Torres - Sprinter

Partisan Records

Haar eerste album was al intens, maar wat de vierentwintigjarige zangeres-gitariste presteert op haar tweede, is niets minder dan een tour de force.

Sprinter



Voor deze plaat trok Mackenzie Scott, zoals Torres echt heet, naar het Engelse platteland om te kunnen werken met Rob Ellis, de producer die vooral naam maakte als drummer van PJ Harvey. Hij woont in Bridport, Dorset en zij vond het logischer naar hem te gaan dan hem naar de Verenigde Staten te laten komen. Bijkomend voordeel was dat ook Ian Oliver, ook al een lid van het originele PJ Harvey-trio, mee kon spelen.

Verder kwam ook Adrian Utley van Portishead wat aan zijn gitaar plukken, leende B.J. Cole zijn pedalsteel en deed ook Robin Rimbaud aka elektronicawizard Scanner mee. Bovendien zijn op de single New Skin, die vorig jaar al uitkwam, The War On Drugs en Sharon Van Etten te gast (zelf was Torres te horen op diens ‘Are We There?’). Veel schoon volk dus en dat heeft zijn gevolgen.

Klonk haar eerste rauw, maar redelijk lo-fi, dan schraagde Ellis de van zichzelf al sterke stem van Torres met een steviger instrumentarium, dat zo lijkt weggelopen uit een of andere rockband en dompelt hij haar strot in reverb. Vaak beginnen de songs klein met enkel de emotioneel geladen stem van Torres en haar gitaar of met een soundwave, maar even zo vaak breken ze na enige tijd open en meanderen ze in onverwachte richtingen.

En niet alleen de muziek is zeer intens. Ook de teksten graven diep. Zo raakt ze in Strange Hellos niet alleen dementie aan, maar ook het belang van eerlijkheid. Niet zelden gebruikt Torres bijbelse taal; en zoals je wel weet, is dat boek niet vies van wat pathos.

Vooral de kern van het album overtuigt met het zeer gelaagde A Proper Polish Welcome dat zowel het verhaal van Noah en zijn ark als liefde op het eerste gezicht behandelt en Sprinter, volgens ons één van de songs van het jaar is. Hij start met een stevige riff op een bedje van elektronica en veegt de mantel uit van de hypocriete pastoor, die op porno wordt betrapt, maar eigenlijk gaat het over het verliezen van zekerheden.

Cowboy Guilt klinkt iets luchtiger dan de rest, maar Ferris Wheel  en The Harshest Light zijn doodeerlijke zelfportretten waarbij de muziek klinkt alsof Torres zichzelf spiegelt in het donkere water van een kreekje.

En als we na negen songs te vroeg aan het einde komen, krijgen we nog een acht minuten durend, hartbrekend en breekbaar relaas over adoptie, het verlies van identiteit en de vlucht in drugs als ontsnappingsroute uit angst. Tegelijk is het een ode aan Torres’ moeder.

Onze conclusie kreeg u al in de inleiding en we hebben dan ook enkel nog maar een goede raad: mis de passages van Torres in ons land niet. Je kan haar meemaken op Leffingeleuren en/of in de Beursschouwburg van Brussel op 11 september.

29 juni 2015
Marc Alenus