The Gaslight Anthem - ‘Niet The Boss, wel de assistent-manager’

The Gaslight Anthem - ‘Niet The Boss, wel de assistent-manager’

Wat doe je als je een podium mag delen met je grote idool, je hem een persoonlijke vriend mag noemen en de wereld naar jou kijkt als diens mogelijke opvolger? Het is een vraag waar The Gaslight Anthem, en in het bijzonder voorman Brian Fallon, jarenlang mee geworsteld heeft. In 2015 bleek de eeuwige vergelijking met Bruce Springsteen een molensteen rond de nek van de band en trokken ze er de stekker uit. Tot nu – na bijna zeven jaar rust en stilte heeft Fallon vrede gesloten met zijn verleden, zijn demonen en zijn grote voorbeeld. En wil hij opnieuw rocken.

Tonight You Have Broken My Heart’, zo luidde de titel van een blogpost die Brian Fallon op 28 juli 2013 publiceerde. Fallon worstelde al langer met de onophoudelijke vergelijkingen met en vragen over Bruce Springsteen, maar tijdens één optreden van The Gaslight Anthem in New York liep het uit de hand. Enkele fans uit het publiek bleven roepen om “Bruuuuce”, tot zichtbare irritatie van Fallon – met een snijdende blogpost als resultaat. “Wij zijn The Gaslight Anthem. We spelen nummers van The Gaslight Anthem. We zijn niet de band waar je denkt dat we op lijken. Mijn naam is niet Bruce. Ik vraag open en nederig dat als iemand naar een Gaslight Anthem-show wil komen, kom alsjeblieft omdat je wil zien wat we die avond doen. Kom niet om Bruce te zien, hij zal er niet zijn. Schreeuw niet naar me als ik iets met het publiek probeer te delen.”

De frustratie van Fallon was niet nieuw, en had ook zijn eindpunt nog niet bereikt. De evolutie van The Gaslight Anthem van snel opklimmende punkband over vermeende redders van rock-‘n-roll tot slap Bruce Springsteen-afkooksel, samengevat in vier stadia.

  1. Verrassing

Vier jaar eerder, op 28 juni 2009, riep het publiek op Hard Rock Calling in het Londense Hyde Park ook massaal om Bruce Springsteen. Ze wisten natuurlijk al wat er ging komen – een dag eerder op Glastonbury verscheen The Boss ook al uit het niets op het podium tijdens het optreden van The Gaslight Anthem. “Ask, and you shall receive”, zei Brian Fallon, en een halve minuut later rockte Bruce zij aan zij met Fallon mee op een stomende versie van doorbraaksingle The ’59 Sound. Fallon en zijn band groeiden op in hetzelfde New Jersey als Springsteen en bleken in meerdere opzichten zielsverwanten. A match made in heaven.

Het verhaal van de doorbraak van The Gaslight Anthem leest als een vleesgeworden American Dream. Na het rechttoe rechtaan punkalbum ‘Sink Or Swim’ speelden ze nog steeds shows voor 75 dollar en een krat bier. De vier bandleden leefden letterlijk on the road en uit hun rugzak. De opbrengsten van het concert de avond voordien dienden om de volgende slaapplaats te betalen. Bassist Alex Levine moest lijdzaam toekijken hoe zijn vriendin een punt achter hun relatie zette door zijn hele hebben en houden op straat te dumpen. Toen ze Hollywood inreden om ‘The ’59 Sound’ op te nemen verkwiste hij zijn allerlaatste 50 dollar aan alcohol.

De vier verbleven een maand lang in een armtierig appartement in Burbank (Los Angeles) om een tweede plaat op te nemen en kregen van platenlabel SideOneDummy 500 dollar om de koelkast te vullen. Aan de keukentafel, omringd door zijn bandleden waarvan er eentje op de vloer moest slapen, schreef Fallon meer dan de helft van het album dat de grote doorbraak van zijn band zou betekenen. Hij was op dat moment al zevenentwintig, oud en wijs genoeg om te weten wat hij wilde. Terwijl al de rest zich op tour liet verleiden door feestjes en alcohol, trok Fallon zich liefst van al alleen terug in de brakke tourbus om nieuwe muziek te schrijven.

Anders dan vele andere punkgroepen – en dat was wellicht ook waar de grote aantrekkingskracht van de band in schuilde – viel The Gaslight Anthem niet in één hokje te duwen. The Clash, Bruce Springsteen en The Replacements waren vanzelfsprekende invloeden, maar Brian Fallon luisterde minstens evenveel naar The Supremes en jarenzestigsoul – denk aan Wilson Pickett, Otis Redding. The Gaslight Anthem was een soulband die punkrock speelde, dat was de insteek. Gitarist Alexander Rosamilia groeide dan weer voornamelijk op met The Cure en Britse shoegaze. Fallon en zijn band coverden met evenveel plezier Katy Perry (Teenage Dream) en Kelly Clarkson (I Do Not Hook Up) als The Rolling Stones, Nirvana en The Foo Fighters. Om maar te zeggen: eclectischer dan je zou verwachten van vier getatoeëerde bonken met gitaren en een drumstel.

Een optreden van The Gaslight Anthem, dat was een negentig minuten durende crash course in rock-‘n-roll-geschiedenis. Naast de covers van Pearl Jam of The Who die met de regelmaat van de klok opdoken in de setlist schepte Fallon er een plezier in om op het podium stukken tekst van andere nummers te verwerken in zijn eigen werk. Van Bon Ivers Blood Bank over U2’s I Still Haven’t Found What I’m Looking For tot zelfs enkele flarden uit het boek ‘Great Expectations’ van Charles Dickens in het gelijknamige The Gaslight Anthem-nummer. De lyrische kwaliteiten van Fallon waren een andere voorname kwaliteit, in die mate zelfs dat gerenommeerd auteur Nick Hornby (‘Fever Pitch’, ‘High Fidelity’) zich geroepen voelde om de liner notes van het vierde album ‘Handwritten’ neer te schrijven. “The Gaslight Anthem are my kind of people”, schreef hij.

En The Gaslight Anthem, dat was ook het type volk van ene Bruce Springsteen. Zijn zoon Evan bracht hem wel vaker op het spoor van opkomende rockgroepen en tipte hem zo ook The Gaslight Anthem. “Het was tegelijkertijd spaarzaam en episch”, vertelde Springsteen over ‘The ’59 Sound’. “De plaat was een bijzonder originele mix van verschillende invloeden, met een uniek geluid als resultaat. De manier waarop de gitaar samensmolt, de manier waarop de riffs als het ware in elkaar overvloeiden. Het was epic songwriting vermomd als een vierkoppige rockgroep.” Enkele uren nadat hij The Gaslight Anthem vervoegde in Hyde Park, mocht Brian Fallon mee het podium op om de ziel uit zijn lijf te zingen No Surrender, opnieuw schouder aan schouder met zijn soulmate.

  1. De beste band ter wereld’

Kort na Hyde Park wist Brian Fallon het al: vanaf nu wordt alles anders. De verkoopcijfers van ‘The ’59 Sound’ gingen door het dak, met stijgingen tot vierhonderd procent op een week tijd. In sneltempo bracht de band haar derde album uit, ‘American Slang’ – niet onaardig maar ontbrak de tijdloosheid van ‘The ’59 Sound’ – en volgde ene wereldtournee de andere op. Bij wijze van kerstcadeautje aan de fans kwam Bruce opnieuw meespelen met Gaslight, ditmaal op een thuismatch van de band in Asbury Park, New Jersey.

Boude voorspellingen bleven niet uit, werelddominantie was een aantrekkelijk vooruitzicht dat ook Brian Fallon aanvankelijk niet schuwde. “Hoort The Gaslight Anthem thuis in het rijtje Pearl Jam, Foo Fighters en Bruce Springsteen? Of zijn we het beste cafébandje waar je nog nooit van gehoord hebt?”, vroeg hij zich af in een interview in De Morgen. “Ik ben al tweeëndertig, dus het wordt stilaan tijd om erachter te komen. Als ik in een stadion kan staan en daar zestigduizend mensen iets kan laten voelen: waarom niet?"

Het resultaat van die denkoefening was ‘Handwritten’, de eerste plaat onder een major platenlabel en die met 45 de grootste single van The Gaslight Anthem voortbracht. Tegelijkertijd liet de oefening een zure nasmaak na. De grotere zalen leken The Gaslight Anthem niet zo te liggen, de plaat stond bol van de ambitie maar slaagde er niet helemaal in om de hoge verwachtingen in te lossen. Op ‘Handwritten’ klonk The Gaslight Anthem als een band die het té graag wilde en zich daardoor voordeed als een groep die het niet was. Tegelijkertijd was het een plaat waarop Fallon & co van onder Springsteens schaduw los probeerden te komen. Weg waren de tekstuele verwijzingen naar songs van The Boss of pakweg The Counting Crows, geen nostalgische americana met “Maria” en “radio’s” in de hoofdrol meer. “Ik heb twintig jaar lang geleefd op een dieet van Bruce en The Clash. Er is geen bloed meer uit die aderen te zuigen”, zei Fallon. “Ik wil niet iemand anders zijn, ik wil mijn eigen deel van de taart.”

Maar de pers en het grotere publiek waren nog niet klaar om The Gaslight Anthem los te koppelen van Bruce Springsteen. Het feit dat Fallon en Bruce intussen bevriend werden en bij elkaar over de vloer kwamen voor barbecues hielp evenmin. “Is Brian Fallon de ware erfgenaam van Bruce Springsteen?”, luidde de kop van een groot artikel in The New York Times, geschreven door de gerenommeerde muziekjournaliste Lizzy Goodman in 2012. Op het internet vind je zelfs een uitgebreid artikel van een zelfverklaarde journalist die zich luidop de vraag stelt “of Brian Fallon misschien wel de zoon is van Bruce Springsteen?”

De verwachtingen begonnen hun tol te eisen. “Kort na Hyde Park vroeg iemand me: ‘En wat ga je nu doen?’, en die vraag maakte misselijk. Hoe volg je zoiets op?”, vertelde Fallon. “De toon verandert ook: eerst is iedereen blij voor jou en je verwezenlijkingen, later is alleen winnen goed genoeg. Ik dacht dat we dit vooral deden om plezier te maken?”

  1. Niet de beste band ter wereld’

Tussen ‘Handwritten’ en vijfde album ‘Get Hurt’ ging het van kwaad naar erger met The Gaslight Anthem en Brian Fallon. Zijn huwelijk met Hollie, nota bene de zus van bassist Alex Levine, liep op de klippen. Fallon had het steeds moeilijker om zijn zichtbare irritatie met het steile verwachtingsproces rond zijn band te verbergen. In een live interview keerde hij het studiopubliek tegen zich door The Replacements en Jawbreaker, twee notoire invloeden voor The Gaslight Anthem, overroepen bands te noemen. Later volgde het beruchte incident in New York en de boze blogpost. “Het was mijn manier om op de rem te gaan staan. Ik dacht: ‘Als ik nu wat dingen zeg die mensen boos maken, zal al dit gedoe misschien stoppen’”, zei Fallon in een interview. “Ik wist niet meer wat ik moest aanvangen met mijn leven, ik twijfelde of mijn vel hier wel dik genoeg voor was.”

Fallon zag al snel in dat zijn reactie de verkeerde was, keerde zich af van sociale media en richtte zich zelf tot zijn fans, in een doodeerlijk bericht op het onofficiële fanforum Dimestore Saints. “Het spijt me echt voor elke show waar ik me niet voor de volle honderd procent gaf of jullie op een of andere manier beledigde. Ik ben niet wie ik op het podium ben. Ik ben onzeker, hot headed en verschrikkelijk angstig. Mijn fouten zijn niet het gevolg van een te groot ego, want eerlijk? Ik betwijfel of we al die aandacht wel verdienen. Ik ben niet zeker dat ik genoeg talent heb. Maar ik doe mijn best.” Ook hier ging hij de druk van de Springsteen-vergelijkingen niet uit de weg. “Ik haat Bruce niet, ik hou van hem. Hij heeft de ogen van de wereld op onze band gericht en daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor. Maar ik moet mijn eigen stem vinden.”

Zoals de titel van een groot interview met Fallon in Vice luidde: hij wilde een normal person life. Zijn verhuis van New Jersey naar Brooklyn bleek van korte duur – “Het is alsof iedereen daar zijn persoonlijkheid heeft ingeoefend voor de spiegel” – en hij ruilde zijn zwarte Dodge Challenger in voor een eenvoudige vierdeurs Volkswagen. En hij besefte meer dan ooit dat het rock-‘n-rollsterrendom niet voor hem weggelegd was. “Ik ga je niet entertainen. ‘Scream for me, Cincinnati!’, het is niet mijn ding.” Op een paar jaar tijd leerde hij dat hij niet de carrière van Springsteen of Pearl Jam ambieerde: “Bekend zijn en in stadions spelen, het interesseert me niet meer. Mijn doel is nu: lang leven en zijn zoals Wilco. Ik denk niet dat die band ooit een topveertigsingle heeft gehad, maar ze spelen voor veel mensen en ze doen wat ze willen.”

The Gaslight Anthem flirtte een eerste keer met een split in 2013 – “Er werd niet geschreeuwd, van het podium gestormd of met bierblikken gegooid. We wisten gewoon niet meer wat we nog te vertellen hadden” – maar trok de machine nog een laatste keer in gang voor het te lange, chaotische, maar tegelijk onderschatte ‘Get Hurt’. In de voorlopig laatste plaat van de groep rekende Fallon af met zijn demonen en – vooral – zijn echtscheiding. Tegelijkertijd bleef hij worstelen met een moeizame interactie met pers en recensenten. “Een journalist belde me op, en het eerste wat hij zei was: ‘Ik denk dat je nog nooit een song hebt geschreven die zo goed is als Rosalita’of Born To Run. En ik antwoordde: ‘Dat treft, ik ook niet’.”

Zijn voorspelling dat “Eén op de vijf recensenten het album goed zal vinden, en dat twee op de vijf het nadrukkelijk zullen verachten” kwam uit. Onder meer Pitchfork boorde ‘Get Hurt’ genadeloos de grond in. “That website that hates everyone” zei Fallon erover, toen hij met Gaslight in de Ancienne Belgique optrad.

In de zomer van 2015 ging de stekker er definitief uit. Geen moment te vroeg. “Eindelijk had ik rust, eindelijk was er land in zicht. Ik moest the thing niet meer doen”, zei Fallon toen een journalist hem vroeg naar de allerlaatste show op het Reading and Leeds Festival. “In mijn ogen was het mijn band niet meer, maar die van het publiek. Zij houden de herinneringen aan de band in leven, dus ik hou mijn handen ervan af. Ik heb er alles uitgehaald wat ik kon.”

  1. Loutering

Fallon lanceerde na de hiatus een bescheiden, maar interessante singer-songwritercarrière, met drie gevarieerde albums als gevolg – en een bizarre laatste worp, ‘The Night Divine’, waarop de gelovige Fallon christelijke kerstnummers covert. In 2018 kwam er een plots, tijdelijk einde aan de stilte rond The Gaslight Anthem. ‘The ’59 Sound’ vierde immers zijn tiende verjaardag, en de band wilde dat moment niet ongemerkt voorbij laten gaan. “Die plaat heeft zoveel betekend voor ons en voor heel wat mensen, het zou raar zijn om daar niets mee te doen.” Tegelijk temperde Fallon meteen de verwachtingen. “Voor het grote publiek lijkt het nu alsof de deur van het huis nu wagenwijd geopend is. Maar dat is niet het geval: enkel de inkomhal is open. En daar hebben we al een heleboel voor moeten opruimen.”

Fallon was van mening dat het verhaal van The Gaslight Anthem uitverteld was. “Ik ben trots op de albums die we gemaakt hebben, maar heb er niets meer aan toe te voegen. De meest indrukwekkende comeback die ik ooit heb gezien, was die van Green Day met ‘American Idiot’. Moest ik nu materiaal à la ‘American Idiot’ in mijn rugzak hebben zitten, zouden de kaarten misschien anders liggen. Maar dat is niet het geval.” Na een zomer vol gesmaakte Gaslight-optredens in de VS en Europa ging de deur opnieuw op slot. En in het hoofd van Brian Fallon was dat redelijk definitief: “Voor mij was het na die shows nog meer ‘boeken toe’ dan in 2015. Een band die alleen nog maar in staat is om oud materiaal te honoreren, dat is niet de richting die ik uit wil gaan.”

Tijd heelt alle wonden. Tijdens de coronalockdowns begon Brian Fallon met livestreamconcerten van zijn albums, vanuit een piepklein bureaukamertje ten huize Fallon. Ook het vermaledijde ‘Get Hurt’ passeerde recent de revue. “Ik heb de jongste jaren veel geleerd over die plaat”, zei Fallon. “Mensen zeggen vaak tegen me dat ik de pers moet negeren, maar ik heb net geleerd dat de pers en critici een belangrijk ingrediënt van de soep zijn. Zonder hen werkt het niet. Recensies houden een band scherp, en je kan ook iets bijleren van terechte kritiek. Tegelijk heb ik geleerd dat het jullie, de fans, zijn die bepalen wat populair is, wat de tand des tijds zal doorstaan en over twintig jaar nog altijd deel uitmaakt van het collectief geheugen. Zonder jullie spreken wij als muzikanten allemaal in een grote leegte.”

En ziedaar – op 21 maart bleek een video op de Instagrampagina van de band – zonder beeld maar met het geluid van een projector die in gang wordt getrokken – de voorbode van iets moois. The Gaslight Anthem keert terug, met een nieuwe tournee – zonder Belgische passage, maar wel met een optreden in het naburige Keulen – en een nog op te nemen nieuwe langspeler. Vanwaar die plotse ommekeer? “Ik verveelde me kapot tijdens de coronalockdowns, en heb een pak rockbiografieën en -documentaires verslonden. En toen besefte ik: ‘Man, wat hou ik van bands’, en ik herinnerde me dat ik zelf ook in een aardige band heb gezeten. ‘Wat is er eigenlijk mis met mij?’, vroeg ik me af.”

En dus keert Fallon na zijn solocarrière terug naar het rock-‘n-roll-leven. “Na mijn soloplaat ‘Local Honey’ had ik de indruk dat ik dat hoofdstuk van meer introspectieve, verstilde muziek kon afsluiten. En ik verlangde opnieuw naar rockmuziek. Gitaar spelen. Een versterker omver stampen of zoiets. Dat klinkt geweldig. Ik ben intussen veertig en stelde me de vraag of ik nog wel op en neer kan springen op een podium? Of kom ik dan over als een volslagen idioot? Maar dan keek ik naar een documentaire van The Foo Fighters en zag ik dat Dave Grohl minstens tien jaar ouder is dan ik en daar ook nog mee wegkomt.”

En Bruce? Zal de invloed van zijn leermeester als een zwaard van Damocles boven Fallon en zijn platen blijven hangen? In de loop der jaren leerde hij vrede nemen met zijn plek in Springsteens schaduw, zo gaf hij al jaren geleden aan in een interview. “Ik bracht al heel wat tijd met hem door, hij geeft me zo nu en dan zelfs vaderlijk advies. ‘Dit is een geweldige kerel’, denk ik dan. Zijn intenties zijn zoveel puurder dan je zou verwachten van iemand met zijn status. Dus wanneer mensen me nu zeggen ‘Jij bent the next boss’, antwoord ik grappend ‘Ik ben niet de boss, maar misschien wel de assistent-manager’. Ik wil en kan Bruce niet zijn, ik ben niet in staat om zoals hem om te springen met de roem en alles wat erbij komt.”

10 april 2022
Filip Van der Elst