BRDCST 25 - BRDCST Dag 2: Lichte gekte en queer energie
Ancienne Belgique, 4 april 2025 - 6 april 2025
Het zou een dagje worden dat draaide rond black metal, zo beloofde het curatorschap van Backxwash. Dat is niet direct een genre waar wij in thuis zijn, maar naar BRDCST ga je met open oren en oordoppen op zak.
Had LustSickPuppy gehoord over de controverse van de straffeloosheid van de Leuvense verkrachter? Haar mening was in elk geval duidelijk en liet geen ruimte voor interpretatie: kill your local rapist. Voor subtiele nuances over toestemming geven was hier geen ruimte. Wel stond links wijdbeens een raar ballonmonster toe te kijken en werden kleurrijke visuals geprojecteerd.
Over een serie vuile beats rapte deze Amerikaanse een spervuur aan teksten, die digitaal werden vervormd. Het klonk hallucinant en rauw, kwaad en activistisch. Op het einde werd nog meegegeven dat er aan de merchandisestand posters te koop waren, zodat je je thuis nog eens kon aftrekken op haar foto. En dat we bedankt waren om haar een plaats te geven op dit festival als queer zwarte artieste. Het was graag gedaan en er volgden nog een resem "queer" artiesten in haar spoor de rest van de dag.
Violent Magic Orchestra bijvoorbeeld waren ook bezwaarlijk normaal te noemen. De vier waren uitgedost als black metalfiguren, wat naast de zwarte kleren ook betekende een wit en zwart geschminkt gezicht en voor één van de twee laptop-muzikanten een hoofddeksel met plastic stekels. Als het de bedoeling was om er vervaarlijk uit te zien was dat alvast mislukt. Het leek eerder om te lachen. Toen de stekelige in het publiek sprong om een moshpit op gang te trekken, deed die dat evenwel met zoveel kracht en toewijding dat het toch even niet meer zo grappig leek. Misschien was die "violent" in de naam toch niet zo ironisch bedoeld.
Bleek ook dat black metal tegenwoordig uit laptops komt en heel veel weg heeft van drum'n'bass of bij momenten zelfs gewoon in de buurt van The Prodigy belandt. Er was nog wel die gitaar op het podium, maar je moest al erg je best doen om die in de geluidsmix te horen. Tijdens afsluiter Song For The Moon belandden ze zelfs heel dicht bij de synthpop van Yellow Magic Orchestra. Gezien de naam was dat vast geen toeval. Alleen de grunts en screams leken nog overgebleven uit het genre naast de theatrale performance en de visuals met gedrochten, donkere rituelen en andere gore toestanden.
Ze gaven de invloeden uit de dansmuziek ook graag toe door T-shirts te dragen met op de achterkant in grote letters : "VMO respects Aphex Twin a lot". Zo belichaamden ze de "genre-fluid" ondertitel van BRDCST.
Wie dacht dat er geen serieuze muziek meer wordt gemaakt, had daarna maar naar de kerk af te zakken voor de set van Abel Ghekiere. Hij bracht nummers uit de nieuwe plaat, die gecomponeerd werd rond herinneringen. In de meeste liedjes was wel ergens een sample verwerkt, geluidsfragmenten uit privé filmpjes. Maar rond die samples werden trage songs opgebouwd, met eenvoudige gitaarlijntjes, stemmige partijen saxofoon of een melancholisch stuk viool. Tijdens Caroline maakte Ghekiere handig gebruik van de akoestiek van de kerk om een stuk tekst te roepen. Elk detail leek te kloppen en zelfs de kleine bijgeluidjes, die inherent zijn aan een live optreden (een piepende schoen, een krakende stoel), leken allemaal op hun voorbestemde plaats in de songs te vallen.
Naar Mermaid Chunky gingen we zonder voorkennis en zonder vooroordelen, maar toen we binnen kwamen en de twee vrouwen aanschouwden, twijfelden we. Ze droegen roze kleedjes, hadden roze schmink op het gezicht en waren versierd met pareltjes en speldjes. Deze "queerness" boezemde weinig vertrouwen in, maar eenmaal ze aan dat optreden waren begonnen, waren die twijfels snel weg.
Het duo bestaat uit Freya Tate en Moina Moin en bouwde de nummers op in laagjes, startend met bijvoorbeeld een fluit, en voegde daar dan elementen aan toe: een beat, een lijntje synthesizer of geluidjes van speelgoedjes in een lus. Dat leidde soms tot hilarische effecten (opwindbare speelgoedklappertanden!). Het was vooral de performance van Moina Moin die met zingen en dansen de show stal. Zij straalde een soort creatieve gekte uit, leefde zich helemaal uit als was ze in trance en leek een wellustig plezier te vinden in het maken van muziek, die je onmogelijk onverschillig kon laten.
De climax kwam er tijdens Chaperone, toen ze deed alsof ze voor Wembley stadium stond en heel het publiek verleidde tot het uitbeelden van een ritje op een pony. Normaal huiveren we van publieksparticipatie, nu stonden we als een onnozelaar mee te doen met een grijns tot achter de oren. Nadien waren er platen, T-shirts en enkele onderbroeken van Mermaid Chunky te koop aan de merchandisestand, maar alles was weg voor we de kans hadden de bankkaart boven te halen. Welk beter bewijs van een voor zich gewonnen zaal kun je je als artiest wensen?
Restte nog een stuk van Backxwash mee te pikken, de gastcurator en hoofdact van de dag. En ook hier werden we van de sokken geblazen. Backxwash stond alleen op het podium in een wit communiekleed met een wit kruis op het gezicht. Ze rapte met een flow die aan Kendrick Lamar deed denken, maar met een activisme dat weigerde er doekjes om te winden. Als je "Palestine should be free from the river to the sea", al een omstreden slogan zou vinden, dan had je de rest van History Of Violence moeten horen. Laat ons toe eruit te citeren: "So many lives remembered in tweets / I saw a clip of a man and they severed his feet / Never mention the fascists / Never mention the bad shit / Never mention the tactics or your league / And these fuckers gonna say it's all about peace / Check the stats, motherfucker, it's all about greed / Never mention their missiles / Never mention the pistols / Never mention the weapons / Never mention submissions".
De tekst werd in metersgrote letters geprojecteerd en afgeleverd met wanhoop en woede. Slechts zelden klonk rapmuziek zo aangrijpend, dwingend en intens. Wat dit allemaal nog met black metal te maken had, was onduidelijk, maar wie maalde daar nog om?
We sloten af in de Beursschouwburg, waar het gelegenheidscollectief van Brusselse muzikanten Crop Top Club iets zou doen rond het footworkgenre. Dat vertaalde zich in verfrommelde gitaargeluidjes van Sylvain Haenen, hoekige ritmes uit de drums van Casper Van de Velde, synthesizergeluidjes van Azertyklavierwerke en de vervormde stemmen van Sam De Clercq. Het klonk eerder als experimentele jazz dan als footworkdansmuziek. En het was geen easy listening voor een publiek dat toch vooral was gekomen om al dansend de avond af te sluiten. Maar het was een leuk optreden. Vooral van de vervormde stemmetjes werden we fan. Die zorgden voor een erg te appreciëren punkelement.
Wie naar BRDCST was gekomen voor black metal, was eraan voor de moeite, maar wij hoorden een hele dag niks anders dan uitstekende muziek. Topdagje!