The Colorist Orchestra & Gabriel Rios - Ik ben naar België gekomen omdat ik Moondog Jr. en dEUS had gehoord
Aarich Jespers en Kobe Proesmans van The Colorist hebben na samenwerkingen met Emiliana Torrini, Lisa Hannigan en Howe Gelb een nieuwe metgezel gevonden: Gabriel Rios. Dat treft, want wij wilden al langer eens weten hoe het nu – vijf jaar na zijn meest recente album ‘This Marauder’s Midnight’ - eigenlijk met Gabriel gaat. Het concept blijft ook deze keer hetzelfde: The Colorist Orchestra kleurt bestaande songs opnieuw in; ze maken een soort van covers met medewerking van de artiest zelf. Begin 2020 is het project live te zien.
Gabriel Rios: Het is een tijdje geleden dat ik iets heb uitgebracht, ik weet het. Ik schrijf nog steeds nummers, maar ik heb nog niet beslist of die ook een album gaan vormen. Ik ben met verschillende dingen bezig, maar ik doe dat voorlopig nog even in de schaduw.
Je woont niet meer in België nu...
Gabriel: Ik heb veel gespeeld met ‘This Marauder’s Midnight’ en dus was het ook logisch dat ik hier zou wonen. Daarna heb ik een tijdje in Amsterdam gewoond om daar met Ruben Samama, die contrabas speelde op die plaat en tijdens de tournee, aan songs te werken. Nu woon ik in New York en heb ik een vriendin in Antwerpen. Dus het is een beetje zwerven van hier naar daar. (lacht)
Kobe, jij hebt vroeger al met Gabriel samengewerkt. Hoe is het om dat na al die jaren opnieuw te doen?
Kobe Proesmans: (droog) Dat is heel jammer hé. Nee, ik weet het niet eigenlijk. We moeten nog beginnen. We hebben elkaar de voorbije jaren nog wel regelmatig gezien, maar ik ben blij dat we nu terug veel over muziek kunnen praten. Het is een andere verhouding dan vroeger, maar dat is intussen ook zolang geleden. Nu gaan we gewoon iets anders doen en ons daarmee amuseren.
Waar zitten jij en Aarich nu in het proces?
Kobe: Sinds voor de zomer werken wij aan de arrangementen. Nu zitten we in de fase van de koude confrontatie met de eerste demo’s. We zijn nu samen aan het luisteren. Gabriel geeft daar opmerkingen op en die proberen wij zo goed mogelijk te begrijpen. Voor sommige dingen staan we verder dan we dachten, aan andere dingen moeten we opnieuw beginnen. We zitten ergens tussen paniek en uitdaging. Ik denk dat we nu ook in het stadium zitten dat Gabriel een idee begint te krijgen van wat hem te wachten staat. (lachje) En binnen een paar weken gaan we het allemaal moeten loslaten, want we werken als een klassiek orkest en spelen dus met partituren. Die moeten ook op tijd klaar zijn.
Aarich Jespers: Dat gezegd zijnde, we gaan niets doen waar we niet achter staan en gaan er in onze voorbereiding ook wel rekening mee houden dat er en cours de route nog een nummer of twee kan afvallen.
Komt er ook een plaat?
Kobe: Voorlopig houden we de focus op het live gebeuren. Als we achteraf vaststellen dat we iets geniaals gedaan hebben of dat we dit nog meer moeten delen met de mensen, dan kunnen we beginnen nadenken over een plaat.
Gabriel, je laatste plaat en je huidige optredens zijn heel puur en intiem. Nu ga je weer met een groep van acht muzikanten spelen.
Gabriel: Het is niet iets dat ik zelf zou doen met mijn eigen nummers. Toen ik begon op te treden, had ik ook heel wat muzikanten rond me staan en ik ben daar doorheen de jaren meer en meer van afgeweken. Nu speel ik met zo weinig mogelijk muzikanten en zo weinig mogelijk instrumenten. (lacht) Tegelijkertijd voel ik me heel erg aangetrokken tot dat voelen van die energie die van achter mij komt, alleen heb ik zelf nooit een manier gevonden om dat te kunnen doen en zelf ook nog de controle te houden over wat er allemaal gebeurt.
Nu ik in hun wereld stap, hoef ik me daar geen zorgen om te maken. Ik ben fan van The Colorist, ik heb hen al aan het werk gezien. Ik kan het ook moeilijk gijpen, hoe ze klinken en hoe ze werken, en dat vind ik wel fascinerend.
Ga je meespelen met de muzikanten?
Gabriel: Negentig procent van de tijd zal ik geen gitaar spelen en zullen mijn handen vrij zijn. Bij El Tattoo Del Tigre deed ik dat ook en ik hou er wel van. Maar ik hou er evenveel van om dan plots weer een gitaar te nemen en één of twee songs mee te spelen.
Vermoedelijk zitten er ook nummers in de setlist die je al een tijdje niet meer gespeeld hebt.
Gabriel: Sommigen, maar niet veel. Ik ben ook betrokken bij de songselectie en er zijn nu eenmaal een aantal songs op de eerste twee platen waar ik me vandaag niet meer in kan terugvinden. Er zitten sowieso meer nummers in de selectie van de laatste plaat dan van de eerste plaat. Maar Broad Daylight en Angelhead zullen er ook in zitten. En zelfs wat nieuwe songs die het publiek nog niet kent, die dus ook nog eens totaal anders zullen klinken dan wanneer ik die breng tijdens concerten. En tot slot ook nog een nieuw nummer van The Colorist zelf waar ik mee aan de slag wilde gaan, toen ik het hoorde.
Onze favoriete song is I’m Gonna Die Tonight. Hou je daar nog van?
Gabriel: Helemaal niet, vrees ik. Maar ik ben oprecht heel blij dat jij het nog wel goed vindt. Ik kan het ook niet uitleggen, waarom ik nog van iets hou of niet. Dat nummer komt uit een periode waarin ik nog een totaal ander persoon was en ik kan me niet meer zo verbinden met ‘Angelhead’. Dat gezegd zijnde: songs hebben niks te maken met hoe de artiest ze oorspronkelijk bedoeld heeft. Je laat ze gewoon vrij in de wereld en het doet me plezier dat jij ervan houdt.
Kobe: Het was ook één van de nummers die wij gesuggereerd hadden…
Gabriel: ...en waar ik nee op heb gezegd. Misschien moet ik toch nog eens luisteren. (lacht)
Gabriel is iemand die in Vlaanderen hits heeft gehad, die nummers heeft die bekend zijn van de radio. Hebben jullie daar rekening mee gehouden in de selectie, dat je misschien het publiek toch ook wat ankerpunten moet geven?
Kobe: Nee, we kiezen de nummers waardoor we geïnspireerd worden. Als het natuurlijk een nummer is dat ook bekend is, dan spreken we over een win-winsituatie.
Gabriel, jij zei ooit: “Van zodra je een kwartier onbekende nummers speelt en het publiek heeft door dat het zo zal zijn, dan zullen ze zich daarbij neerleggen.”
Gabriel: Je kan hen inderdaad wat dwingen. (lacht) Het is waar, maar het is een beetje geven en nemen. Je kan een publiek vijf of zes nummers geven die ze niet kennen en als je dan Broad Daylight speelt, voel je de opluchting: “Eindelijk, iets dat we kennen!” Het is fijn om daar wat mee te spelen, om te zien hoe ver je kan gaan. Ik hou er ook wel van om nummers te spelen die de mensen kennen, zo lang ik ze ook nog leuk vind. Ik ga niet zomaar jukebox staan spelen. Dan is er voor mij geen reden om op dat podium te staan.
Stond Gabriel al lang op het lijstje van artiesten, die jullie eens onder handen wilde nemen met The Colorist?
Gabriel: Ik heb mezelf op de lijst gezet, totaal schaamteloos. (lacht)
Kobe: Gabriel heeft inderdaad zelf de wens uitgesproken om samen eens iets te doen. Is ook vaak komen kijken.
Aarich: We hebben ooit wel zo’n lijst gemaakt. Alleen hebben we daar al lang niet meer naar gekeken.
Kobe: We hebben vaak namen die passeren. Howe Gelb was zo’n naam. Ik kende die eigenlijk niet, maar Aarich had al eens gezegd dat ik ernaar moest luisteren en nadien zei Gabriel dat ook nog eens. En Emiliana. (lacht)
Aarich: Tegenwoordig rollen we op een heel organische manier van de ene invité in de andere.
Jullie hebben geen masterplan. Het gaat allemaal heel intuïtief.
Kobe: Vijf jaar geleden hebben we als The Colorist een try-out gedaan in deSingel met Sumi Nagamo. Toen voelden we dat we iets bijzonders in handen hadden. Daar en toen hebben we afgesproken: we gaan hier vijf jaar heel intensief aan werken, zoals wanneer je een film maakt. Dat hebben we deze zomer gevierd en we hebben daar en toen afgesproken om The Colorist nog eens vijf jaar verder te zetten. Hoe die vijf jaar eruit gaan zien of waar die ons gaan brengen, weten we niet. Er is geen strategie. We willen er niet rijk van worden. We willen niet bekend worden. We willen gewoon trots kunnen zijn op wat we gedaan hebben. Dat is al moeilijk genoeg.
Het is al een tijdje een onderwerp van discussie: de Vlaamse regering gaat een besparing van zestig procent doorvoeren op projectsubsidies. Is dat iets waar jullie door geraakt worden?
Kobe: In de eerste plaats worden wij geraakt als inwoner van en cultureel liefhebber in Vlaanderen. Het gaat gevolgen hebben op onze algemene ontwikkeling als samenleving. Ik denk dat we ons daar meer zorgen over moeten maken dan gewoon onze inkomens als artiesten.
Cultuur heeft mij heel veel bijgebracht. Empathisch vermogen, bijvoorbeeld.
Gabriel: Dat is nog het meest belangrijk! Kijk, België is bijzonder op cultureel vlak en voor mij is het heel boeiend om daarover te praten, want ik kom niet van hier en kan dus goed vergelijken. Ik ga het gewoon in het Nederlands zeggen: ik ben naar België gekomen omdat ik groepen had gehoord als Moondog Jr. of dEUS. Groepen die niet echt commercieel waren, maar wel gewoon overdag op Studio Brussel te horen waren. Dat was mijn reden om hier te komen studeren. Jullie wisten meer over Amerikaanse muziek dan wij. Het is vandaag nog steeds zo dat veel Amerikaanse groepen populairder zijn in Europa dan in eigen land, Howe Gelb inbegrepen trouwens.
De Belgen zijn heel openminded: alles stroomt door België. De Belgen weten alles over film, alles over muziek. Ik ga al drieëntwintig jaar naar de AB. Ik zie daar mensen van alle leeftijden. In Puerto Rico of in de Verenigde Staten zie je dat zo niet. Toen ik op Sint-Lucas zat, viel het me op dat ook de ouders van de studenten moeilijkere bands of singer-songwriters weten te waarderen. België is een stuk van de wereld en de wereld stroomt door België. Sommigen willen van België een ander soort politiek landschap maken – want vergis je niet: dit is een ideologische discussie – maar dat zal niet lukken. Ze kunnen proberen en die pogingen kunnen heel veel schade aanrichten, maar uiteindelijk zal het niet lukken. Je zal altijd een prijs moeten betalen voor culturele onderdrukking. En waar we ons nu zorgen om maken is: wat zal die prijs zijn?
Kobe: Het zal vooral geen financiële prijs zijn. De bezuiniging, die er nu is, is een afstraffing. Een annulering. Artiesten moeten nu het gesprek opentrekken naar een veld waar wij niet zo bekend mee zijn: we moeten het gesprek naar de man in de straat brengen en hen, die ons niet zo gunstig gezind zijn, duidelijk maken wat het belang van cultuur is. Ook de commerciële culturele producten gaan hier op termijn onder lijden, want ook de acteurs, die in een soap spelen bijvoorbeeld, hebben moeten zoeken naar wat het betekent om een goed acteur te zijn, hebben tijd gehad om zich te ontwikkelen. Als er geen plaats meer is voor algemene creatieve ontwikkeling, dan is dat verschrikkelijk.
Een artiest heeft tijd nodig om te ontwikkelen; een publiek heeft tijd nodig om te ontdekken. Je moet bijvoorbeeld naar de bibliotheek kunnen gaan om daar een boek te ontlenen, te ontdekken dat het je ding niet is, het weg te leggen en in een ander te beginnen, want je hebt er vijf geleend. Een beetje zoeken. Als op den duur alleen datgene overblijft wat je al kent, dan valt er niks meer te ontdekken en dan leest iedereen dezelfde boeken. En overigens, er wordt vandaag al stevig bespaard op de bibliotheken. Het zijn de gemeenten die de bibliotheken vandaag openhouden.
Kunnen jullie uitleggen waarom jullie het zo leuk vinden om nummers uit te kleden en opnieuw in te kleuren?
Aarich: Bij Zita Swoon vroeger deden we dat ook al. Telkens als we op tournee gingen, hertimmerden we de nummers. We vonden het raar om dezelfde nummers in hetzelfde arrangement tien of twintig jaar met ons mee te nemen. Wie nu naar Bob Dylan gaat kijken, krijgt ook niet de nummers zoals ze op plaat staan. Ik vind het fijn om daarmee bezig te zijn. Wij zijn beide geen songschrijvers, maar wij kunnen zoeken naar klanken.
Kobe: In feite zijn wij knutselaars, prutsers, zoekers. In de aanloop naar The Colorist hebben we elkaar daarin gevonden.
Gabriel, jij hebt schilderkunst gestudeerd. Gebruik je dat nog als muzikant?
Gabriel: Het heeft wel een stevige invloed gehad op de manier waarop ik muziek maak. Het gaat om een manier van kijken. De beste leerkrachten waren diegene die ons zeiden dat we misschien niet allemaal schilder gingen worden, maar dat wat we leerden ook breder was dan dat. We leerden eigenlijk om te observeren en naar de wereld te kijken. Schilderkunst gaat om spanning. Op dezelfde manier mag een song niet te perfect zijn of je zal er niks mee kunnen aanvangen. Er moet een zekere spanning in zitten.
Aarich, op Wikipedia las ik dat jij nog binnenhuisarchitectuur hebt gestudeerd.
Aarich: Staat dat erop? Het duurde exact drie maanden. (lacht) Ik ben daar snel mee gestopt. En nu wil jij weten of ik dat muzikaal gebruik? Ik heb daar niet veel van opgestoken. Het was heel toegepast en ongeïnspireerd. Ik heb daarna Multimedia en 3D gestudeerd en dat heeft op dezelfde manier als Gabriel beschrijft wel mijn ogen geopend. Ik heb er veel geleerd over creativiteit, over vorm. En dat kan ik ook wel toepassen op muziek. Als je creatief leert zijn op school, neem je dat mee de rest van je leven. Dan kan je nog boekhouder worden, maar er zijn ook creatieve boekhouders.
Waar luisterden jullie naar toen je zestien, zeventien jaar was? Welke posters hingen er op jullie kamer?
Aarich: Bij mij was het eighties all the way: Blondie, Joan Jett,... dat soort dingen.
Kobe: Ik had geen posters, heb nooit idolen gehad. Ik luisterde naar Zweedse folkmuziek, fieldrecordings, Youssou ’N Dour. Ik kon de muziek, die ik leuk vond, absoluut niet delen met mijn klasgenootjes.
Gabriel: Voor mij was het helemaal d punkperiode. Fugazi waren de koningen van mijn wereld. Dat heeft best lang geduurd. Daarvoor en daarna luisterde ik naar alles, want thuis was er veel muziek. Ik heb naar jazz geluisterd, The Beatles, The Police, Paul Simon en wereldmuziek allerhande. Ik denk dat die punkrock vooral een zoektocht was naar iets dat helemaal anders was dan wat ik al kende. Er was geen internet en ik ging dus op zoek naar mentors in de cirkel van de punk die mij cassettes zouden geven.
Kobe: Op die leeftijd is je sociale wereld ook belangrijk. Ik voelde mij niet zo comfortabel in mijn milieu toen. Op school droeg iedereen een Millet-jas. Ik zette me daartegen af en begon dan maar naar Zweedse folk te luisteren, omdat dat iets van mij kon zijn.
Wat was het laatste nummer dat je gehoord hebt waarbij je dacht: “Ik wou dat ik dat geschreven had?”
Aarich: I Am A Very Rude Person op ‘ANIMA’ van Thom Yorke. Dat vind ik echt fantastisch.
Kobe: 'Violin Concerto In E Minor' van Tchaikovsky. Ja, daarvan zou ik willen dat ik het geschreven had.
Gabriel: Ik vrees dat ik dat van mij nooit meer ga terugvinden. Het waren fieldrecordings uit – denk ik - Mali. In ieder geval een Afrikaans land. Het verfrissende daaraan was dat het geen singer-songwriter was, die op zoek was naar zijn volgende song, maar gewoon wat mensen heel de dag door deden: muziek spelen. Ik heb het niet eens zelf ontdekt. Het kwam gewoon voorbij op Spotify en ik ben niet snel genoeg gaan kijken en toen was het weg, in het zwarte gat. Ik ga ermee moeten leren leven dat ik dat waarschijnlijk nooit meer terug ga horen. (lacht)
Het nieuwe project van The Colorist & Gabriel Rios gaat in première op 22 januari 2020 met een concert in de AB. Nadien kan je nog naar de Handelsbeurs in Gent, deSingel in Antwerpen, de Stadsschouwburg in Hasselt en De Spil in Roeselare. Tussen de Belgische optredens door passeert het project ook in Maastricht en Utrecht.