens het feestje van Camelphat het ritme leek te bepalen.
Dan haalden ze maar wat eigen bangers uit de kast. De cover van Blawan's Why They Hide Their Bodies Under My Garage volgde, een goede techno song die stukken beter werd door Gilla Band's bewerking. Het repetitieve geschreeuw van dat ene lijntje tekst werkte al zeer aanstekelijk, maar ergens onderweg slaagden ze er in om er bij elke etappe nog een tandje bij te steken, tot uiteindelijk alle meters in het rood gingen. Als slot kregen we nog Eight Fivers, met de typisch zelfkastijdende zin "I spent all my money on shit clothes" als refrein.
Ze leken niet helemaal tevreden, en neem het hen kwalijk, natuurlijk. Ook hier weer was de zaal eerder leeg dan vol, en al zou men nog kunnen argumenteren dat dat aan hun moeilijke muziek lag, het was heel de dag zo geweest, bij iedereen, en waar we ook gingen in de "alternatievere tenten", om ze zo te noemen.
Spijtig was dat. Blijkbaar ging er een campagne rond waarin Dour beweerde dat rock niet dood is op dit festival. Misschien niet, maar veel leek het toch niet te schelen. Niet alleen rock trouwens, alle muziek die het moet hebben van nuances, dat bleek ook al vorig jaar bijvoorbeeld bij dat optreden van Yaya Bey. Dit jaar was heel onze zaterdag een illustratie daarvan, en we doen dan ook graag appel bij de programmatie van Dour om daar iets aan te doen.