Will Sheff - Ik moest het juk van Okkervil River afgooien

Ik moest het juk van Okkervil River afgooien

In de periode dat we Will Sheff spreken, gaat het niet zo goed met zijn hond Larry. Hij lijdt aan epilepsie en dat baart zijn baasje de nodige zorgen. Dat sijpelde ook door in zijn eerste soloplaat. Maar er zit uiteraard heel wat meer in dat album. Dat het niet zomaar 'Nothing Special' is wordt al snel duidelijk. En dan zit je met een boel vragen. Maar beginnen doen we over koetjes, kalfjes en hondjes.

Hoe gaat het met Larry?

Hij maakt het goed, al heeft hij een hoop problemen. Hij heeft epilepsie en vorige zondag werd dat heel erg, toen hij drie toevallen kreeg in vijf uur. Als dat gebeurt in zo'n korte tijd, is er het risico dat organen stilvallen, dat er hersenschade optreedt. Ik bracht hem naar de spoeddienst, maar daar was op dat ogenblik geen ruimte. In de loop van de week heb ik hem laten opnemen in een hospitaal voor observatie. Sindsdien heeft hij geen toevallen gehad, maar zelf heb ik wel een beetje last van PTSS. Ik heb het moeilijk om me te ontspannen en hou hem voortdurend in de gaten. Want als hij weer een toeval heeft, moeten we hem iets toedienen om het te doen stoppen. En elke keer hij naar het hospitaal moet, kost dat iets van een tweeduizend dollar.

Hoe oud is hij?

Geen idee. We hebben hem gevonden toen hij door de straten van Los Angeles dwaalde. Ik denk dat hij in iemands tuin leefde, waar hij verwaarloosd werd. Daar ga ik vanuit op basis van zijn gedrag. We hebben het al aan dierenartsen gevraagd, maar krijgen allerlei verschillende antwoorden. Ik schat dat hij negen jaar oud is.

Het is vooral dat gevoel van mortaliteit dat schrikwekkend is. Je bent immers verantwoordelijk voor dit schepsel, dat onschuldig is en waarmee je niet kan communiceren. Dat is moeilijk. Hij kan immers niet zeggen waar het pijn doet of hem waarschuwen. Die hulpeloosheid vooral maakt het heel moeilijk.

Marathon Girl gaat niet alleen over een andere hond, maar ook een beetje over Larry, toch?

Dat klopt wel ergens. Onze buurvrouw tijdens de pandemie had het moeilijk op een bepaald moment. Ze moest naar huis vliegen om haar ouders te bezoeken. Zij had een hond, die een aantal psychologische problemen had. Een vriend van ons, een hondentrainer, werd gevraagd om te dogsitten. Tijdens die periode ging het de hond steeds slechter af en er werd besloten om de hond in te laten slapen. Ik wou niet dat mijn vriend dit alleen zou moeten doen. En vanwege Larry's gezondheidsproblemen, worstelde ik toen met de angst om hem te verliezen, iets waar je toch geen controle over hebt.

Ik heb dan de laatste nacht met die hond doorgebracht, hem vertroeteld met hamburgers en dergelijke, waarvan hij uiteraard erg gelukkig werd. 's Morgens hebben we hem dan de twee injecties gegeven waarmee zijn leven werd beëindigd.

Eigenlijk was ik daar ook omdat ik wou gezien hebben hoe het is om het leven van een hond te beëindigen. Ik staarde in de ogen van die schattige, kleine witte hond. Hij was erg kalm die ochtend. Hij voelde zich duidelijk goed. En ik keek in zijn ogen terwijl hij stierf. Ik zag het licht uitgaan. Marathon Girl kwam tot mij de volgende dag en is een beetje mijn eerbetoon aan Eli en aan Larry.

Rond die tijd passeerde de LA Marathon langs ons huis. Die song is een liefdesliedje, een eerbetoon, een gebed aan wat dat licht is. Toen die hond stierf, was hij er het ene moment nog en het volgende niet meer. Dat is waar Marathon Girl over gaat, dat idee van duwen en streven en willen en proberen en liefhebben en zoeken dat ik in die hond, in mijn hond en in mijzelf en in de mensen waar ik van hou, terugvind en dat ik personifier als de hogere aanwezigheid, die ik op veel momenten in mijn leven heb gevoeld.

Zal het ooit mogelijk zijn om dit niet als een Okkervil-River-plaat te zien?

Het is net dat ik het moeilijk heb om te definiëren wat Okkervil River is. Als je de band al volgt van voor 'Black Sheep Boy' of vanaf 'The Stage Names' of daarna, heb je vast een andere kijk op de band, afhankelijk van wie je bent en wanneer je bent opgestapt. Misschien zie je Okkervil River wel als een stel kids, die folkliedjes zingen. Americanasongs over de bossen van New England. Of je kan hen zien als een barband met songs over verdoemde beroemdheden met grote refreinen, dronken worden op het podium. Die twee bands zijn eigenlijk helemaal andere entiteiten. Alleen ik ben de gemene deler.

Toen ik opgroeide, zag ik ooit een video over een rups die in een pop veranderde en vervolgens een vlinder werd. Dat lijkt misschien heel vanzelfsprekend is, maar eigenlijk komt de hele huid van de rups vrij. Zoals een mouw. De rups verandert in pulp om dan dat hele lichaam opnieuw op te bouwen tot een heel ander insect. Dat is ongeveer hoe het met Okkervil River ging.

Het leek wel of de huid van die rups mij enorm beperkte en ik mocht ze niet afdoen. Er waren financiële redenen, managers en dergelijke, die mij wezen op het aantal volgers die ik had op Spotify, enzovoort. Dat advies had niks te maken met kunst of persoonlijke groei of met waarvoor ik in de eerste plaats met muziek begonnen ben. Het was puur zakelijk. En omdat dat nu eenmaal belangrijk is, bleef ik naar die mensen luisteren.

Dit album is het resultaat van het feit dat ik dat niet meer kon opbrengen. Ik probeerde wat Okkervil River was, steeds maar uit te breiden en ik bleef verderdoen, net als die rups. Ik moest dat juk afgooien. Niet eens als artiest, maar ook als mens. Ik had er zelfs gemengde gevoelens over om de plaat uit te brengen onder de naam Will Sheff, want dan creëer je eigenlijk twee Will Sheffs: ikzelf en het merk. Maar de simpelste weg tussen twee punten is gewoon een rechte lijn en dus koos ik voor mijn eigen naam.

Heeft covid iets te maken gehad met dat proces?

Uiteraard, iedereen had veel tijd om na te denken. Voor mij persoonlijk was het een combinatie van een verhuis uit de stad, waar ik vijftien jaar had gewoond, naar een nieuwe stad en daar aan te komen zonder de tijd om die plaats aan te kunnen voelen en dan plots in lockdown te moeten gaan.

Covid onderstreepte voor mij persoonlijk vooral de waarde van het leven en de ernst ervan. En in het begin, met de dood van Travis (Nielsen, voormalig drummer van Okkervil River, nvdr), leek dat ook erg finaal, zelfs al had hij heel lang niet met Okkervil River gespeeld. Op die manier voelde het ook aan als het einde van een tijdperk.

Eigenlijk maakte ik gewoon muziek zonder daar een naam op te plakken. In de Tao Te Ching klinkt het dat de oorsprong van alle dingen ligt in het benoemen ervan. Als je bijvoorbeeld een boom ziet en je realiseert je dat dat een eik is, dat die zowat vijfentwintig jaar oud is enzovoort, zie je eigenlijk de boom niet meer. Enkel maar iets kunnen ervaren, zonder over de naam en zo na te denken, dat is ongeveer wat er gebeurde, toen ik deze songs schreef. In het verleden zou ik hebben nagedacht over het concept, over de invloeden, wat voor rol zal dit nummer spelen in het geheel, wat gaat dit zeggen over mij en wie ik ben. Maar die last viel hier helemaal van me af.

De titel van de plaat is hoe dan ook speciaal, net als de foto op de hoes. Hoe verhoudt de muziek zich tot die twee?

De foto is inderdaad speciaal, maar ikzelf ben het minst speciale deel ervan. Ik had eigenlijk het schilderij 'Landschap met de val van Icarus' in gedachten, waarop je de zee ziet, de ondergaande zon, de boer,... En heel onopvallend zie je een paar benen in het water vallen. Die enorme mythe wordt herleid tot iets kleins binnen dat geheel, terwijl iedereen gewoon doorgaat met leven. Het is dat gevoel dat ik wilde overbrengen.

Je moet steeds weer uitleggen waarom je speciaal bent, waarom je de moeite waard bent, waardoor je, zoals Kanye West dat doet, jezelf moet aanprijzen als de grootste, als een meesterlijk mens. Dat kan met de nodige ironie of ernst, waardoor albums dan grote, ambitieuze namen krijgen. Ik heb dat zelf ook gedaan, maar hier moest ik de lucht uit mijn eigen ballon laten ontsnappen.

Deze liedjes zijn voor mij het belangrijkste wat ik ooit heb gedaan en ze betekenen veel voor me. Maar tegelijkertijd ben ik niet het centrum van de wereld. Ik ben eerder dat paar benen in het schilderij. En daar ben ik blij om. Want het is een zware last om het centrum van de wereld te zijn en het is veel mooier om slechts een klein deel ervan uit te maken.

In onze cultuur – kijk naar Marvel-films, naar Harry Potter – is er altijd dat idee dat je buitengewoon moet zijn. We voelen allemaal aan dat we dat zijn en het is belangrijk om eraan te denken dat je je moet inpassen in een grotere context. Je bent er maar een klein deeltje van. Daarom niet onbelangrijk.

Er wordt wel eens gezegd: “Als alles speciaal is, is niets het nog”. Ik hou wel van het idee dat je kan inzoomen op een klein deeltje en dat bewonderen. In dat ene deeltje zie je dan het grotere geheel. Het laatste nummer op de plaat, Evidence, is misschien wel het nummer waar ik het meest van hou en het zit vol met allerlei dingen, waarmee ik dat gevoel net wil overbrengen.

Klopt het dat de muziek meer ontspannen, meer zen is?

Waarschijnlijk wel en dat is net één van de redenen waarom ik het moeilijk heb met de liedjes te omschrijven. Toen ik een band probeerde samen te stellen om op tournee te gaan, moest ik uitleggen wat voor muziek het was. Ik kon niet zeggen wat mijn invloeden waren, dat ik een plaat wilde maken die aanvoelde als “dit”. Er waren wel platen, waar ik steeds naar terugkeerde, maar ik probeerde niet uit te vissen welke technische en andere keuzes werden gemaakt om de plaat zo te laten klinken en hoe ik dat kon nastreven.

Als je zegt “zen”, dan is het zeker niet in de boeddhistische betekenis ervan, maar ik probeerde wel om niet te proberen (lacht). Ik wou niet te hard aandringen. Het moest er op natuurlijke wijze uitkomen zonder het te overwerken of overdenken.

Het milieu lijkt een terugkerend onderwerp. Er is sprake van brandende aarde (in The Spiral Season). Dat lijkt geen toeval te zijn.

Ik ben opgegroeid in de bossen van New Hampshire, in een heel klein stadje in New England. Dat heeft zeker meegespeeld in mijn spiritualiteit en naar mijn gevoel is dat altijd verweven geweest met de natuur. En dat is iets wat naar mijn gevoel belangrijk is voor de mens in het algemeen. Wij maken er slechts deel van uit en zijn niet het belangrijkste. Ik weet niet of ik geprobeerd heb dat gevoel over te dragen. Het zat er gewoon in.

In The Spiral Season zit een soort van triomfantelijk gevoel van nostalgie, maar tegelijkertijd realiseer ik me dat je ook kritiek moet durven uiten. De goeie ouwe tijden waren niet echt zo goed en zonder afzien is er geen geluk. Ik hou erg veel van zowel New England als van Californië. En waar de ene zwaarwichtig overkomt, lijkt de andere eerder lichtvoetig. Het landschap in Californië is zo glorieus, zo rijk, maar tegelijkertijd zit daar ook gevaar: aardbevingen, modderstromen en bosbranden.

Dit album werd geschreven tijdens twee verschillende “brandseizoenen”. In Idlewild was de lucht groen vanwege de bosbranden. Het was er moeilijk om te ademen. Het rook naar verbrand hout en chemicaliën, zelfs in de bergen. Dat is uiteraard in die song doorgedrongen. Het is een triomfantelijk liedje over verlies. Alsof je wil laten doorschemeren dat de tuin van eden al vol verlies en pijn zat.

In Holy Man zing je: “A song is anything that's sung”, hetgeen vreemd klinkt uit de mond van een zanger.

Daar zitten eigenlijk twee kanten aan. Mensen lijken het belangrijk te vinden om te omschrijven wat kunst al dan niet is. Dat lijkt mij eerder verloren energie.Als je iets een liedje noemt, dan is het dat ook. Dat geldt ook voor kunst. Je kan erover discussiëren of het dan goede of slechte kunst is, maar dat is ook maar een mening.

Binnen dat liedje gaat het over een bepaald iemand, een verloren ziel, die leert hoe bevrijdend het is om je eigen wil los te laten en om, net als Nico zegt iemand anders zijn wil als die van jezelf te nemen. Binnen dat liedje is de verteller een volger en hij staat daar op die berg met een geweer, hij is een slavenhandelaar en gaat er gewoon vanuit dat alles wat hij zegt, ook gewoon waar is.

Maar mijn idee over die song is even goed als het jouwe. Ik ben nu eenmaal eerder slecht in het uitleggen van mijn eigen songs.(lacht)

3 oktober 2022
Patrick Van Gestel