Robert Forster - Strawberries
Tapete Records
Met ‘Strawberries’ maakte de Australiër Robert Forster een gevarieerde, maar vooral een heerlijk pretentieloze, negende soloplaat.
Met negenzestig levensjaren, een carrière van bijna een halve eeuw en een pak knappe solo- en bandplaten op de teller, hoeft Robert Forster natuurlijk niets meer te bewijzen. En misschien is net dat wel de sleutel tot het maken van een plaat als deze: als je het allemaal al eens hebt meegemaakt, wanneer niks moet en (je) alles nog kan, dan is al wat er bijkomt pure bonus; voor jezelf en voor de fans. En die laatsten hebben, als u het ons vraagt, weinig reden tot klagen met deze smakelijke ‘Strawberries’.
Natuurlijk is Forster vooral bekend van The Go-Betweens. Deze groep, die hij in 1977 oprichtte met Grant McLennan, was één van die veelbelovende Australische bands die in de jaren tachtig populair werden bij liefhebbers van alternatieve muziek in Europa en in de rest van de wereld. Hoewel ’16 Lovers Lane’, hun zesde plaat, met onder meer Streets Of Your Town en Was There Anything I Could Do?, best wel een succes werd, hielden Forster en McLennan er in 1989 mee op. Elf jaar (en allebei vier soloplaten) later pikten ze de draad weer op. Er volgden nog drie albums, maar sinds de plotse dood van McLennan in 2006 hoort de band jammer genoeg definitief tot het verleden.
Zoals de dood van McLennan nog doorwerkte op Forsters vijfde soloplaat, ‘The Evangelist’, zo hingen ook het overlijden van zijn moeder en de ernstige ziekte van zijn vrouw Karin Bäumler als donkere wolken boven ‘The Candle And The Flame’, de voorganger van deze ‘Strawberries’. Dat die introspectieve plaat ook nog eens gemaakt werd tijdens de onverkwikkelijke COVID-19-periode, was op dat moment zelfs maar bijzaak. Afgaand echter op de luchtige teneur van titelsong Strawberries, een duet met Bäumler en ook het enige nummer dat is “gebaseerd op waar gebeurde feiten”, durven we echter te hopen dat de storm intussen toch geluwd is.
In de meeste andere songs op deze plaat houdt Forster zich op aan de zijlijn. Hij brengt in gedachten mensen met elkaar in contact, en verzint daar dan verhalen bij over onvervulde verlangens en mislukte liefdes. Het enige stel dat er niet al te bekaaid vanaf komt op deze plaat, is dus het echtpaar Forster-Bäumler zelf. Ze hebben samen al zoveel doorgemaakt, zo blijkt uit de bitterzoete tekst, dat wanneer Robert alle vers geplukte aardbeien opeet, Karin dat graag met de mantel der liefde bedekt, zolang ze maar mag meezingen in de bijhorende song natuurlijk.
Forster is nooit de man van veel toeters en bellen geweest. En ook nu weer houdt hij het muzikaal gezien eerder sober. Er was sowieso niet genoeg tijd om het hele adresboekje met muzikale connecties op te bellen, want er werd maar een kleine week uitgetrokken om de acht songs - nagenoeg live – in te blikken in de Ingrid Studios in Stockholm. Björn Yttling van Peter Bjorn and John is daar één van de drijvende krachten en zijn kompaan Peter Morén tekent op ‘Strawberries’ niet alleen voor gitaarpartijen en backing vocals, hij staat tevens in voor de productie en verzamelde ook de Zweedse band die Forster begeleidt.
Opener Tell It Back To Me is meteen een frisse, midtempo janglepopsong met een leuke mondharmonicapartij, maar ook in Good To Cry, aanstekelijke rock-‘n-roll, gemaakt volgens een recept van Nick Lowe, is de sound van wijlen The Go-Betweens nooit ver weg. Breakfast On The Train (een rit met serieus wat oponthoud, blijkbaar, want de song duurt bijna acht minuten) is dan weer meer een verhaal met muzikale begeleiding dan een catchy song. Geen nood, want bij aankomst wachten ons de smakelijke aardbeien uit de tuin van de familie Forster.
All Of The Time is iets steviger werk en gaat richting glamrock. Daarna krijgen we met Such A Shame een mooi opgebouwde, maar allesbehalve naar een dramatische of zwaar op de maag liggende climax toewerkende ballad. De song start sober, met stem en piano, maar wordt even later verder aangevuld met de gitaar van zoon Louis en een stemmig koortje. Het folky, akoestische Foolish I Know wordt opgetuigd met mooie houtblazers, en die duiken ook op in Diamonds. In deze afsluiter, met een niet te missen knipoog naar For What It’s Worth van Buffalo Springfield, worden mooie en ietwat dromerige popsongpassages voortdurend afgelost door brute gitaren en een onstuimige saxofoon in het refrein, maar eindigen doet de song dan toch weer – letterlijk en figuurlijk - in schoonheid.
Fans die de man en zijn oeuvre kennen en koesteren, zullen op deze ‘Strawberries’ niet meteen voor verrassingen komen te staan. Zij weten dat Robert Forster altijd kwaliteit aflevert. En dat is deze keer niet anders. Ook wij vonden Forster voor deze plaat altijd al een fijne, aimabele man. En na deze ‘Strawberries’ vinden we dat nog een tikkeltje meer.