La Jungle - Blurry Landscapes
Black Basset Records
Stel: je bouwt een kanjer van een live reputatie op – pakweg zo’n dik vijfhonderd energieke liveshows – en gebruikt die om je experimentele studioplaten te promoten. Platen die je met de brede wereld graag onderbrengt in de categorie techno-kraut-trance-noise. En plots komt daar dan zo’n pandemie met bijhorende lockdown op je af, waardoor het concertleven doodvalt. Morsdood. Het verhaal van zowat elke podiumartiest.
Matthieu “Jim” Flasse en Rémi “Roxie” Vernant, ofte La Jungle, gebruikten het om de nooit stilzittende spirit nog extra aan te scherpen en een eigen label op te richten, twee studioplaten op te nemen (‘Fall Of The Aphex’ en ‘Ephemeral Feast’), in live tapes en remixwerk te duiken. Stilzitten, quoi? En nu het “grote” Covidbeest voorgoed overwonnen lijkt, komt La Jungle alweer met een nieuwe, zesde release aandraven.
‘Blurry Landscapes’ ontstond in samenwerking met het Art & Marges Museum uit Brussel dat een tiental namen van straatkunstenaars doorgaf met wie de twee heren contact opnamen. De visuele artiesten mochten een blauwdruk van een nummer kiezen om daar een eigen artwork rond te maken - zie de inhoud van het boekje van deze release. Music and art come together.
En zo mag je de muziek van La Jungle ook best beschouwen: als een kunstvorm. Met live drums, een berg samples en een gitaar waar de gekste geluiden uit komen, bouwt het duo energieke, gekke composities op. Over een pure ritmische opener, die een clicktrack, wekkergetik en rollend floortromdrumwerk combineert, kunnen we ook enkel maar enkele vraagtekens kwijt. Maar de eerste echte song, The Marvelous Forest Of Our Dreams, omschreven we in ons kladschriftje bijvoorbeeld als “psycho-postpunk-tribal-dance-madness” met het oerdrumwerk, stevige metalgitaarwerk en bizarre samples van trompetten en indianenkreten. Iets als een instrumentale Vandal X op E.
Het tempo op deze zesde plaat ligt dus stevig hoog. Wat ook past bij La Jungle met die hippe, blitse en vooral ook grappige constructies. Live ritmes worden geleend uit Afrobeat of andere worldgrooves en dwingen vaak rechtstreeks tot dansen. Samples lijken te zijn gevonden in een heuse geluidsbibliotheek versus speeltuin, al dan niet verrijkt met eigen kreten. En de gitaar wordt de ene keer vervormd tot sitar, dan weer als een galmend progrockinstrument ingezet en een derde keer gebruikt als een kort hakkend surfrockinstrument waaruit vaak de meest grappige dansriffjes weerklinken.
En alsof dat niet volstaat, brengen Jim en Roxie in de drie- tot vier- (éénmalig zelfs zes-)minuten-creaties voortdurend ook nieuwe klanken of ritmische elementen naar voren, zonder het al te druk of dol te maken dan. Een enkele keer mag op dit album ook het ritme even naar beneden, grappig genoeg in Le Chemin Rapide, dat meer als een soort van trage, psychedelische mantra klinkt.
Aan kunst, gekte en dansplezier dus weer geen gebrek op deze nieuwe La Jungle. Toch eens benieuwd wat de heren nog allemaal zoal uit de toverhoed halen. Oh ja, en de live sneltrein raast inmiddels natuurlijk ook weer heerlijk voort. On nage en plein délire.