Teen Creeps - Dit is de muzikale taal waarmee we opgroeiden

Dit is de muzikale taal waarmee we opgroeiden

De Belgische indierockers van Teen Creeps hebben een tweede album ‘Forever’ uitgebracht. De plaat is de opvolger van het veelgeprezen debuut ‘Birthmarks’. De band klinkt op de nieuwe plaat minder boos, volwassener en melodieuzer. Maar ‘Forever’ is net zo intens en sterk beïnvloed door indierock uit de jaren negentig als het vorige werk. Dat bevestigen zanger Bert Vliegen en gitarist Joram De Bock met graagte.

Veel bands denken lang na over de juiste albumtitel. Hoe lang heeft het bij jullie geduurd om bij ‘Forever’ uit te komen?

Bert: In de studio viel op dat het woord ‘Forever’ bij het inzingen vaak terug kwam. Bij wijze van grap zijn we dat woord naar voren gaan schuiven als albumtitel. Het klinkt een beetje klef, maar dat stoort me niet. Het komt over als een uitroep bij een clubhuis en straalt nostalgie uit.

Nu we het hebben over nostalgie: veel mensen voelen jullie muziek als nogal nineties aan. Hoe ervaren jullie dat zelf?

Joram: Ik denk dat het een terechte opmerking is, maar het is zeker geen bewuste stijlkeuze. Het is gewoon de muzikale taal waarmee we zijn opgegroeid en waarrond we allemaal graag werken. We willen zeker geen retroband zijn. Het is gewoon onze natuurlijke klank.

Bert: De nineties zitten helemaal in ons DNA. We hebben dat helemaal in ons opgenomen en doen daar de dingen mee die we willen doen. Allemaal niet bewust. Het zit gewoon in ons bloed. Met fuzzy gitaren, melancholische vocalen en snelle drums komen we vaak uit bij de bands waarmee we vergeleken worden.

Die bands, dat zijn dan Sonic Youth en Dinosaur JR. Zijn dat ook de groepen waarmee jullie je identificeren?

Bert: We willen onszelf liever niet vergelijken met andere bands. De namen, die je noemt, zijn natuurlijk de groepen waarmee we alle drie zijn groot geworden. Het zijn vooral de mensen, die naar onze muziek luisteren, die de vergelijking maken. Als muzikant ben je daar niet superhard mee bezig.

Joram: Uiteindelijk zijn we gewoon een hedendaagse groep en laten we ons ook inspireren door bands die nu actief zijn. Het hoeven dus niet altijd de grote namen van twintig, dertig jaar geleden te zijn.

Dit is jullie tweede album. Waar zit het verschil met ‘Birthmarks’, de debuutplaat?

Bert: De beide platen liggen in elkaars verlengde. We zijn ‘Forever‘ beginnen schrijven nog voor onze eerste cd uitkwam. Veel van die nummers hebben we dus al gespeeld tijdens de tour rond ‘Birthmarks’ en die werden dan verder uitgediept en verbreed. De songs kregen een nieuwe horizon tijdens de tour.

De liedjes liggen in het verlengde van de eerste plaat. Het werd zo een logisch vervolg. We zien het zeker niet als een stijlbreuk. Dat hoor je ook aan de vage gitaren en angstige teksten die er nog altijd zijn (lacht). Alleen hebben we nu meer melodie binnengelaten. Ons geluid is ook rijper geworden. Op‘ Birthmarks ’werd ik gevoed door woede en frustraties, nu heb ik geleerd om los te laten en bepaalde tekortkomingen, die ik heb, te accepteren. Omdat ze er altijd zullen zijn. Ja voor altijd.

Was het een voordeel om de nummers eerst volle bak live te kunnen spelen vooraleer je ze opnam?

Joram: Absoluut! De songs konden bijvoorbeeld groeien tijdens de soundchecks om ze daarna in de echte set te kunnen spelen met de aanpassingen die we bedacht hadden. Een nummer groeit zoveel sneller als je het een paar keer live hebt kunnen spelen. Je weet onmiddellijk waar het mis kan gaan of waar het goed zit. Het gros van de nummers op ‘Forever‘ heeft er dus zeker baat bij gehad.

Bert: We nemen ook alles live op en dus is het handig, als je ze als band ingespeeld bent. Je weet ook dat de nummers al goed zitten en zo verloopt het opnameproces vlotter.

Hoe ontstaan nummers bij jullie als band?

Joram: Meestal vertrekken we vanuit een gitaarpartij. Ik breng dan die riffs mee naar de repetitie en daarna worden de nummers verder ingevuld door de band. De vocals komen meestal maar op het einde. Ik schrijf de gitaarpartijen, hij de zanglijnen, vandaar. We vertrekken dus vaak van de instrumentale versie van een nummer. We rammen er op los en zingen daar dan wel iets op.

Bert: We waren als band niet snel tevreden deze keer, want we wilden niet in herhaling vallen. We zijn telkens verder gaan zoeken om de kwaliteit op te drijven.

Het eerste album werd in Londen opgenomen, dit album in Nederland. Wordt het derde bij ons in Vlaanderen gemaakt?

Bert: (Lacht) Dat zal natuurlijk ook van de omstandigheden afhangen. Deze keer zijn we bij Audioworks uitgekomen, omdat onze drummer Ramses (Van den Eede, nvdr)  met zijn band (Hypochristmutreefuzz, nvdr) er al een album opnam. Ik was er ook al geweest en het geeft altijd voordelen, als je de studio kent. We hadden een grote ruimte ter beschikking en dat is aangenamer. Ook de engineer, waarmee we werkten, kenden we goed. Bovendien zaten we een beetje afgesloten van de wereld dus konden we ons helemaal focussen op onze muziek

Joram: Op een aantal dagen veel dingen doen vraagt concentratie. Daarom was het ook goed dat we afgezonderd waren. Het stimuleerde bovendien de kameraadschap in de band. We werkten soms ook door na middernacht aan de nummers zonder dat andere mensen stoorden (lacht).

Welke dromen hangen jullie aan deze plaat?

Joram: We hopen in de eerste plaats dat veel mensen er iets aan hebben, dat de plaat goed beluisterd wordt. Zo zullen we respons krijgen en daarna veel live spelen.

Bert: In normale omstandigheden zouden we zeggen: zoveel mogelijk touren in België en ver daarbuiten, maar we zijn realistisch: dat zal voor later zijn. We hopen vooral dat we veel mensen kunnen bereiken en dat ze van onze songs kunnen genieten.

15 februari 2021
Steven Verhamme