Ayreon Universe - Indrukwekkend, maar niet magisch
013, 17 september 2017
Het was al maanden op voorhand in een mum van tijd uitverkocht, dit feestje dat er nooit zou komen. Het moest enkel nog waar gemaakt worden.
Ongetwijfeld zullen de buurtbewoners raar opgekeken hebben dat er drie dagen aan een stuk een rij van zowat driehonderd meter lang stond aan Poppodium 013 in Tilburg. Maar de fans stonden er met de glimlach en maakten een gezellige babbel over de gezamenlijke held(en) met de Finnen voor hen of de Fransen achter hen. En één van de zangers, Damian Wilson, had zelfs de moed om de hele rij langs te gaan om dit schouwspel met eigen ogen te aanschouwen, een praatje te slaan en handen te schudden. Het was de ultieme verbroedering en meteen de minst onaangename rij, die wij ooit hadden moeten doorstaan. Want eens de deuren, stipt om 19u00 opengingen, kon je aan gezapig tempo gewoon tot aan de ingang wandelen. Wat een verschil met de Belgische zalen – hallo, Sportpaleis en Vorst Nationaal - waar je vaak opeengepropt staat te drummen om de ingang te vinden.
En dan was het wachten op het grote moment dat het doek zou opgehesen worden in de coulissen en Michael Mills met lichtjes en buisjes gemonteerd op zijn hoofd de show zou inleiden. Hij was de eerste van een reeks zanger(e)s(sen), met wiens namen alleen al je zo al een hele paragraaf zou kunnen vullen; zangers, die je soms wisten te raken (zoals Anneke Van Giersbergen), maar vaak ook koud lieten.
Bij deze Ayreon-productie – dat werd ons later door de initiatiefnemer Arjen Lucassen meegedeeld – waren zowat honderd mensen betrokken, waarvan er zowat dertig die avond (en de twee avonden ervoor) op het podium stonden. Twee jaar had hij eraan gewerkt en het resultaat was inderdaad indrukwekkend: prachtig videowerk, pyrotechniek, robotarmen met spots, zo weggelopen uit de ‘Terminator’-filmreeks, kostuums,enz.
Vaste waarden op het podium waren gitaristen Marcel Coenen en Ferry Duijsens, bassist Johan Van Stratum en toetsentovenaar Joost Van den Broek, die ook nog dit hele evenement mee had geproducet, en drummer Ed Warby. Daarnaast waren er nog een heel stel los-vast-muzikanten, die voor een bepaald nummer een gastoptreden deden. Voor elk nummer werden er ook nog één of meer zangers of zangeressen bovengehaald, die allemaal een rol hadden gespeeld op de verschillende Ayreon-platen, waaruit naar hartenlust werd geciteerd.
En toch, ondanks al dat geweld leek de magie te ontbreken. Ja, het was virtuoos gespeeld; en ja, de verschillende toetsen, die werden aangebracht (de folky viool, cello en fluit(en), de hints naar metalgrootheden als Jon Lord (Deep Purple),…), waren mooi om horen, maar een beetje losbarsten deed het pas bij Prologue: The Blackboard en het rechtstreeks daarop aansluitende The Theory Of Everything, Part 1. Pas dan, vijf nummers in de set, voelden wij iets van opwinding.
Maar dat flardje spanning verdween daarna weer tot het Europe-achtige orgeltje van Dawn Of A Million Souls werd bovengehaald. En zo ging het eigenlijk de hele set lang in golven op en neer met uitschieters als Star Of Sirrah, And The Druids Turn To Stone (met een machtige Damian Wilson aan de microfoon), het van Star One geleende Intergalactic Space Crusaders en het gespierde The Castle Hall. Maar tussendoor was het vaak vergeefs zoeken naar een vonk. Waar dat op plaat vaak wel lukt, voelden wij de sprankel hier niet. Misschien zijn wij met de verkeerde instelling gegaan, hadden we ons eerst tot in de details moeten wijden aan het stilaan uitgebreide repertoire van dit project; misschien heeft de "echte" fan er wel van genoten; in dat geval leggen wij ons daarbij ook nederig neer.
Desondanks was het jammer. Volgens Lucassen waren er fans uit vierenvijftig landen aanwezig. Ongetwijfeld is het merendeel daarvan tevreden terug naar hun verre thuis gekeerd. Zo gaat dat dan met dergelijke monsterproducties, maar wij bleven achter met een gevoel van geprobeerd, maar niet geslaagd.