Phosphorescent - C'est La Vie

Dead Oceans

C'est La Vie

Tien jaar lang doolde Matthew Houck onder de artiestennaam Phosphorescent door een leven van opnemen, touren, veel drank en lange nachten. Onder de arm een plaat of vijf waar nauwelijks een haan naar kraaide. Wanneer op het einde van de ‘Here's To Taking It Easy’-tournee zijn relatie op de klippen liep en hij uit zijn appartement in New York werd gezet, besloot Matthew Houck dat het tijd was om het rustiger aan te doen en afstand te nemen van dit turbulente bestaan.

 

Er volgden zeven maanden waarin Houck geen woord meer op papier kreeg en de losse muzikale schetsen, die hij opnam, smeet hij quasi onmiddellijk in de vuilbak. De redding kwam er toen Matthew Houck plotseling, in een vlaag van inspiratie, een song of zes bij elkaar schreef en ‘Muchacho’ als een puzzel in elkaar viel. Het zou Phosphorescents magnus opus worden met als orgelpunt het wondermooie Song For Zula.

Ondertussen zijn we weer vijf jaar later en heeft Houck stabiliteit gevonden in zijn leven. Hij woont met zijn vrouw en kinderen in New York en nam de laatste jaren de tijd om na te denken over het leven. Het resultaat is een plaat geworden die directer en minder melancholisch is dan de voorganger, maar evengoed de kwaliteiten van Matthew Houck als fantastisch songwriter netjes op tafel legt.

C’est La Vie No.2 opent met de zin: “I wrote all night like the fire of my words could burn a hole up to heaven / I don't write all night burning holes up to heaven no more”. We horen een Matthew Houck die terugkijkt op zijn muzikantenbestaan en aanvaarding en omarming laat spreken. Alsof hij wil zeggen “I used to care, but things have changed”. In de titel schuilt daarnaast niet toevallig een verwijzing naar Leonard Cohens Chelsea Hotel No. 2.

Het meest opvallende nummer op ‘C’est La Vie’ moet ongetwijfeld de vooruitgeschoven single New Birth In New England zijn. We krijgen een bijzonder vrolijke Phosphorescent te horen in niets minder dan een uitgespannen popnummer. Zo’n melodietje dat leuk binnenvalt, maar je na twee luisterbeurten al stevige hoofdpijn bezorgt. Al zijn twee luisterbeurten ruim voldoende om ervoor te zorgen dat je voortaan op regelmatige basis “Honey, don’t I know you” loopt te zingen/fluiten/neuriën.

Later op de plaat treedt de eerder typische Phosphorescent-sound meer naar voren. Tekstueel spelen ook de vergankelijkheid van het leven en de dood een rol. “They say that heaven ain't so bad, but for heaven's sake now ain't it sad? / Just what in heaven would I do? / Just walk around and look for you”, zijn toch scherpe lijnen midden in een nummer (My Beautiful Boy) dat zich nestelt als een liefdevolle ode aan zijn zoontje.   

Ook zijn dochter Dove zal niet ontsnappen. “One day my dove will be a dragon / It’s so hard to understand”, zingt Houck in de vocoder op Christmas Down Under: “All dragon wings and dragon fire / Then dragon bones beneath the land.” Rekening houdend met het groeipotentieel van zowat alle nummers op deze plaat willen we deze voorlopig toch als favoriet aanstippen; een song met een melodie die eeuwig blijft cirkelen zoals Max Jury’s Black Metal dat ook doet.

Met de woorden “These rocks, they are heavy / Been carrying em around all my days / I guess I wouldn't have it any other way”, sluit Houck de plaat af. Een plaat die spreekt vanuit het standpunt van een man die kracht heeft geput uit het verleden; een man die bovendien nog lang niet over zijn hoogtepunt heen is. Phosphorescent is een artiest om te koesteren.

Vanavond (23 oktober) is Phosphorescent te gast in de Botanique. Er zijn nog enkele kaartjes over. Waarop wacht u?

23 oktober 2018
Jorik Antonissen