Condor Gruppe - Ik verlang naar de tijd dat ik als achttienjarige zorgeloos het repetitiekot kon induiken

Condor Gruppe heeft het patent op filmische gitaarrock en dat bewezen ze eens te meer op hun derde plaat ‘Interplanetary Travels’. Ook live staan ze garant voor een boeiende trip langs onbekende plekken. Wij hadden een babbel met Michiel Van Cleuvenbergen, één van de oprichters van de band. 

Ik verlang naar de tijd dat ik als achttienjarige zorgeloos het repetitiekot kon induiken

 

Jullie derde plaat ‘Interplanetary Travels’ is ondertussen al even uit. Wat maakt deze anders of beter dan zijn twee voorgangers?
Michiel Van Cleuvenbergen: We zijn creatiever omgegaan met melodieën en de invulling van de instrumenten die de melodielijn moesten spelen. De eerste plaat was een beetje een zoektocht: ik kan niet zingen en zocht naar een manier om dat te vertalen via mijn gitaar. De tweede was dan die Moondog-tribute waarbij we ons meer baseerden op bestaande melodieën.

Nu was het vooral de bedoeling om niet nog eens dezelfde gitaargeluiden te gebruiken. Het was dus wat zoeken hoe we een andere draai aan onze muziek konden geven. Zo zijn we uitgekomen bij sitar en blazers. Het is gevarieerder en voor onszelf ook boeiender.

Het maakt het echter niet eenvoudiger, want met vier een plaat maken is toch makkelijker dan met negen muzikanten die elk hun eigen gedacht hebben.

Was het van bij het begin de bedoeling om met meer muzikanten aan de plaat te werken of is dat geleidelijk aan gegroeid?
Het was niet per se de bedoeling, maar als instrumentale groep hou je die optie altijd wel in je achterhoofd: wat kan er nog bij of wat zou een leuke extra insteek zijn die bijdraagt tot onze muziek? Ook willen we ooit iets doen met een echt koor. We hebben altijd gezegd dat Condor Gruppe met drie man kan zijn, maar evengoed met duizend bij wijze van spreken. We laten ons dus niet door de bezetting beperken.

Het heeft zeker ook nadelen. Soms is het gewoon makkelijk om met drie ergens aan te werken omdat je dan sneller beslissingen neemt. Mocht ik nu zelf trompet en sitar kunnen spelen, was het een ander verhaal, maar ik kan het tot op heden dus nog niet. (lacht)

Jullie zijn inderdaad oorspronkelijk gestart met twee, maar dat ging vrij snel naar vijf. Zijn jullie vijf dan de basisgroep van waaruit alles vertrekt?
Min of meer. Het begint in eerste instantie bij mij thuis aan de computer waar ik demo’s opneem. Het begint met een drum en loops waar dan laagjes op gebouwd worden. Ik bouw best wel veel lagen op, maar er zijn ook ideeën die ik op die manier niet vertaald krijg. Dan breiden we dat uit en werken we verder met ons vijven.

Het begint dus heel beperkt. Ik stuur ook ideeën door naar bassist Jan Wygers, die er dan zijn ideeën aan toevoegt. Het grootste deel, ongeveer 80 procent, wordt bij mij thuis afgewerkt.

Hoeveel wijzigt daar achteraf nog van als de anderen er ook hun zegje over doen?
Best wel veel! Sommige nummers veranderen echt helemaal, wanneer ik aangeef dat er iets essentieels aan ontbreekt. Voor deze opnames hebben we Nico met zijn sitar zijn ding laten doen en daar begonnen we nadien mee te knippen en te plakken.  Heel veel nummers krijgen sowieso een heel andere wending, maar het kan evengoed dat een nummer op de repetitie helemaal klaar is.

Is het altijd iets wat organisch en democratisch groeit of ligt de eindbeslissing sowieso bij jou?
We beslissen met twee of drie. Ik zou soms wat sneller knopen moeten doorhakken, maar ik heb het daar moeilijk mee. Je kunt met elk nummer zoveel kanten op.

We nemen alles zelf op, wat leuk is om uit te proberen, maar anderzijds is het lastig om beslissingen te nemen.

Is het een bewuste keuze om zonder producer te werken?
We zouden dat wel willen, maar uit financiële overwegingen doen we het niet. Bovendien krijgen we nooit iedereen bij elkaar om te repeteren. De nummers ontstaan in de loop van het opnameproces en worden nadien geknipt en geplakt.

Door onze drukke agenda’s lukt het niet om samen te repeteren. Als je op die manier naar een studio trekt, ben je een maand bezig en ben je blut.

Mogen we daaruit concluderen dat Condor Gruppe voor de meeste bandleden een nevenproject is?
Dat denk ik zeker niet, maar de meesten onder ons zijn professioneel muzikant. Om geld te verdienen doe je dan veel projecten. Ik kan niet iedereen zijn tijd opeisen als daar financieel niks tegenover staat. Het is dus eerder uit noodzaak dat iedereen zoveel projecten heeft. Het is ergens wel jammer. Ik verlang vaak nog naar de tijd dat ik achttien was, zorgeloos het repetitiekot kon induiken en me geen zorgen over geld hoefde te maken. Het is dus zeker geen nevenproject, maar je zit met die realiteit.

Je zei eerder dat je niet kan zingen en liet het idee vallen dat je met een koor zou willen werken. Is het de bedoeling om op termijn echt iets met zang te gaan doen?
Misschien wel! Hoe fout het ook klinkt, ik ben nogal een fan van die oude crooners. Ik heb het idee om ooit een nummer te maken dat dan vocaal wordt gebracht of om een bestaand instrumentaal nummer te bewerken tot een vocale versie. Het is zeker niet het idee om een hele plaat met stem op te nemen. Het nummer zou wat variatie moeten brengen omdat je niet altijd met je gitaar kunt doen wat je wilt. Het is zoeken en op dit moment ben ik nog totaal niet bezig met een volgende plaat. Voor hetzelfde geld wil ik dan weer helemaal iets anders. Het hangt ook erg af van de invloeden op het moment dat je die plaat aan het maken bent.

Jullie muziek wordt als vrij filmisch omschreven. Is cinema een bewust gekozen invloed?
Cinema niet onmiddellijk, maar soundtracks zeker. In het begin waren we vooral bezig met Italiaanse en Franse jaren 60-70 soundtracks. Die hebben een bepaalde sfeer die ofwel heel donker ofwel heel melancholisch is. Daar waren we van bij het begin van Condor Gruppe door beïnvloed. Dat geeft onze muziek uiteraard een zekere filmische lading.

Live werken we nu ook steevast met beeldprojecties omdat ik van mening ben dat de wisselwerking tussen beeld en muziek beide kan versterken.

Zijn er daarnaast nog andere invloeden? In de persteksten wordt er over Morricone, Pink Floyd en Goats gesproken…
Eigenlijk worden we beïnvloed door onze hele platenkast. Het kan zelfs richting dub of reggea gaan, maar dat zal minder hoorbaar zijn. Het gaat bij mij vooral om de sfeer of een bepaald melodieus gehalte. Weg kunnen dromen in de muziek is voor mij heel belangrijk.

Jullie hebben met Condor Gruppe nu drie studioalbums uitgebracht. Zien jullie jezelf eerder als een liveband of een studioband?
Ik doe het allebei graag. Studiowerk is boeiend en uitdagend, net omdat we tijd hebben. We kunnen dus naar iets streven waar we écht tevreden over zijn. Live is ook fijn omdat we er mensen bij betrekken die het een andere invulling kunnen geven. Een voorkeur voor één van beide heb ik dus niet, maar als ik moet kiezen, neig ik eerder naar het studiowerk. Ik ben niet per se het podiumbeest dat frontman wil zijn. Ik ben het misschien wel in deze groep, maar het is steeds met enige schroom dat ik mezelf vooraan posteer.

Weet iedereen op het podium wat hij moet doen of moet je de band toch aansturen?
Ik ga ervan uit dat iedereen weet wat hij moet doen, maar ik moet soms bijsturen of dempen. Ik weet niet of ze het verwachten, maar ze vinden het blijkbaar niet erg. Ik vind het ergens wel fijn om te doen omdat de band er steun aan heeft.

Jullie houden met Condor Gruppe vast aan een zekere Do It Yourself-aanpak. Hoe zien jullie de toekomst van de groep in dat opzicht?
Daar zijn we eigenlijk niet zo hard mee bezig. We willen wel steeds meer en beter, maar op een bepaald moment vind je wel wat past bij de band. Nu zijn dat de ondersteuning met beelden als we live spelen en het filmische gehalte. Het format zit dus goed. Natuurlijk lukt dat niet altijd gezien de setting op festivals bijvoorbeeld, maar het ideale beeld van een auditief en visueel spektakel zit goed.

We hebben niet onmiddellijk ideeën over het aantal platen dat we gaan maken, maar eerder over de sound en hoe we het live-aspect perfect op ons lijf kunnen schrijven. Een goede show hangt samen met aangename podia en dat lijkt vandaag te kloppen.

Eerder clubs dan festivals dan?
Nee, ik doe ook graag festivals, maar de setting moet meezitten: een tent met een goede backdrop waarop geprojecteerd kan worden. Festivals hebben ook het voordeel dat de mensen altijd enthousiast zijn.

Wat is het beste, dan wel het slechtste advies dat je ooit voor Condor Gruppe hebt gekregen?
Iemand vertelde me enkele weken geleden dat ik wat meer moest dansen op het podium, maar ik weet heel goed waarom ik dat niet doe (lacht). Ik zal nooit de volksmenner zijn die het publiek in de handjes laat klappen en dat zou ook totaal niet staan bij onze muziek.

Mensen mogen mij altijd goedbedoeld advies geven, maar ik zal er wel mijn eigen conclusies uit trekken. Ik geloof heel hard in echtheid en puurheid en ben ervan overtuigd dat mensen het snel doorzien wanneer je iets doet wat je niet ligt.

Stel dat je carte blanche krijgt om een festival- of concertdag te organiseren. Wie zou je zeker boeken?
Ik zou heel graag de Duitse avant-gardegroep Can live gezien hebben. Als ik daar beelden van zie, ben ik altijd enorm onder de indruk van de energie die van hun shows uitgaat. Hun drummer was bovendien fantastisch. Ook Kraftwerk had dat opzwepende en vrije in hun muziek, tenminste in het begin van hun carrière toen ze minder elektronisch speelden. Eigenlijk mag er een ganse reeks Duitse Krautrockgroepen uit die periode de revue passeren.

Daarnaast zou ik ook typische grootheden zoals Jimi Hendrix boeken, maar dat zegt iedereen waarschijnlijk.

Ik zou me die dag beperken tot zo nu en dan eens een riff meespelen. Voor Hendrix zou ik wellicht te beperkt zijn, maar dan maak ik gewoon wat feedback. Voor het overige moeten ze mij vooral met rust laten en laten genieten.

Je kan Condor Gruppe hier aan het werk zien.

22 juni 2018
Patrick Blomme