Shannon Lay - Covers Vol. I

Sub Pop Records

Covers Vol. I

Eigenlijk hebben we nooit veel aandacht voor covers. Geef ons maar the real deal. Waarom bijvoorbeeld naar Birdy’s versie van Skinny Love luisteren, als je het origineel van Bon Iver kent? Anderzijds: is er iets mooiers dan een artiest die zo enthousiast is over een liedje van een ander, dat hij / zij het opnieuw onder de aandacht wil brengen?

Na het beluisteren van dit album van de Amerikaanse Shannon Lay zouden we die vraag beantwoorden met: “Niets. Er is niets mooiers.” Maar Lay heeft dan ook een geweldige smaak en is zelf een begenadigd singer-songwriter met een honingzoete stem. Telt dat dan?

Met deze verzameling covers is Lay ook niet aan haar proefstuk toe. Het laatste studioalbum ‘Geist’ bevatte al een schalkse cover van Late Night van Syd Barrett, maar wat ze hier presenteert, is werkelijk snoep voor de oren. Ze brengt prachtige hommages met versies van songs van zowel oude als nieuwe helden en heldinnen en toont in één moeite door wie haar gevormd heeft.

Lay start in eigen stad met een prachtige versie van Angeles van stadsgenoot Elliott Smith, een nummer waar ze naar eigen zeggen heel vaak naar luisterde en dat ze altijd al wou leren spelen. Als je haar nu hoort, lijkt het wel één van haar nummers, zo natuurlijk klinkt het zachte tokkelen. En dan is er nog die geweldige piano-outro van Debbie Neigher! Eentje om te koesteren.

En dat zijn ze eigenlijk allemaal, de negen goudklompjes op deze plaat. Of ze nu uit de sixties komen zoals Jackson C. Franks' vaak gecoverde Blues Run The Game en I’m Set Free van The Velvet Underground, dateren van de seventies zoals Close My Eyes van Arthur Russell, Glow Worms van Vashti Bunyan, From The Morning van de onvermijdelijke Nick Drake en het “specialleke” I Lost Something In The Hills van Sibylle Baier, dat begin jaren zeventig werd opgenomen, maar pas in 2006 werd uitgebracht.

Een paar nummers zijn nog helemaal niet zo oud zoals The Keepers (Ty Segall) en het eerder genoemde Angeles van Elliott Smith, maar ook het verrassende I Am Slow van John Dwyers project OCS (later Thee Oh Sees). Lays verstilde versie van dit vreemde lo-fi nummer dat OCS’ derde album afsloot, wisselt zwangere stiltes af met fladderende reeksen noten die als jonge vogels krassen om de melodie, de moedervogel zeg maar, terug te roepen.

Door wie Shannon Lay gevoed werd, weten we nu, al mogen we, afgaand op de albumtitel, nog een vervolg verwachten. Voor ons mag het zeker, want Lay weet elk nummer dat ze aanpakt met beperkte middelen (gitaar, stem en hier en daar toetsen) een geheel eigen en toch natuurlijk klinkende sound te geven.

Voor 'Geist' moest je rustig worden om in de sfeer te komen, van deze word je het als vanzelf.

23 april 2023
Marc Alenus