Kim Deal - Nobody Loves You More
4AD
Het voelde vreemd om het afgelopen decennium Pixies te zien terugkeren op het toneel zonder Kim Deal, de sympathieke bassiste die meezong en een boegbeeld was voor de alternatieve rock van de late jaren tachtig. Maar alles went en Deal zette ondertussen die andere legendarische band The Breeders terug in de spotlight. En na een serie 7-inches van alweer heel wat jaren terug is er nu ook een eerste volwaardige soloplaat, 'Nobody Loves You More'. De vooruitgestuurde singles lieten al een bijzonder divers geluid horen. Daar moeten we eens op inzoomen.
De elf nummers op het album zijn niet allemaal op het zelfde moment geschreven en opgenomen. Enkele daarvan verschenen lang geleden al in een andere versie. Naar goed gebruik verschilt dit solowerk aanzienlijk van het geluid dat we van haar kennen. Een nummer a la Cannonball van The Breeders staat er niet op. Wel is het voor fans van die laatste band leuk dat tweelingzus Kelly op veel van de liedjes meedoet. Onder de personen uit Deals muzikale verleden, die bijdragen hebben geleverd, schittert ook haar eerder dit jaar overleden goede vriend, producer Steve Albini.
Wie de singles nog niet gehoord heeft, zal in de verzameling aan stijlen het ultra-elektronische Crystal Breath meteen opmerken. In het nummer, waar de typische alternative rock veelal als een soort samples tot je komt, is het of ze zingt: “Pigs gonna lead us”, hoewel het wel degelijk over “beats" gaat. Die modernere sferen keren elders op het album nog terug, maar zijn niet dominant.
Het meest opvallend is de reeks nummers met een jazz-achtige ondergrond. Een soort bossanova's met relatief veel blazers waar zangers als Alex Turner en Maarten Devoldere lekker op zouden croonen. Maar Deal weet de doorgaans schelle stem zo in kracht en volume aan te passen zodat er een sfeervol geheel ontstaat. Het meest betekenisvolle voorbeeld daarvan is Are You Mine, een gevoelige ballad over haar met dementie kampende moeder.
De toon op 'Nobody Loves You More', zowel in muziek als in tekst, is over het algemeen serieus, maar vaak eerder lief dan ernstig. “I don't know where I am, and I don't care. I just stop at the sight of you”, klinkt het in het titelnummer. Het zachte karakter klinkt zelfs door in nummers met hardere gitaren als Disobedience. Dat brengt ons aan het andere uiterste van de plaat: het ruwere experiment. Big Ben Beat is met weer die scherpe beats, knarsende gitaren en een half geslaagde poging tot rappen niet per se een liedje voor de koffie. Maar het leuke van het experiment is dat bij het beluisteren van het hele album alle extremen hun plaats lijken te hebben gevonden. Zelfs het traditionelere slotnummer A Good Time Pushed, dat als losse single nog een beetje als verdwaald klonk, blijkt hier mooi in het totaal te passen.
Zo is het een plaat vol verrassingen geworden. Het was waarschijnlijk tijd om Kim Deal ook in deze gedaante te leren kennen. De Pixies-tijd lijkt nu verder weg dan ooit. En eigenlijk is dat niet eens zo erg.