The Veils - ... And Out Of The Void Came Love
Ba Da Bing
Stel: je zet na twintig jaar met je muzikale kameraden een stapje opzij en besluit om eens solo je ding te gaan doen. Halfweg de wereldtournee, die je onderneemt, laat je jezelf zo stevig op podium gaan op de piano dat je met je brute spel je pols breekt. Toch besluit je om de rest van de tour af te maken, waardoor nadien blijkt dat een polsbeentje compleet afgestorven is. NACHTMERRIE! Dat is wat Finn Andrews van The Veils moest doorstaan. Maar het leidde er ook toe dat we na zeven stille jaren toch een nieuwe plaat van de band krijgen. Zelfs eentje met zwaar doorleefde emoties en waarvan de niet al te complexe melodieën ondergeschikt zijn aan een stevig stuk sfeeromkadering.
Dat laatste moest trouwens ook wel, want Andrews moest eerst de melodieën inzingen, die dan naspelen met de rechterhand, opnemen en tenslotte de linkerhandpartijen (met de rechter gespeeld) toevoegen. Een soort van avantgarde proces, zo blikt de Londenaar er smalend zelf op terug. Eén dat leidde tot tonnen songs, die door producer Tom Healy in een nostalgische christal ballroom werden gekneed tot ‘… And Out Of The Void Came Love’, een folky songwriter-dubbelalbum met zomaar eventjes vijftien songs waarin tijden van onzekerheid, wanhoop en duisternis centraal staan, maar ook het optimisme van een inmiddels geboren dochter en de mooie momenten die zoiets met zich meebrengt.
Wat vooral ook opvalt, naast de voorname rol van piano en de warme vibratostem van de zoon van de XTC-toetsenist, is de grote aandacht voor de strijkarrangementen van componist Victoria Kelly. Gooi daar enkele momenten van lapsteelgitaar of een ietwat roezige productie door en je belandt al snel in een wereldse sound die de ene keer nostalgisch terugblikt naar een band als Sixteen Horsepower, maar een andere keer ook met meer poppy songs knipoogt naar vroege Simple Minds. Weliswaar met een eigen, filmische touch en ruimtelijkheid erbij die ook Tim Burton en David Lynch al wisten te smaken in hun prenten.
‘… And Out Of The Void Came Love’ is dan ook een plaat die in alle gezapigheid met vernuftige, melancholische melodieën erg krachtig overkomt. “And I’m going deep / In the great undertow / And I can’t escape / From the great undertow”, sleept Finn Andrews zich keer op keer doorheen eerste single Undertow. Dat mag zowel stevig rockend, intiem en sfeervol of met de gelaagde productionele psychedelica van reverb en galm. Vooral dat laatste trouwens. De band moest voor het zesde kindje onderdak zoeken bij een nieuwe platenfirma en kwam bij het New Yorkse Ba Da Bing terecht, dat ook Mark Hollis en de Talk Talk-platen opnieuw mocht uitgeven. Zegt dat misschien iets?
Maar wat misschien nog het meest opvalt, is dat waanzinnig songwriterschap. Wat een knallers van liedjes. Stuk voor stuk tonen The Veils zich van de beste en meest beklijvende kant, het misschien noisy, kort spoken word-stuk als Epoch buiten beschouwing gelaten. En ja, natuurlijk is de schwung er halfweg een beetje uit. De frontman roept de aanhoorders vooraf dan ook letterlijk op om in het midden even te pauzeren en een koffie te halen. Want dan kan je gerust weer verder. Om heel bovenstaande diagnose misschien in een kort stuk samen te vatten: dit is de reden waarom wij zo hard van muziek houden.