The Spectors - Ooh Aah Aah

Noisesome Recordings

The Spectors zijn The Spectors niet meer. Of toch?

Ooh Aah Aah

Van de oorspronkelijke line-up van The Spectors blijft alleen frontvrouw Marieke Hutsebaut over. Zij stichtte de band in 2012 die al snel naar het zenit steeg met prima singles als Nico en Dig, beide van de eerste ep. Een jaar later was er al een debuutalbum en bestendigde de band haar succes, maar daarna was het verhaal uit. Geen ‘Neverending Story’ dus, al is dat één van Hutsebauts lievelingsfilms.

Maar Hutsebaut, nochtans een woelwater, bleef er ogenschijnlijk stoïcijns cool onder en, terwijl ze rustig en zelfzeker nieuwe nummers schreef, verzamelde ze met trial en error een nieuwe band rond zich. Die had de start kunnen zijn van een compleet nieuwe sound, maar dat is het niet.

Een paar knipogen maken alvast duidelijk  dat "door vier decennia geïnspireerde popmuziek, bedolven onder shoegaze-gitaren" het ding van The Spectors blijft. Kijk maar naar titels als Leader Of The Pack (The Shangri-La’s) en Be My Baby (The Ronettes), al gaat het hier niet om covers, laat dat duidelijk zijn. Naar andere instrumenten dan gitaar, bas en drums is het speuren (en alleen vinden in When The Morning Falls). Dat komt ervan met een frontvrouw die weet wat ze wil.

Als voorbode van de nieuwe plaat werd openingstrack Borderline de frontlinie in gestuurd. Die begint met de titel van de plaat, een titel die door pa Hutsebaut in een tegelijk poppy als dadaïstisch aandoend lettertype over heel de cover werd uitgesmeerd en dat is passend want zo klinkt de band ook: poppy en tegelijk brutaal en “in your face”.

Veel beter dan Borderline zal het tekstueel noch muzikaal worden op deze plaat, maar ondanks de ontegensprekelijke oorwurmkwaliteiten van deze single moest Hutsebaut ontdekken dat drie jaar in de popwereld een eeuwigheid is. Van het aureool dat rond de band hing, blijft anno 2018 niets meer over en het was opnieuw knokken om aandacht.

Dan maar de meest persoonlijke track op de plaat, Only You de strijd in gestuurd. Een nummer dat, zoals de meeste op de plaat, werd geïnspireerd door de liefde in al zijn facetten, maar meestal de down side. Alleen Dorothy, dat gebaseerd is op 'The Wizard Of Oz', vormt een uitzondering. Ook hier klinkt de band als vintage The Spectors. Weinig verrassend, maar dat zijn onze oude pantoffels ook niet meer en oh boy, wat voelen die lekker vertrouwd.

In interviews vertelde Hutsebaut dat ze met deze plaat vooral de poppy kant van haar band in de verf wilde zetten, maar wat ons vooral opvalt, is dat de bezetting met Ruben Peeters en Filip Hendrickx op gitaar en Davy Vanden Broecke op drums soms potiger klinkt dan de combo met Chalier, Van Den Abbeele en Mannaerts. Misschien is dit te danken aan de meer dynamische mix door Michaeld Badger (The Demon Parade) die ook al werkte voor King Gizzard And The Lizard Wizard.

De mix tussen dromerig en steviger zat op het debuut meer in de nummers vervat. Dit keer is de cohesie veel sterker, maar dat is ook een nadeel. Op de duur lijkt het ene nummer wel heel sterk op het vorige. Gelukkig eindigt de plaat net zo goed als ze begon met Dorothy en de erg leuke bonustrack Clyde & Bonnie; een nummer van een paar jaar geleden dat eerder enkel te streamen was en in een andere bezetting werd opgenomen, maar hier toch meer dan op zijn plaats staat.

The Spectors zijn op de tweede plaat nog altijd als een klauwier: de zang klinkt verleidelijk en lieflijk, maar kom niet te dicht, of dit mooi gebekte vogeltje spietst je aan een doornentak en peuzelt je vandaag of morgen op. Ons zal dat worst wezen, wij zijn een gewillig slachtoffer.

19 april 2018
Marc Alenus