Motorpsycho - The Tower
Stickman Records
Nieuw volk is ook een nieuwe start. Tenminste voor Motorpsycho, die hiermee nieuwe drummer Tomas Järmyr een vuurdoop hebben gegeven, die verdorie kan tellen.
Het was toch even naar adem happen voor Hans Magnus Ryan en Bent Saether, toen drummer Kenneth Kapstad besloot om de band te verlaten en zich voltijds toe te leggen op Spidergawd. Maar opnieuw moeten starten hoeft duidelijk geen nadeel te zijn. Motorpsycho sloeg keihard terug. En met een dubbelalbum nog wel, waarvan vooral de eerste disc snoeihard toeslaat.
Dat de muziek zo hard is, heeft te maken met de harde tijden. In het stoner-epos Bartok Of The Universe komt de teleurstelling zo bovendrijven: “Brave new world / Much better than this / A conquest of sorrow”. In een wereld van Trumps is het geen pretje om te leven. En als we niet oppassen “We'll be drowning in shit”, klinkt het in A.S.F.E. wat staat voor “A Song For Everyone”. En intussen jakkeren de gitaren maar door zonder omkijken.
In de eerste twee nummers en met name in de opener en titeltrack The Tower wordt er nog gespeeld met ritmes, met ideeën uit het progidioom, maar daar is in A.S.F.E. geen enkele ruimte voor. Hoogstens wordt er doorheen het laatste refrein, dat als een mantra wordt herhaald, nog een verwoede poging gedaan om uit de band te springen.
De plaat is ruiger dan 'Be Here Monsters', maar melodieuzer dan 'Still Life With Eggplant'. Je moet het ding ook met de hoofdtelefoon beluisteren, wil je er alle details uit halen. Maar dan wordt ze meteen gigantisch verslavend. Dan kan je genieten van de simpele schoonheid van de CSNY-stemmen in Stardust, een rust die dan met de afsluiter van deel één In Every Dream Home (There's A Dream Of Something Else) meteen naar de verdommenis wordt geknald en wordt meteen ook de consumptiemaatschappij op de korrel genomen (“Now it's to grab, not to share”).
Deel twee is rustiger, meer bedachtzaam; muzikaal dan toch. The Maypole is de hippiefase van Motorpsycho. En op het vijftien minuten lange A Pacific Sonata nemen ze je mee van de stranden van Malibu naar een soort van Erik Satie-deuntje waarover het duo de gitaren laat uitwaaieren over dat ogenschijnlijk eentonige, maar toch boeiende landschap.
De riffs van The Cuckoo in combinatie met de vocale harmonieën, iets waarin Motorpsycho al jaren excelleert, zijn misschien niet van de origineelste, maar toch weten ze tot je door te dringen. Precies omdat dit trio zo koppig vasthoudt aan de eigen waarden, wars van trends of hypes, maar er ook niet blind voor.
Aanvankelijk hadden wij het gevoel dat Motorpsycho deze keer te veel in de jaren zeventig was blijven steken, maar nadere beluistering wees ons terecht. Dit is psychoprog met de nodige, bijkomende prikken en zijstappen. En dus wisten de Noren toch weer opnieuw te verrassen. Die nieuwe drummer staat trouwens meer dan zijn mannetje.
Motorpsycho speelt op 26 oktober in De Casino en op 29 oktober in de Botanique.