The Monotrol Kid - Met een vinger voorzichtig de ziel beroeren

In Duitsland is hij een graag geziene gast, maar hier in België blijft hij na twee albums en evenveel ep’s een goed bewaard geheim. Daar moet het nieuwe album ‘Rain In The Face’ verandering in brengen en dat zou zomaar eens kunnen, want nog nooit klopte het plaatje zo goed als nu. Wij hadden een intiem gesprek met frontman en bezieler van The Monotrol Kid, Erik Van den Broeck.

Met een vinger voorzichtig de ziel beroeren

Waarom werd de plaat vernoemd naar een onbekend indianenopperhoofd terwijl het eigenlijk grotendeels over je vader gaat?
Erik Van den Broeck: Toen de plaat in opnameproces zat, ben ik gaan zoeken naar een verhaal dat alles met elkaar kon verbinden. Ik wist toen al dat The Rain de eerste single zou worden en ik ben daarmee aan de slag gegaan op Google. En zo kwam ik bij het verhaal van Rain In The Face die samen met Sitting Bull tegen Custer vocht in de slag om Little Big Horn.

Ik begon daar meer en meer over te lezen en naar films te kijken en ik was meteen geboeid omdat iedereen wel al hoorde van die slag, maar niemand de details kent. En toen ik daarover las, kon ik altijd een parallel trekken tussen zijn verhaal en dat van mijn vader. Zo kon ik vermijden dat ik een plaat moest maken met mijn vader op de cover. Dat zou allemaal wat te duidelijk zijn en dat wou ik niet. De plaat gaat wel over mijn vader en zijn strijd, maar de achteloze luisteraar hoeft dat niet per se te weten. Ik legde dit idee voor aan de groep en zij waren ook meteen mee. En zo klopt het hele verhaal. Ook de foto’s voor het artwork zijn allemaal authentiek.

Het straffe was wel dat ik, toen ik voor het eerst vertelde over het nieuwe album aan een Duits journalist, hij wel het verhaal kende. Blijkbaar was hij een expert op het vlak van de native American people. Hij was eigenlijk een westernschrijver en kende die indianen dus allemaal bij naam. Dat was een merkwaardig toeval.

Naast nogal wat donkere songs over je vader, zorgen een paar lichtere nummers over vrouwelijk schoon zoals Fine Looking Lady en Overnight voor wat tegengewicht. Was dat de reden dat ze op de plaat staan?
(gedecideerd) Overnight gaat echt wel over mijn vader. Hij verloor zijn geheugen van de ene dag op de andere. Je kon aan zijn gezicht zien dat hij zelf merkte dat er in zijn hoofd dingen gebeurden die hij zelf vreselijk vond, vandaar zinssneden als: “Just to hear the sunflowers growing overnight”. Maar wat ik niet wou doen, is dat allemaal op straat smijten. Ik wou niet dat het duidelijk was dat het allemaal over mijn vader ging. Niemand heeft daar boodschap aan, ikzelf ook niet. Voor mij was het belangrijkste dat het er uit was.

Fine Looking Lady is wel een nummer dat er is gekomen omdat ik te horen kreeg dat ik altijd in diezelfde, donkere sfeer zat. Ik schreef het trouwens in de periode dat ik vaak naar The War On Drugs luisterde en ik denk dat je dat er aan hoort, zeker in de strofes.

Die meer luchtige nummers zijn er niet bijgesleurd om de plaat wat vrolijker te maken. Ze passen op hun manier ook weer bij mijn vader, die een zeer positieve mens was en het leven nam zoals het kwam. Ik wou geen plaat maken zoals de laatste van Nick Cave, die je de adem afsnijdt. Dat is een ander verhaal en ik heb daar trouwens ook het budget niet voor (lacht).

Ergens aan het eind zit er nog een lieflijk nummer: From The Start.
Dat heeft mijn gitarist Dries Vanhove geschreven. Hij is het ook die vaak verantwoordelijk is voor de inkleuring en de sfeer van een nummer. Zijn gitaarpartijen zijn echt geweldig. Ook als we als duo spelen, steelt hij vaak de show met zijn gitaarspel. Dat is niet erg. Ik vind het ook belangrijk dat iedereen zijn ding kan toevoegen. Ik ben niet iemand die binnenkomt op een repetitie met een volledig afgewerkt nummer en beveel welke partij iedereen moet spelen.

The Monotrol Kid lijkt ons inderdaad een (h)echte band geworden.
Dat is niet moeilijk. ‘My Talk My Song’, het vorige album werd opgenomen, twee maand nadat ik de band had samengesteld. We klaarden die klus dan ook nog eens op twee dagen tijd. Ondertussen vond iedereen meer zijn plek. Over Dries had ik het al. Bart Strubbe, onze bassist, houdt de boel altijd heel strak en onze drummer, Philip Mathuis… tja dat is Philip, he (lacht).

Philip ken ik al het langst. Met hem speelde ik al in een band nog voor ik begon met The Monotrol Kid, samen met Tommy Gontie van Garcia Goodbye. Ik vond Friction Atletic een toffe combinatie, die wat klonk als The Raconteurs. Dat ruwe zat er in, maar ook een poppy element. Dat contrast was tof, maar hij sprong op een andere trein en dat was geen trein,waar ik op wou rijden. Dat verhaal was voorbij en toen begon ik alleen, maar Philip zei dat ik altijd mocht bellen, als ik iets nieuws had.

Ik wachtte tot aan de ep ‘The Merchant’, maar toen belde ik en zijn we op zoek gegaan naar een bassist en een gitarist. Toen vonden we Dries en Bart, die samen in een coverband speelden, maar dit veel leuker vonden. Ik vond het in het begin wel erg voor de andere jongens, waar zij mee samen speelden, maar het was echt niet mijn bedoeling die band uiteen te halen. Uiteindelijk kozen zij zelf.

We hadden toen ‘My Talk My Song’ al opgenomen, maar Dries en Bart wezen er op dat die opnames echt verknoeid waren door de Duitse technicus, die ik had gebruikt. Zij kenden Luc Weytjens (Monza, Noordkaap, The Seatsniffers e.v.a.) en Dries heeft er toen voor gezorgd dat hij ons hielp. Achtenveertig uur later waren we klaar. Dat was een straffe toer, maar als we die plaat nu zouden opnemen, zou het resultaat nog beter zijn. Voor deze hebben we meer de tijd genomen en ook dat hoor je er aan. Het klikte geweldig binnen de groep en dat wou ik zo houden, vandaar dat er relatief weinig tijd zit tussen de twee albums.

Doordat we meer tijd hadden en het veel gestructureerder aangepakt hebben, is het resultaat veel beter, al klinkt dat uit mijn eigen mond misschien wat raar. We waren veel beter voorbereid. Bijna alle arrangementen lagen al vast voor we de studio indoken.

Behalve die van Clouds dan…
Nee, behalve Overnight en nog iets. Clouds was zelfs al af voor ‘My Talk My Song’.

Ook de partij van Neeka?
Ha nee, zij is er maar bij gekomen nadat het nummer al opgenomen was. We hebben haar dat nummer doorgestuurd. Ik ken Ilse Goovaerts trouwens al heel lang, nog voor ze zich Neeka ging noemen. Zij speelde in de jaren negentig in een akoestisch duo, net als ik, en we kwamen elkaar vaak tegen omdat we vaak op dezelfde plaatsen speelden.

Maar waarom vroeg je haar er dan bij?
Eigenlijk was The Monotrol Kid ook bedoeld als een man- vrouwduo, maar de zangeres van toen haakte op het laatste moment af. Op het eerste ep-tje zong ze nog mee, maar zij emigreerde naar Spanje. Sindsdien draait het altijd om mijn stem. Ik wou er nu eens een andere stem bij.

Oudje 7 Times staat er ook nog eens op als een soort bonustrack. Waarom?
Voor mij past het bij het verhaal en het is toch eens een mogelijkheid om te laten horen hoeveel beter we nu klinken.

Hebben jullie al nieuwe nummers live gespeeld?
Ja hoor, we spelen ze al een half jaar of zo volledig live in verschillende settings. En het werkt. Wij zijn een echte liveband. Wij willen de mensen raken en dat lukt ook.

Waar kunnen we jullie nog zien?
We doen een paar kleinere shows, maar op 22 april spelen we in de AB. We hopen alvast op zoveel mogelijk optredens, want mijn bandleden en ik zijn het gelukkigst als we live mogen spelen, als we even met een vinger voorzichtig de ziel van de mensen kunnen aanraken.

Wat Van den Broeck daarmee bedoelt, kan je hieronder zelf vaststellen:

'Rain In The Face' komt uit op 25 november.

20 november 2016
Marc Alenus