The Decemberists - As it Ever Was, So It Will Be

YABB

As it Ever Was, So It Will Be

We hebben ze gemist, de donkere verhalen vol dood en verraad, gegoten in zowel opgewekte folkdeuntjes als vreemde songstructuren. Maar ze zijn terug, vrijer dan ooit.

De albumtitel geeft het al weg: op het negende album in tweeëntwintig jaar tijd doen The Decemberists niets nieuws. Driewerf hieperdepiep en een steeds luider hoera! Want we herinneren ons nog altijd de eerste kennismaking met de band. We weten zelfs nog waar we zaten en hoe de opwinding voelde bij het horen van de stem van Colin Meloy en de muziek errond. Toegegeven, over het laatste album, ‘I’ll Be Your Girl’, waren we niet meer zo enthousiast als toen drie jaar eerder ‘What A Terrible World, What A Beautiful World’ uitkwam, maar het goede nieuws is dat de nieuwste zowel qua aantal songs als qua samenstelling eerder lijkt op laatstgenoemd album. Natuurlijk is Meloy nog altijd een meer dan begenadigd verhalenverteller en de band weet je ofwel op het verkeerde been te zetten, ofwel de perfect bijpassende sfeer te creëren bij diens fantasierijke hersenspinsels.

Op de nieuwe plaat, waarop de gebruikelijke verzameling schurken, hulpeloze geliefden en chagrijnige geesten van overledenen rondwaren, zet de band ze bijna allemaal een feesthoed op. En zo kan het gebeuren dat Meloy “The world is all wrong”, zingt, maar je toch een dansje wil placeren op feestelijke opener The Burial Ground.  En als, aan het eind van de song James Mercer (The Shins) mee komt zingen in het koortje, worstelt Meloy nog altijd met “The maladies in my head”. Het huwelijk, dat wordt bezongen in Oh No, mag dan wel eindigen in bloedig geweld, de mariachi-trompetten blijven schetteren en als Magere Hein en de zijnen zielen komen oogsten in The Reapers, worden ze getrakteerd op een ritme waarop het lekker werken is en fladdert een dwarsfluit vrolijk als een leeuwerik over de dodenakker.

Ondertussen komen zowel de folky als de proggy kant van de band langs, waardoor het lijkt alsof het album een verzameling is van nummers die Meloy en co al lang in de schuif hadden liggen en niet gebruikten bij vorige albums. Zo klinkt Long White Veil met de lapsteelcountry als January Hymn van op ‘The King Is Dead’, terwijl William Fitzwilliam teruggrijpt naar het ‘Crane Wife’-tijdperk. Voor de bijna twintig minuten durende afsluiter Joan In The Garden grijpt de band zelfs terug naar de moeilijke conceptplaat ‘The Hazards Of Love’. Het nummer bestaat uit meerdere delen, waarvan het eerste een dikke vijf minuten duurt en zachtjes overgaat van een trage ballade naar een koortsige droom. De song lijkt te gaan over Jeanne D’Arc  en, zoals bekend, werd die op de brandstapel gezet waar ze al biddend stierf. Na tien minuten lijkt de dood in te treden, maar na zestien minuten barst de song onverwachts toch nog eens open in een stevig rockende finale. Ook dit is vintage Decemberists.

Is dit de zwanenzang van de band? Waarschijnlijk niet, want dit is de eerste plaat in eigen beheer. En sowieso horen we nog meer van Meloy, want zijn boek 'Wildwood' wordt een film en hij werkt mee aan de soundtrack. Bovendien werkt hij ook nog aan een musical.

2 juli 2024
Marc Alenus