Mick Flannery - Mick Flannery

Warner Music

Mick Flannery

Fan van Damien Rice of Glen Hansard? Dan is Mick Flannery ook iets voor jou. 

Mick Flannery is in Ierland al lang geen onbekende meer. Sinds hij op zijn negentiende de internationale singer-songwritercompetitie in Nashville won, is hij er een vaste waarde. Hier stond hij vorig jaar bovenaan de affiche van Little Waves, waar hij ons hart stal en dit jaar kwam hij met zijn zesde album, opnieuw een verzameling van ongelooflijk mooie songs die meteen goed was voor een nummer één in de Ierse albumchart.

De voormalige steenhouwer, beitelt met woorden en noten songs in de beste singer-songwriterstraditie. En of ze nu autobiografisch zijn of niet: ze zijn stuk voor stuk te teder om onpersoonlijk aan te voelen. Grappig genoeg gaan ze in dit geval bijna zonder uitzondering over een succesvolle muzikant die worstelt met de gevolgen van de roem. Grappig omdat Flannery, ondanks een contract met EMI vanaf zijn debuutplaat, nooit echt de wereldwijde roem kreeg die hij eigenlijk verdiende. Hij noemde de plaat naar zichzelf, maar misschien baseerde hij zich op Kurt Cobain, de man die hem inspireerde om zelf muzikant te worden, toen hij de MTV Unpluggeduitzending met Nirvana zag. We weten allemaal hoe het hem vergaan is.

In opener Wasteland zingt hij hoe hij graag herinnerd wil worden terwijl de violen zwaar aanzwellen en de piano en de drums over elkaar heen buitelen. Hij klinkt een beetje wanhopig, maar wel oprecht. En dat doet hij ook op het meer intieme, met koper versierde Must Be More, een song waarop hij naar zingeving zoekt als was hij Van Morrison. Die zingeving vindt hij op Come Find Me, dat hij samen schreef met Eric Straube en Chris Qualls, maar verder op het album verliest hij weer het noorden in de Springsteenachtige pianoballad Light A Fire en neukt, zuipt en slikt hij er in de naam van rock-‘n-roll op los.

Het is niet de eerste of de laatste keer dat Springsteen als referentie kan dienen. Luister maar naar How I Miss You waarin hij net als de Boss met een paar woorden een hele atmosfeer kan oproepen: “Last night I had a dream, babe/ We were sat between the cars and you were sleeping in my arms/ In the soft red of setting sun on the train back from Dublin.”

Maar Flannery heeft niet alleen een scherpe pen als het op woorden aankomt. Fool bewijst dat hij ook poppy melodieën kan schrijven zonder goedkoop te worden. Als er één song van deze plaat op de radio moet, is het deze wel, maar ook de rest is een streling voor het oor.

Flannery is ondertussen midden de dertig en of hij ooit nog wereldwijd zal doorbreken, is ondertussen twijfelachtig. Anderzijds: ook The National heeft jaren moeten knokken en kijk waar zij nu staan. En hoe dan ook: dit soort tijdloze platen kan Flannery nog maken tot hij ver in de zeventig is. Er wacht ons dus nog veel moois.

17 augustus 2019
Marc Alenus