Jess Williamson - Sorceress

Mexican Summer

Sorceress

Jess Williamson is dan wel geen toverheks, maar toch betoverde ze ons met haar vierde album.

De Amerikaanse folkartieste Jess Williamson is met ‘Sorceress’ niet aan haar proefstuk toe en dat hoor je. De sound evolueerde op dit vierde album naar iets wat verder gaat dan haar oorspronkelijke countrygeluid. Komt het door haar verhuis van Dallas naar L.A. of omdat ze deze plaat grotendeels componeerde op piano en omnichord? Wie zal het zeggen, maar er sloop lekker wat “breezy West Coast-pscychedelica” in. 

Meer waarschijnlijk is Williamson gewoon een kind van deze verwarrende tijd waarin mensen temidden van de chaos op zoek gaan naar een ontsnappingsroute. Dat merk je ook aan de teksten waarin ze reflecteert op haar vrouwelijkheid, het streven naar perfectie, sociale media, onverteerd verlies, het kapitalisme en natuurlijk de liefde, het meest verwarrende van alles.

Opener Smoke behandelt dat laatste thema en zet meteen de toon. De dreigende countryrocker sleurt je zo de plaat in, zoals goede openers doen, maar meteen ligt de lat ook erg hoog en daar kunnen de vogels uit As The Birds Are niet over. Dit lieflijke liedje met zachte synths en lapsteel over Williamsons vrouwelijkheid is wel persoonlijk, maar muzikaal en structureel niet zo sterk als de opener.

Ook persoonlijk en een pak sterker is Wind On Tin, de single die de eerste voorbode van de plaat was. De song gaat over een vreemd fluitgeluid dat Williamson hoorde op de begrafenis van een vriend. Het geluid was onbeschrijflijk mooi en hemels “Was it the angels singing just for us / or is that what the wind out here does on tin?” vraag ze zich af om dan te concluderen: “I heard God.”

De titeltrack is ook één van de hoogtepunten van de plaat. Nochtans bevat die dezelfde ingrediënten als As The Birds Are. Dat de mayonaise hier wel pakt heeft veel te maken met de sterkere zang, de speelse elementen zoals tjirpende krekels en de slepende, maar mooie melodie van het nummer.

Ook Infinite Scroll heeft zo’n mooie melodie en bevat een hemelse toetsenpartij waardoor het niveau nog altijd erg hoog blijft. Daarna treed enige gewenning op en kabbelen de meeste nummers vrij onopgemerkt voorbij. Normaal gezien staan in het midden van een plaat de sterkste songs, maar Loves Not Hard To Find lijkt een liefdesliedje van dertien in een dozijn en ook How Ya Lonesome maakt weinig indruk.

Eigenlijk is het pas vanaf Ponies In Town dat we terug bij de les geroepen worden. Plots klinkt Williamson terug meer nabij. En uit de zin “Am I aging well? / Or am I just an aging well”, klinkt zoveel twijfel dat we als een nobel ridder het paard spoorslags in haar richting willen sturen om haar te troosten. Tot we plots betoverd worden door een houtblazer en tsjilpende vogeltjes.

Ook het afsluitende duo, Harm Non, met dat warme Hammondorgel en de slepende lapsteel en de speciale, triomfantelijke afsluiter Gulf Of Mexico, met de uitnodigende openingszin “Everybody is pissed and naked at the Gulf of Mexico”, zijn een feest voor het oor.

Wie ook op het vierde album blijft evolueren en boeien, mag stilaan tot de groten gerekend worden. Helaas zal het nog wel een tijdje duren eer Williamson nog eens live in onze contreien te bewonderen zal zijn.

16 mei 2020
Marc Alenus