Tree Of Smoke - Tree Of Smoke
Eigen beheer
Met de release van deze erg knappe, boeiende en sfeervolle debuutplaat gaat volgens de heren van Tree Of Smoke eindelijk een jeugddroom in vervulling. Wat ons betreft hoeft het daar zeker niet bij te blijven, want deze elf songs smaken echt naar meer.
In Tree Of Smoke komen twee generaties muzikanten bij elkaar. De groep gaat ondertussen al een hele poos mee, maar van de vier stichtende leden blijven vandaag alleen nog zanger-gitarist Geert Poisquet en bassist Frank Rochus over. Nadat eerst de oorspronkelijke gitarist en vervolgens ook de drummer om privé redenen de band verlieten, werden die respectieve plaatsen ingevuld door Arjan Poisquet en Jasper Poisquet. En dat zijn, u raadt het al, de zonen van Geert Poisquet.
Dat de groepsleden elkaar door en door kennen en aanvoelen, is bijgevolg een understatement. Er is niet alleen die familieband, ook Poisquet sr. en Rochus kennen elkaar al van in de kindertijd. Het overgrote deel van hun muzikale parcours hebben ze dan ook aan elkaars zijde afgelegd, gaande van samen muziek ontdekken, een gedeelde smaak ontwikkelen, zelf een instrument onder de knie krijgen en als bekroning, aan het eind van de humanioratijd, een band beginnen.
Die was aanvankelijk geen lang leven beschoren, want na het middelbaar wachtte het "echte leven" met studies, werk en gezin. Maar goed zeven jaar geleden bliezen Poisquet, Rochus en Michel D’Ortana, nog een jeugdvriend, de band weer nieuw leven in. Met Leuvenaar Jan Dirick achter de drumkit begon het kwartet nu ook aan eigen songmateriaal te werken. Aanvankelijk deden ze dat onder de naam Skyler, maar die werd anderhalf jaar geleden, tussen twee opnamesessies in, ingeruild voor Tree Of Smoke, omdat er al een andere artiest was die dezelfde naam gebruikte.
Zelf vinden we trouwens dat Tree Of Smoke – we moesten meteen denken aan de gelijknamige roman van de Amerikaanse auteur Denis Johnson – veel beter klinkt en vooral veel beter past bij het geluid van de groep. ‘Tree Of Smoke’ is immers de perfecte soundtrack bij het lezen van één of andere “Great American Novel”, want bij het horen van deze suggestieve muziek krijg je al snel het gevoel midden in een roadtrip te zitten die je door weidse landschappen voert, langs meren en bergen, met af en toe een korte stop op een even onherbergzame als aanlokkelijke plek, waar je elk moment verwacht zo’n zonderling uit een David Lynch-film tegen het lijf te lopen.
Dat is ook een pluim op de hoed van producer Koenraad Foesters, die wij vooral kenden van zijn werk met Boogie Beasts. Maar terwijl de Waals-Vlaamse bluesrockalliantie vooral garant staat voor opwindende, muzikale adrenalinebommen, toont hij zich hier een meester in de subtiliteit, met oog en oor voor de nuances en de details in de gelaagde songs van het viertal. Nee, de muziek van Tree Of Smoke ontploft niet meteen in je gezicht, maar pakt je beetje bij beetje in, tot je er helemaal in verstrikt raakt en na verloop van tijd – zonder het zelf door te hebben - flarden Not Much Cooler On The Coast of Was Wrong loopt te murmelen.
Hoewel de teksten en de meeste songstructuren en -ideeën werden aangeleverd door Geert Poisquet, is hij zeker niet de enige architect van al dit moois. Sommige songs kwamen pas helemaal tot ontwikkeling tijdens het samenspel op de repetities. Tree Of Smoke klinkt ook heel erg als een band waarin alles op een natuurlijke manier in elkaar klikt en iedereen de ruimte krijgt om te excelleren en zijn eigen ding te doen, zonder al te zeer de aandacht naar zich toe te trekken of de anderen voor de voeten te lopen.
Qua sfeer en instrumentarium vormt ‘Tree Of Smoke’ een samenhangend geheel, maar toch kan je er moeilijk een eenduidig etiket op kleven dat aangeeft waar de muziek zich precies situeert. In hoofdzaak is dit (indie)rock, maar er zitten ook heel wat elementen in van folk(rock), Americana, (dream)pop, psychedelica en prog. Zelf stippen ze mooie namen als Wilco, Bill Callahan en Yo La Tengo aan als favoriete acts, en zonder zich te bezondigen aan na-aperij, horen we daar inderdaad hier en daar invloeden van terug. Maar op bepaalde momenten, vooral wanneer vader en zoon Poisquet met de gitaren de dialoog aangaan, moesten wij ook weleens denken aan de tandems Tom Verlaine/Richard Lloyd van Television of Glenn Mercer/Bill Million van The Feelies.
De plaat opent met het instrumentale Even The Wrong Train…, en u kan naar eigen goeddunken invullen wat er op die drie puntjes hoort te staan - wij houden het alvast op “…leads you through vast, fascinating landscapes”. Als Poisquet hierna het intrigerende Not Much Cooler On The Coast inzet met het zinnetje “It’s a long and winding road”, trekt de trein zich ook echt op gang en zijn we vertrokken voor een drie kwartier durende, boeiende trip.
Eén van de opvallendste en strafste passages is zonder enige twijfel Horsie, een uitgesponnen track die over de negen minuten gaat, en heel erg doet denken aan het betere werk van Pink Floyd, ondertussen ook al een halve eeuw geleden. Eveneens heel mooi zijn het dromerige Daylight, dat fluitend wordt ingezet, waarna een mooie, frivole gitaar en de zachte stem van Poisquet overnemen, en het zoete, naar jarenzestig folk neigende Beautiful Creature. Andere hoogtepunten zijn het bezwerende Don’t Be Mad, het ingetogen No Crime To Dreaming, de lichtvoetige alt-country van Was Wrong en niet in het minst het lichtelijk fantastische, knap opgebouwde We Try.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan, want op de keper beschouwd staat er op de hele plaat niets dat uit de toon valt. Meer nog: op deze uitstekende, tijdloze muziek staat zelfs geen vervaldatum, wat belet u dus om het nieuwe jaar in te zetten in stijl en deze mooie plaat een kans te geven?
Wij nemen ons alvast voor de band volgend jaar ook eens live aan het werk te zien, bij voorkeur in één of andere duistere kroeg (met al dan niet een rist schimmige, doorleefde figuren aan de toog). En we gaan ook wachten tot de allerlaatste dag van het jaar om ons eindejaarslijstje in te dienen, want op dat 2024 had ‘Tree Of Smoke’ zeker thuisgehoord.