BLUAI - Samen herinneringen maken
Trix, 28 november 2024
BLUAI had iets te vieren op de thuismatch inTrix. De band was net genomineerd voor een MIA in de categorie 'Alternative' en deze show was ook de voorlaatste van het jaar. Twee redenen om eens goed te knallen dus.
Maar eerst werden we stil bij Ciska Ciska, het project van Ciska Dhaenens, zus van de bekendere Vito en dochter van Dirk Dhaenens (frontman van de ninetiesrockband Derek And The Dirt). Zij bouwde de set mooi trapsgewijs op. Openingsnummer Angel bracht ze kwetsbaar solo en blootsvoets om dan vanaf Biotope drummer Lou De Smet erbij te halen. Een drummer zonder drumstokken evenwel. Voor Biotope verzorgde hij de tweede stem en op Sweet Sixteen pingelde hij wat op een xylofoon. Meer had dit wondermooie nummer ook niet nodig. Met Just Jump In ging de voor de gelegenheid tot duo afgeslankte band dan voluit om met Love Song nog een keer terug te schakelen zodat slotsong Utopia extra mooi uit de verf kwam. Dhaenens neemt de tijd om te groeien in de luwte, maar lijkt stilaan klaar voor meer. Een eerste ep is in de maak. Dus wie weet wordt 2025 het jaar van Ciska Ciska.
BLUAI pakte het ietwat anders aan. De start was ook wel redelijk ingetogen met Keep Up With The Boys, maar dat zwol al snel aan tot een stevige geluidsgolf en de potige live versie van Worms was meteen goed voor een zeer pittige gitaarsolo. De band schoot dus fel uit de startblokken, maar nam daarna lang gas terug. Het optreden in Trix was dan ook een emotionele gebeurtenis omwille van de reeds in de inleiding aangehaalde redenen. En laat ons niet vergeten dat het trio met ‘Save It For Later’ vooral mikte op fans van Big Thief, Pinegrove en Haim. Met My Kinda Woman en In Over My Head heeft de band ook een paar bekende beukers, maar over het algemeen is de sound eerder zacht en een tikkeltje melancholisch.
En dus huilde de lapsteel in Sad Boy, Angry Boy, pinkten we een traantje weg bij Ceiling Stars, zochten we een schouder bij Not The One en werden we stil bij het ultrakorte Teeth. Helemaal mellow werden we bij Gorki-cover Never Going Home. Frontvrouw Catherine Smet beloofde een T-shirt van de band voor wie wist hoe het oorspronkelijke nummer heette. We hielden ons in en riepen niet: Ik Kan Nooit Meer Naar Huis. En toen de cover naadloos overging in meest recente single Better, I Swear, was het momentum voorbij.
Ook voorbij – of toch bijna – is het hoofdstuk ‘Save It For Later’. Nog één show en dan wordt het werken aan nieuwe muziek, aldus een emotionele Smet. Maar ze was ook dankbaar voor het succes, dat de plaat te beurt viel, en voor de vele herinneringen die ze, volledig in de geest van de albumtitel, zal bewaren voor later.
BLUAI had ons een feestje beloofd en dat werd het uiteindelijk ook met Dime Store en My Kind Of Woman dat goed was voor een vette knipoog naar mama Smet bij de lijn “I Look like my mother”. Het feestje werd nog bijna gesmoord, toen Smet aankondigde dat ze nog één nummer hadden en iemand uit het publiek “Yeah!” riep. Toen ze de man tot de orde riep, redde die de meubelen met een droog “Beter eentje dan geentje, toch?”. Met een brede grijns werd In Over My Head ingezet en konden alle aanwezigen zorgeloos nog eens lekker meezingen. Weer een mooie herinnering erbij!