Johnny Dowd - Is Heaven Real?
Brightspark Records
“Probably one of the happiest weeks of life. (At least that I can remember)”, schrijft Johnny Dowd over de opnames van deze plaat. En dat is er misschien wel aan te horen. Ook al gaat de plaat gebukt onder de blues. Nu gebukt... het is niet zo dat de oude, stramme rug niet wordt gerecht. Integendeel.
Het tempo van de plaat ligt niet erg hoog, maar geef ze enkele beurten de kans om door te dringen en je zal versteld staan van de humor en muzikaliteit, die erin verstopt zit. Want waar Johnny Dowd zich op de vorige platen verplicht zag meerwaarde te zoeken in eenvoud, heeft hij hier de kans gegrepen om met een volledige band plus extra's uit te pakken.
Dat betekent dan dat de muziek zich op deze plaat niet beperkt tot gitaar, bas en drums, maar vaak veel verder gaat. Luister bijvoorbeeld naar Ice Pick, waarin de blazers een prominente plaats krijgen. Om nog te zwijgen van Pillow, dat teruggrijpt naar de frivole twenties met piano, hout- en andere blazers (vergeef ons de onwetendheid) en eenoverdaad aan cimbalen. Niet alleen wordt je er koud door gepakt, maar tegelijk ben je gecharmeerd dat deze oude rakker nooit stopt met je versteld te doen staan. Plak er een stomme film onder en het valt niet eens uit de toon.
Oh jawel, Dowds stem is niet meer wat ze geweest is, maar uiteindelijk draagt dat enkel bij tot de kracht van deze songs. Het verbaast ons alvast niet dat de man zich hiermee rot geamuseerd heeft. Hij weet nog steeds bijzonder goed wat hij wil en dat komt hier perfect naar voor.
En dan zijn er nog de teksten in songs als LSD, waarin je de pepmiddelen niet enkel in de tekst hoort doorschemeren, maar ook door de muziek hoort dwalen, naarmate de trip vordert. “Psychedelics made a man of me”, zingt hij en het zou geen kat verbazen, mocht het zo zijn. Meer nog, het zou eerder verwonderen, als het niet zo zou zijn. En de plaat zit vol van dit soort ernstige grapjes.
Dat tegenover zijn roestige stem in enkele songs (Ice Pick, Fire And Dust) ook nog een lieflijke damesstem staat, geeft de plaat nog meer cachet. En dat alles is dan gedrenkt in dat heerlijke zuiderse slang, dat aanvankelijk enige gewenning vraagt, maar uiteindelijk zo charmant wordt.
Het leek haast niet mogelijk, maar het ziet ernaar uit dat Johnny Dowd zichzelf weer eens overtroffen heeft met deze fantastische plaat, die toch laat blijken dat er nog steeds leven zit in de blues en andere vergeten armen van de grote rock-'n-roll-boom. En dat net hij dat voor elkaar krijgt, maakt het nog mooier.
Je kan Johnny Dowd volgend jaar hier aan het werk zien:
18/3 - Boegie Woegie, Menen
20/3 – Willem Twee Toonzaal, 's-Hertogenbosch
21/3 – Poppodium Iduna, Drachten
22/3 – Luxor Live, Arnhem
23/3 – TivoliVredenburg, Utrecht
29/3 – Djingel Djangel, Antwerpen
30/3 – Roodkapje, Rotterdam