The Raconteurs - Help Us Stranger

Third Man Records

Help Us Stranger

Na een diepe slaap zijn The Raconteurs eindelijk terug wakker geschoten. ‘Help Us Stranger’ is een terugkeer naar de zonnige rock van de sixties en seventies, met riffs à la Led Zeppelin en hooks die van The Beatles zouden kunnen zijn.

 

Elf jaar, zo lang lieten The Raconteurs hun fans wachten. Sinds ‘Consolers Of The Lonely’ werd het al snel stil rond de band. Van Jack White hoorden we natuurlijk op regelmatige basis nieuwe muziek (recent nog de omstreden experimentele plaat ‘Boarding House Reach’), maar het Raconteurs-project leek even doodgebloed. Met ‘Help Us Stranger’ zijn ze nu eindelijk terug. Het album is er eentje dat doet denken aan hun debuut. De heerlijk zonnige gitaarriffs van White en de bedwelmende hooks van Brendan Benson vormen alweer een dodelijke combinatie, maar echt vernieuwend is het niet.

‘Help Us Stranger’ is dus een plaat vol nostalgie, en dat hoor je al van in het begin. Opener Bored And Razed bulkt van de klassieke rock: die klassieke gitaarpluck, het invallen van zachte drums en dan plots de stevige gitaarsolo, het lijkt wel volgens het boekje geschreven. White raast er met zijn gitaar doorheen, enkel in evenwicht gehouden door Bensons kalme beheerstheid. Ook Help Me Stranger is volgens het boekje: het start bedeesd met een bluesachtig stukje, om dan te transformeren tot een energetische gitaarballade die voor uren in je hoofd blijft hangen.

Het Beatles-gevoel breekt dan weer door op Shine The Light On Me, met dat stuk samenzang en de pianoballade die uitgroeit tot een soort gitaaropera (hier en daar proeven we zelfs een vleugje van Queen). Een fantastische throwback naar de “good ol’ times”. Ook bij Hey Gyp, dat als het ware een aanslag op je dansbenen is, worden we teruggekatapulteerd. Vooral die bezwerende mondharmonica en die opzettelijk ruwe vocalen wekken de indruk dat het nummer uit de oude doos is opgevist.

Zo gaat het maar door. Sunday Driver, Live A Lie, What’s Yours Is Mine: het zijn allemaal uitstekende staaltjes rock die lijken aan te sturen op een terugkeer naar de vroege jaren. Uitzondering is Only Child, een uitstekend akoestisch stuk dat gebracht wordt door Benson, maar dat jammer genoeg wat uit de toon valt tussen al die opzwepende rockballades. Ook Somedays haalt wat tempo uit de plaat, maar past desondanks een pak beter bij het geheel dan Only Child door die loeiende elektrische gitaar die hier en daar opduikt.

‘Help Us Stranger’ lijkt in alle opzichten een throwback naar rijke, vervlogen tijden. De plaat boeit en entertaint, maar is nergens vernieuwend. White en co kiezen voor het vertrouwde (ze doen niets wat ze op hun debuut nog niet deden) en laten zo elke vorm van innovatie links liggen. Dat is jammer, want zo wordt de plaat niet meer dan “een goed album”. Misschien wagen ze volgende keer wel de sprong in het onbekende. Binnen elf jaar of zo.

25 juli 2019
Jeroen Poelmans