Caroline - Kloptabiliteit

Ancienne Belgique, 14 september 2025

Caroline - Kloptabiliteit

Stel je even voor: in een huis in Londen neemt een band een liedje op. Een deel van die band zit in de keuken en werkt daar aan een nummer, een ander deel zit in de keuken en doet hetzelfde. Alleen gaat het niet om hetzelfde liedje. Maar uiteindelijk worden de twee versmolten tot één song. Ziedaar caroline ten voeten uit. Dat Casper Hughes dat verhaal deed in aandoenlijk Frans paste ook nog eens in dat plaatje, dat aan alle kanten wrong en kraakte, maar toch steeds weer klopte als een bus.

Of Abel Ghekiere de connecties had aangesproken – hij speelde ooit al in het voorprogramma van de band - dan wel dat de Engelsen hem specifiek als support act hadden gevraagd, was niet helemaal duidelijk. Feit is dat Félicette, het project waarin de Antwerpse krullenbol (de hier jarige) frontdame Sam De Clercq bijstaat samen met I'm The Hug-partner Samantha Luijten en haar broer Maurice, de avond mochten openen. Dat deden ze met vijf kleine fijne, schone liedjes, die iets minder weerbarstig waren dan die van het hoofdprogramma, maar desondanks de hele zaal moeiteloos charmeerden. De Clercq leek een beetje overdonderd door de gebeurtenissen, maar liet zich verder, eens de liedjes werden ingezet, niet van de wijs brengen. De muziek deed gewoon de rest.

Waar ze altijd proberen om in een kring te staan (zoals enkele jaren geleden in de Botanique), was die mogelijkheid voor caroline in de AB-Club niet aanwezig. Dan maar in een halve cirkel op het podium, waar het eigenlijk meteen al fout ging, toen de saxofoon van de traditioneel in vrouwenkleding gestoken Alex McKenzie maar niet doorkwam. Maar geen nood, dat euveltje was snel opgelost, waarna Song Two ronkend kon worden ingezet. Die donkere saxtonen zouden de rode draad vormen doorheen de song. Maar er was uiteraard veel meer. Zoals de snaredrum, die vlak voor de versterker werd gezet om zo, al was het maar heel even, een meerwaarde te zijn binnen de song. Het tekende het onconventionele kader waarbinnen deze band ageert. Er zijn geen grenzen, geen beperkingen. Alles kan.

Het wonderlijke daarbij was dat je steeds weer in de ban raakte van die songs, die je onvermijdelijk in een trance leken te brengen, waaraan het moeilijk ontsnappen was. En dat gebeurde keer op keer. Trouwens, ook de band leek wel in extase te zijn. Elk van hen wiegde ritmisch heen en weer op de maat van het eigen instrument. In een song als When I Get Home leken alle noten willekeurig bij elkaar geraapt, maar toch paste het allemaal perfect in elkaar en was elke tokkel (en zelfs de autotune op de zang van Magdalena McLean) van belang. Daarvan was afsluiter Total Euphoria misschien nog het beste voorbeeld met de twee gitaren die tegen elkaar op tornden en de doommetaluitbarsting van violist Oliver Hamilton, die voor de gelegenheid de (halve) cirkel doorbrak en wild uithaalde centraal op het podium.

Het grootste deel van het toepasselijk getitelde, tweede album kwam aan bod met naast de eerder genoemde opener van die plaat ook nog Coldplay Cover, het lied waarvan Casper Hughes dus de ontstaansgeschiedenis uitlegde. Uit de voorganger werden nog Dark Blue en het nog steeds bloedmooie Good Morning (Red) gepikt, dat intussen weer een iets andere inkleuring kreeg en waarbij in contrast tot de titel het licht plots wegviel voor het eindigde in een soort van white noise.

Het kon allemaal niet en toch weer wel. Alsof het voorbestemd was. Of hoe je iets hoe dan ook kan doen werken. Kloptabiliteit noemt men dat wel eens denigrerend. Maar hier stond dat woord ondanks de negatieve bijklank voor weelderige schoonheid.

17 september 2025
Patrick Van Gestel