Pale Grey - Waves
Jaune Orange
Vier jaar geleden won Pale Grey onze sympathie met het vriendelijke ‘Best Friends’ en de onsterfelijke clip bij het zomerse Seaside. Dit voorjaar was er dan de ep ‘Ghosts’, een mooi aanloopje naar deze plaat met de should-have-been-wereldhit Billy. En nu is er dan die “moeilijke tweede”.
Amper twee weken nadat gouwgenoten Girls In Hawaii, “de beste plaat van dit jaar, ten zuiden van de taalgrens” uitbrachten ook met een album komen, is strategisch gezien niet zo’n goede zet van Pale Grey of getuigt van een gezonde dosis zelfvertrouwen. Als het dat tweede is, is dat niet eens onterecht. Met opener Billy bewezen de Luikenaars immers een ontzagwekkend talent te hebben voor het schrijven van geweldige songs.
De opener start met de luie zang van Gilles Dewalque, hedendaagse elektronica en grootse, synthetische blazers (denk Warhaus) en heeft een finale, spectaculairder dan het nationale vuurwerk op 21 juli. Dat dit geen grote hit werd, is een schande. Zelfs in Wallonië kwam Billy niet hoger dan de tipparade, maar over een jaar of tien is het wellicht een cultklassieker van de Belpop.
Met Hunter volgt een fraai uitstapje in het Luikse clubleven, al vijlt de zang de rafelige randjes wat van deze song af. En met Loss overheerst het spijtgevoel van de morning after en blijkt de band ook nu weer heerlijk onvoorspelbaar uit verschillende vaatjes te tappen, de ene keer met de nadruk op de elektronica en de andere keer op “echte” instrumenten; een gevolg van de werkwijze van de band waarbij de leden elkaar verrassende wave-files doorstuurden.
Net voor halfweg vind je de parel van de plaat. Late Night is een onwaarschijnlijke cocktail van elektronica, hiphop en folkviolen; een krachttoer waaraan de Franse producer Yann Arnaud (Air, Phoenix,...) de handen wellicht vol heeft gehad, maar die heel goed uitpakt en gerust naast La Tribu De Dana van Manau kan staan.
Het meer introspectieve Ghost kennen we al van de ep en ook de daarop volgende single Blizzard klinkt verleidelijk herkenbaar. Geen wonder dat de Britse site The Line Of Best Fit woorden van lof tekort kwam voor deze veelgelaagde song, die op het album mooi contrasteert met het neo-klassieke, minimalistische Light waarin enkel een piano te horen is en wat vogeltjes op de achtergrond.
Wedden dat de Britten ook dol zullen zijn op Crow? Ook hier buitelen contrasterende genres over elkaar heen om toch weer een mooi geheel te vormen. Van het folky gitaartje over de parlando en de oosterse klanken tot de dromerige koorzang blijft deze song boeien. Dat kan helaas niet gezegd worden van het minder uitgewerkte Seasons en de titeltrack die wat ongemerkt voorbijkomen.
Maar de afsluiter mag er weer wel zijn. Swoon mag dan wel het braafste gelaat tonen van de Luikenaars, de zoete muziek en dito zang doet je wegdromen en is zacht als een kompres op een wonde. “I’m on my way back to the moon / It’s alright / There won’t be no more pain to follow soon”, zingt Dewalque en wij reizen maar wat graag mee door zijn universum op de delicate synthgolven die ons uitgeleide doen.