Hinds - The Prettiest Curse

Mom & Pop Music

The Prettiest Curse

2020 is halfweg en we kunnen ons moeilijk van de indruk ontdoen dat de vier ruiters van de apocalyps nog net de veters aan het strikken zijn vooraleer ze hun ros bestijgen. Gen Z, met Billie Eilish als boegbeeld, lijkt op te staan als de meest ernstige, geëngageerde, en depressieve generatie ooit. Niet-ironische, naïeve, vrolijke indieplaten, is daar nog plaats voor?

 

Als je het aan de vrouwen van Hinds vraagt: zeker en vast! Na de opzwepende rammelrock van ‘Leave Me Alone’ (2016) en ‘I Don’t Run’ (2018) krijgen we dit jaar ‘The Prettiest Curse’ op het bord. Voor het eerst is de plaat niet op een drafje tijdens een tour opgenomen: Hinds trok naar Londen en New York, nam producer Jenn Decilveo (bekend van werk met onder andere Beth Ditto en Bat for Lashes) onder de arm en trok tijd uit om de muzikale horizonten te verruimen. "For the first time, we had time to sit down and not rush […] and think not only ‘What do we want to tell to the world,’ but how we want to tell it.”

Het resultaat mag er zijn. Waar de vorige albums nog een weerslag zijn van de euforische maar rammelende live shows, is de productie hier gelikter, de mix evenwichtiger en komen er zelfs voor het eerst keyboards aan te pas. Frontvrouwen Ana Garcia Perrote en Carlotta Cosials rollen als vanouds lyrisch over elkaar heen, schreeuwen elkaar in de refreinen naar nieuwe hoogten, en mikken er te gepasten tijde een rake gitaarsolo tegenaan.  

Opener Good Bad Times groovet alsof Kevin Parker ermee gemoeid is. En Ade Martin zet de glansrol op bas voort op Just Like Kids (Miau), waarin Ana en Carlotta afrekenen met de neerbuigende reacties waarmee je als vrouw in de muziekwereld nog al te vaak wordt geconfronteerd.

Riding Solo werd vooruitgeschoven als eerste single en toont zich daartoe waardig met een meebrulbaar refrein van jewelste. Qua levensstijl is er voor de bandleden blijkbaar weinig veranderd de voorbije jaren: ze bezingen nog steeds het nomadenbestaan van een muzikant en vooral de beslommeringen in hun liefdesleven die daarmee gepaard gaan. In het ecstatische Boy klinkt het nog: “All I want is my boy”, maar meteen daarna is het al van Come Back And Love Me <3< em="">, een zeldzame keer waar Garcia Perrote en Cosials zich kwetsbaar opstellen. Het levert in ieder geval een fraaie, ingetogen ballade op.

Lang wordt er niet getreurd. In het schreeuwerige Burn jakkeren de dames weer aan een stevig tempo verder. Met tequila shots als brandstof: “Take my heart ‘cause I don’t want it / Teach me how to feel without it.” Rockers naar ons hart, die branden.

Na het dromerige, post-coïtaal klinkende This Moment Forever tikt de plaat af op iets meer dan dertig minuten. Meer heeft Hinds niet nodig om ons ervan te overtuigen dat ze hiermee het sterkste werk tot nu toe hebben afgeleverd. 

9 juli 2020
Andreas Hooftman