Shannon Lay - Geist

Sub Pop Records

Geist

Voor veel albums geldt dat je in de juiste mood moet zijn, maar voor deze plaat gaat het dubbel op.

Hoe het met u zit, weten we niet, maar toen wij hoorden dat folkmuzikante Shannon Lay een tarotlezing hield voor vierde album ‘Geist’, krulden onze tenen. Zeker toen ze op haar Patreon de kaart van De Toren toonde. Die zou volgens waarzeggers gewelddadige en destructieve verandering aankondigen. En zie: ‘Geist’ gaat over spirituele verandering.

Zelfs voor lieden als wij, die niet vies zijn van muziek van Linda Perhacs en Indigo Sparke, Brigid Mae Power en aanverwanten, gaat dat iets te ver. We kunnen alleen maar hopen dat het een grappig bedoelde stunt was, al durft Lay af en toe behoorlijk zweverig uit de hoek komen en de repetitieve gitaar werkt vaak als een mantra.

Gelukkig valt er op ‘Geist’ regelmatig echt te genieten. De plaat klinkt als weer een stapje hogerop na het door Ty Segall geproducete ‘August’, al blijft de instrumentatie naar hedendaagse normen nog altijd vrij spaarzaam en moet je nergens gaan zoeken naar virtuoos gespeelde stukken, zelfs niet op de dromerige, instrumentale afsluiter July, waarop het gitaarwerk omgeven wordt door strijkersgordijnen.

Er verschijnen nochtans heel wat illustere gasten op de plaat zoals multi-instrumentalist Ben Boy (Ty Segall en Bonnie ‘Prince’ Billy), bassist Devin Hoff (Sharon Van Etten) en voormalig producer Ty Segall (gitaar op Shores). Sofia Arreguin (Wand) en Aaron Otheim (Heatwarmer, Mega Bog) voegden tot slot toetsen toe.

De plaat start sterk met singles Rare To Wake en A Thread To Find, waarin duidelijk wordt dat de basis van stem en akoestische gitaar, ondanks de bijdragen van de muzikanten centraal blijft staan. Tegelijk bewijst Lay dat ze nog niet verleerd is hoe ze tijdloos klinkende folk moet maken, die door eigenwijze twists toch niet meteen hapklaar is.

Maar het verrassende is dat dit niet eens de beste songs op de plaat zijn. Het gevoelige, met melancholische piano gezegende Sure en het reeds genoemde Shores tillen de plaat nog een paar niveaus hoger en – voor wie van Keltische folk houdt – dat geldt ook voor Awaken And Allow.

Het titelnummer, met de simpele, repetitieve gitaar stelt dan weer teleur. De warme toetsen van de elektrische piano ten spijt voelen we hier telkens weer de aandacht verslappen. Vreemd genoeg is de instrumentale brug nog het spannendste stukje. Die had voor ons langer gemogen.

Lay lijkt de beste pijlen verschoten te hebben, maar weet toch nog één keer in de roos te mikken met Time’s Arrow. Elke keer ze “From here on it’s nothing but a downhill run”, zingt, worden onze ogen vochtig. We weten dat we van elk moment zouden moeten genieten zoals Lay zingt, maar dat is in deze voortjagende wereld zo moeilijk dat nummers als dit bijna ondraaglijk traag lijken.

Om in de sfeer te komen van ‘Geist’ moet je rustig kunnen worden, zoveel is duidelijk. maar eens je in de juiste mood bent en je je kan laten meedrijven, openbaart het de schoonheid.

21 oktober 2021
Marc Alenus