Lili Grace - Hier is geen god
Lili Grace was een van de acts op daFestival tijdens de vorige lockdown en daar speelden de zussen Bogaerts al een paar nummers uit het aankomende debuutalbum ‘Silhouette’. Daarna volgden singles als de titeltrack en Traveller en wisten we: dit wordt een prachtdebuut. Het album is er nu bijna. Dus hoog tijd om de Limburgse zussen de pieren uit de neusjes te peuteren.
Het is vijf jaar geleden dat jullie debuut-ep verscheen. Een eeuwigheid in muziekland. Waarom zo lang gewacht?
Nelle: Na de eerste ep hebben we veel gespeeld, maar waren we samen ook de weg een beetje kwijt. In de zomer van 2017 besloten we dan om samen vijf dagen naar de Ardennen te trekken om te herbronnen en toen wisten we plots weer welke richting we uit wilden. We zijn zelfs een dag vroeger teruggekeerd! We wisten wat we moesten doen en ik ga sowieso al niet graag ver op reis. (lachend) Voor mij was een tentje in de tuin even goed geweest.
En we wisten wel dat we een album wilden maken, maar we wilden het ook meteen erg goed doen en op ons tempo. We laten ons niet opjagen. We werken best als er geen tijdsdruk is en als het dan allemaal wat langer duurt, dan is dat maar zo.
Dienne: Klopt, maar het is niet zo dat we ondertussen stil zaten. We hebben ook heel wat gedaan met theater, kortfilms en zo. En we hebben erg hard aan de plaat gewerkt. We namen de tijd die we nodig hadden en we hebben gewerkt tot we allebei wisten: dit is het. En ja, het hele proces duurde tweeënhalf jaar, maar dat was nodig om tot dit resultaat te komen. Uiteindelijk was de plaat al klaar in 2019 en we hebben de plaat toen rondgestuurd naar zowel binnen- als buitenlandse labels als RVNG uit Brooklyn, Bella Union en True Panter Sounds. Vooral de buitenlandse labels spraken ons aan en er zijn er een aantal die echt wel gereageerd hebben en enthousiast waren. We hebben een tijd met hen gecommuniceerd, maar toen kwam begin 2020 en verwaterde dat allemaal. Uiteindelijk besloten we om de plaat dan maar eind dit jaar uit te brengen, ook omdat we het meer een winterplaat vonden.
En ook al is er niets uit de bus gekomen via één van die labels, toch was dat een heel fijne en leerrijke periode. Dat iemand als Simon Raymonde van Bella Union zelfs nog maar de tijd nam om naar ons werk te luisteren en een half uur na onze mail al enthousiast reageerde, was een droom die uitkwam. Ook Anja Plaschg aka Soap&Skin stuurde een heel lief bericht, net als Rob Challice, de booker van Bon Iver.
Nelle: We waren in alle staten! Dat die mensen de tijd namen voor ons, dat was ongelooflijk. We weten van collega’s dat je niet snel reactie krijgt, maar wij kregen er heel wat en ook al kwam er niets concreets uit, toch was dat super. Dat gaf toch een extra boost en vertrouwen, genoeg om de touwtjes zelf in handen te nemen.
Was het tijdens jullie korte trip dat het idee kwam om een album te maken over het ongeluk van jullie broer?
Nelle: Met dat idee spelen we al langer, maar toen is inderdaad de knoop doorgehakt.
Dienne: En we beslisten ook om terug samen te gaan schrijven zoals we tien jaar geleden deden. Back to basics en vanuit ons buikgevoel schrijven over dingen die we samen meemaakten. Daar komen de mooiste nummers uit.
Nelle: We hadden allebei heel veel zin om over dat onderwerp te schrijven. Dus waarom dat tegenhouden?
Dienne: Eens we de beslissing hadden genomen, gulpten de songs ook naar buiten. We hebben er nooit zoveel in korte tijd geschreven als toen. Dat was voor ons het teken dat het zo moest zijn.
Dat maakt de plaat ook erg persoonlijk. Jullie kruipen ook geregeld in de huid van de kleine meisjes die jullie toen waren, zodat ze zelfs ongemakkelijk kan aanvoelen voor de luisteraar.
Dienne: De hele plaat is inderdaad geschreven vanuit de twee meisjes van negen en elf, die we toen waren. Als je ze helemaal beluistert, moest je een beeld hebben van de emoties die wij allemaal doormaakten. Ik ben dan ook blij dat je dat echt voelde. Dat was de bedoeling.
Nelle: Toch sorry dat we je een ongemakkelijk gevoel bezorgden, maar het was ook allemaal erg heftig. Voor ons zelf ook. Als ik nu terug luister naar de nummers en de teksten, krijg ik het zelf ook soms een beetje lastig, omdat ik alle pijn en verdriet herbeleef. (De oudere broer van Nelle en Dienne werd in 2001 aangereden door een wagen. Hij was toen dertien en belandde in een negen maanden durende coma. Sindsdien zit hij in een rolstoel, nvdr.)
Dienne: Ik heb dat niet zo fel als Nelle. Ik vind het vooral mooi dat we die gevoelens aan een plaat hebben kunnen toevertrouwen. De plaat toont niet hoe wij op heel die periode terugkijken, maar hoe wij alles toen beleefden als kleine meisjes in onze fantasiewereld. Volwassenen zien dat helemaal anders. In Traveller bijvoorbeeld zingen we over de coma van onze broer, maar wij zagen hem toen als een soort ruimtevaarder in een ander universum.
En wat vindt je broer van de plaat? Is hij fan? We zagen anders foto’s van hem samen met jullie op Graspop.
Nelle: Hij is helemaal mee. Hij is inderdaad zelf ook een groot muziekliefhebber en hij is heel blij dat wij iets met muziek doen.
Dienne: Hij heeft totaal geen probleem met de plaat. Het gaat ook niet echt over hem, maar over die twee meisjes.
Nelle: Hij is erg fier en kijkt er naar uit om ons nog eens live te zien. We hopen dat het ten laatste volgend jaar toch eens mag lukken.
Met de twee eerste songs Silhouette en Traveller verwijzen jullie duidelijk naar je broer, maar daarna worden de songtitels wat vager. Het derde nummer heet Saints bijvoorbeeld. Waar verwijst die titel naar?
Nelle: Dat gaat eigenlijk over het geloof in god dat we toen verloren. We gingen kort na het ongeluk vaak een kaarsje branden met onze grootouders in een kapel. En we dachten toen ook echt dat dit zou helpen, maar naargelang het langer duurde, daagde het ons wel.
Dienne: Toen wisten we: hier is geen god.
In dat nummer zit een soort mantra: “Throw my hands up to the sky / drink for you the bloody wine.” Wat bedoelen jullie daarmee?
Dienne: Je zal het cynisme erin wel gehoord hebben.
Nelle: Het is echt van: hier stopt het.
Dienne: In het begin van het nummer beschrijven we hoe dat kapelletje er uitzag en onze indrukken van het interieur, de schilderijen, de kruistocht en dan klinkt alles nog lieflijk. Daarna komt het heftige stuk. Dan komt de beat erbij en maken we ook op muzikale wijze duidelijk: je gaat ons hier niet meer zien.
De andere songs zijn inderdaad over het algemeen eerder rustig van aard. Behalve PDB en Not God dat we ook al eens live mochten horen en waar jullie samen echt heel sterk voor de dag komen.
Nelle: Bij het voorprogramma van Gilman was dat de eerste keer dat we dat zo deden en we vonden het zelf ook wel geslaagd.
Dienne: Het was erg spannend, maar inderdaad: we waren zelf ook erg tevreden.
Jullie zingen daarin over de liefde voor je broer, maar toch zing je ook: “We pull back”, we trekken ons terug. Hoe moeten we dat begrijpen?
Nelle: Dat nummer gaat eigenlijk over het schuldgevoel dat ons beiden regelmatig overviel. Om een voorbeeld te geven: toen we naar onze eerste fuiven gingen, was dat een moeilijk moment. Dat zou niet zo mogen zijn, maar wij beseften: onze broer kan dit niet meemaken. Wij lieten hem achter in het besef dat hij verdriet had, omdat hij dat niet kon. Zo zijn er veel momenten geweest en zo zullen er nog komen. Not God gaat dan specifiek over dat stemmetje in ons hoofd en de repliek: ik kan daar niets aan verhelpen. Het is mijn schuld niet. Ik ben god niet. Ik moet mijn eigen leven ook leiden.
Dienne: Anderzijds proberen en probeerden wij hem er veel bij te betrekken. Het is altijd wikken en wegen.
Heel herkenbaar voor iedereen in een vergelijkbare situatie. Over het algemeen zit er dit keer iets minder elektronica in de songs verwerkt, met uitzondering van The Horde. Dat klinkt echt beangstigend. Is het een verklanking van de angst die jullie destijds doorstonden, kort na het ongeval?
Nelle: Dat gaat echt over hoe we onze broer soms toch naar fuiven meenamen. Dat was elke keer echt pittig. Je kan je voorstellen: zo’n volgepakte parochiezaal - kan je je dat in deze coronatijd nog voorstellen? - en dan kom je daar binnen met zo’n grote, elektrische rolstoel zoals onze broer heeft en dan moet je boven het kabaal uitschreeuwen om plaats genoeg te krijgen. Eén van ons liep dan voorop en iemand achter hem en maar duwen en roepen.
Dienne: Dat gaf ook heel veel drukte in ons hoofd. En dat geeft dat nummer weer: hoe heftig dat was, letterlijk, maar ook die worsteling met je emoties wanneer je geconfronteerd wordt met mensen die zorgeloos uit de bol kunnen gaan, die kunnen dansen en plezier maken. En jij wil dan zelf ook genieten, maar tegelijk je broer een leuke avond bezorgen. Je moet zelf communiceren met je vrienden, maar ook mensen helpen om te communiceren met je broer. Mega-vermoeiend!
Nelle: Jij en ik met onze broer die in al dat gewoel even het bos door de bomen niet meer zien. Error in ons hoofd. Op het einde, als het wat rustiger wordt en dat orgeltje erbij komt, geeft dat eigenlijk het gevoel weer van de dag erna. Dat gevoel van tevredenheid dat je dat toch gedaan hebt voor je broer.
Dienne: Ja, we zagen hem ook vaak echt wel openbloeien als hij mee ging. En daarom blijf je dat ook doen, ook al is het elke keer weer erg heftig.
Nelle: We zijn ook vaak alleen gaan feesten, hoor. Maar soms hadden we zo fel met hem te doen dat we hem meenamen.
Helemaal het tegenovergestelde gevoel krijg je bij Fishing Spot, waarin jullie een geluidsfragment uit je jeugd gebruikten. Is dat een manier om mooie herinneringen te koesteren?
Dienne: Zeker en vast. Dat was echt het gevoel dat we wilden creëren. We willen de mensen echt meenemen in het hele verhaal van die twee meisjes. En het audiofragment komt inderdaad uit een filmpje aan de vijver waar het nummer over gaat.
Nelle: Je hoort ons die aan het filmen zijn en alles wat we daar zeggen en doen.
En heeft dat nummer ook iets te maken met de tekening op de hoes waar ik een vishaak in meen te herkennen?
Dienne: Nee eigenlijk niet, maar het is cool dat je daar je eigen verhaal mee maakt. De blauwe lijn verwijst meer naar het titelnummer waarin we de lijn volgen op de vloer van het ziekenhuis. De twee figuurtjes zijn wij zelf en de vorm aan het einde is het silhouet van onze broer en van de hele plaat.
Nelle: Het is een vrij abstracte tekening. We hebben die zelf gemaakt. Halfweg het opnameproces zijn we naar Artkom geweest in Leuven, de process art studio van Nicky Myny en daar hebben we nummers opgezet en ons laten meeslepen door onze eigen klanken en teksten. Daar zijn een paar tekeningen uitgekomen en dit werd dus het eigenlijke artwork.
Dienne: De blauwe lijn loopt door op de achterzijde en in het midden staat een foto van ons, een still uit een video, toen we negen en elf waren. Ik in het wit en Nelle in het blauw en die twee kleuren trekken we overal door. Daarom dat je ons op het optreden ook zag in een witte en blauwe outfit. Nelle heeft de kledij ontworpen.
Volgend jaar zal het twintig jaar geleden zijn sinds het ongeluk. Is dit een manier om dat gebeuren af te sluiten?
Nelle: Zo zie ik het niet.
Dienne: We hadden het allemaal al een plaats gegeven. Dat moest ook, anders hadden we er nooit een album over kunnen maken. We gaan dit nooit kunnen afsluiten. Het zal altijd een deel van ons leven blijven.
Nelle: En de ene dag hebben we het daar moeilijk mee en de andere niet.
Dienne: Dat besef leidde ook tot deze mooie conceptplaat en als er op de volgende plaat nog nummers over dat onderwerp zullen staan, dan is dat maar zo. En als we over iets anders zullen schrijven, dan zal dat ook zijn omdat we ons buikgevoel volgden.
Nelle: We beseffen ook dat wij het voorrecht hebben om al die emoties via onze muziek een plaats te kunnen geven. Veel mensen kunnen dat niet en voor hen is het waarschijnlijk nog veel moeilijker. We kijken echt op naar mensen die het zonder die uitlaatklep kunnen.
Dienne: Het feit dat wij dit samen kunnen doen, geeft echt rust in ons hoofd.
We vragen ons af: wat kan je na deze plaat nog doen dat even persoonlijk en mooi is?
Dienne: (resoluut) Dat gaat geen probleem zijn. Dit onderwerp inspireerde ons. En als dat de volgende keer ook zo is, dan is dat voor ons geen probleem, maar het kan ook zijn dat het over iets anders gaat.
Nelle: Deze plaat geeft ons zoveel voldoening dat het meer een start is van iets nieuws.
Dienne: Inderdaad, tussen de ep en deze plaat zat vijf jaar, maar dat zal nu waarschijnlijk helemaal anders zijn. Er zijn zelfs al nummers opgenomen voor de volgende. Dus we gaan nu meer kunnen doen zoals veel andere artiesten: om de twee à drie jaar met een nieuw album komen.
Nelle: Dat is alvast het gevoel nu, maar we zien wel. Nogmaals: we laten ons geen druk opleggen. We gaan niet schrijven om te schrijven. Als er ruimte, tijd, zin en nood is om te schrijven, zullen we dat doen. Het moet uit de buik komen, niet uit het hoofd. Hoe dan ook zullen we altijd bezig blijven met muziek. Voor volgend jaar staan er ook nog theaterprojecten op stapel trouwens.
We hoeven ons dus geen zorgen te maken over jullie. Zoveel is duidelijk. Hoe jammer is het dat jullie nu niet meteen kunnen touren met de plaat?
Dienne: Er was heel wat interesse om ons te boeken, maar de meeste zalen zijn nu erg afwachtend. Normaal hadden we in december een eerste show, maar dat zal wellicht niet doorgaan. In het voorjaar van 2021 brengen we nog een single uit en daarna hopen we live te kunnen spelen.
Nelle: De mensen gaan hoe dan ook die plaat eerst goed in zich kunnen opnemen. Er is nu veel tijd om gewoon muziek te beluisteren, om eens een album van voor naar achter te beluisteren. Dat vind ik erg mooi, zeker bij een conceptalbum als dit.
Dienne: Op 19 november, de dag voor de release, organiseren we een exclusieve luistersessie. De mensen kunnen dan de plaat al een keer samen met ons te beluisteren.
Dat wordt vast een heerlijke belevenis! We delen met plezier nog eens jullie sessie van april van dit jaar als opwarmertje.