The Antler King - Alles mag en we zeggen op alles ja
Met nieuwe plaat ‘Dances’ leidt The Antler King je stapje voor stapje door een bijzonder muzikaal universum. De band, waarmee Maarten Flamand en Esther Lybeert nu al ruim een decennium lang muziek maken, is toe aan het vierde full album. Een album waarin het experiment niet geschuwd wordt en waar zowel Lybeert als Flamand de ruimte nemen om de persoonlijke muzikale muzes te eren. De inspiratie en fijne composities spatten van 'Dances' af. Een compromisloze, eerlijke plaat zonder commerciële toegevingen. Gedurfd en moedig tegelijk.
Was de zoektocht naar de juiste titel voor de plaat een moeilijk proces?
We hebben geknoeid met titels tot onze art-director ons die naam toefluisterde. Eigenlijk waren we het tot dan te ver aan het zoeken. Plots wisten we dat een simpele titel het best de lading zou dekken. Een titel is belangrijk, omdat die de volledige feel van onze nummers dekt. We hebben de neiging om nog steeds klassiek te denken inzake albums, nu er in de muziekbusiness meer in singles wordt gedacht. ‘Dances’ is dus zeker de juiste titel voor ons en een absolute meerwaarde.
Dit is jullie vierde plaat. Hoe anders is ‘Dances’ ten opzichte van het vorige werk?
Ik denk wel dat we muzikaal voortgewerkt hebben op wat we op onze vorige plaat gedaan hebben. Die hebben we duidelijk met ons tweeën opgenomen en nadien live gespeeld. Die lijn hebben we volledig doorgetrokken. Wat wel anders was, is dat we de opnames volledig thuis hebben gedaan. We dachten dat we demo’s gemaakt hadden, maar onze producer vond de sfeer erg goed en dus hebben we die opnames gebruikt voor de plaat. Op het album hebben we met opzet een lichtere sfeer naar boven proberen te halen. We wilden iets dat toch enigszins dansbaar was, in termen van The Antler King is dat aardig gelukt (lacht). Die losse, ongedwongen sfeer vond zijn weg naar de plaat.
Jullie staan bekend voor de experimenteerdrang? In hoeverre ligt alles op voorhand vast?
Dat experimenteren zit in ons DNA en is zeker niet gepland. Je bent aan het ploeteren tot je plots wakker wordt en beseft dat de plaat af is. Alles mag en we zeggen op alles ja. Soms vraag je je dan af wat je als artiest hebt gemaakt, maar als ons buikgevoel ja zegt, is het voor ons prima. Referenties naar andere muziek zijn daarbij niet interessant om te volgen omdat je dan verder van jezelf staat.
Jullie muziek is niet toegankelijk voor een breed publiek, zegt men. Vinden jullie het erg als mensen zo denken over julie?
Neen! (lacht) Ik denk dat we muziek maken omdat we zelf een ei moeten leggen. Het is eigen aan ons, we maken gewoon wat er in ons zit. Ik vind het al tof dat er een publiek is voor ons. Dat het geen groot publiek is, gaat ons gelukkig zijn niet bepalen. Ik heb niet de indruk dat we onszelf daardoor kansen ontnemen. Een paar jaar geleden stonden we op Gent Jazz, dat was best gedurfd van de organisator. Het toont ook aan dat onze muziek wel toegankelijk kan zijn. Er zijn best veel groepen die minder toegankelijk zijn, maar die toch heel veel mensen aanspreken. Anderzijds zorgt het ook voor onze eigenheid, een soort eigen smoel. Ik geloof niet in modes of trends, want die zijn sneller voorbij dan je denkt. Dan kan je beter doen, wat je voelt. Dat primeert boven alles.
Hoe was het om een plaat te maken in volle coronatijd? Hoor je dat op de plaat?
We hebben geprobeerd om, ondanks de moeilijke twee jaar – ook familiaal - een soort luchtigheid op de plaat in te laten sijpelen. Dat was niet altijd makkelijk, want we zijn door een zware periode gegaan. Maar het was helend om het zo aan te pakken. We zijn niet blind voor de wereld rondom ons, maar we wilden geen coronaplaat maken die tristesse uitstraalt. Er gebeuren dingen in je leven die een weerslag hebben op wat je brengt. Dat hoor je ook in de teksten met een boodschap. Dat contrasteert met de vrolijke melodie eromheen. Het was moeilijk om een vrolijke plaat te schrijven terwijl ons leven er helemaal niet kleurrijk uitzag op dat moment. In volle pandemie wilden we trouwens geen muziek releasen die de soms grimmige corona-sentimenten zou reflecteren.
Welke dromen hebben jullie als band?
We willen zoveel mogelijk spelen. Met onze vorige plaat hebben we een stapje vooruit gezet, met ‘Dances’ moet dat opnieuw mogelijk zijn. Ik hoop dat we ons publiek blijven bereiken. Misschien levert het ook samenwerkingen op in de toekomst, ik denk aan filmmakers of theatermensen. Ik hoop dat de plaat op dat vlak deuren opent. Samenwerken met beeldende kunstenaars of muziek maken voor een kunstinstallatie zou heel tof zijn. Compleet out of the box.
Jullie albumhoes is fascinerend. Wat betekent ze voor jullie?
De tekeningen zijn van de hand van Steffie Van Cauter, mijn nicht. We hebben met haar ook samengewerkt voor onze visuals. Ze is een bijzonder inspirerende kunstenares. Ze werkt met beelden en is muzikante tegelijk. Ik heb haar gevraagd de tekeningen te maken voor de hoes. Ze heeft het gevoel van de plaat goed kunnen vatten op de hoes. Het is het dansen naar aanleiding van het einde van de wereld, maar ook dan vrolijk, met opgeheven hoofd.
The Antler King live:
25 augustus: Donderse Dagen, Herentals
1 september: try-out, Wetteren
17 september: Club Arscène, Hansbeke
30 september: N9, Eeklo
5 oktober: De Roma (Amor), Antwerpen
27 oktober: De Casino, Sint-Niklaas
16 december: Handelsbeurs, Gent
foto: Carmen De Vos