Head Full Of Flames - War Times
Munich Records
De mot zat er in, in Head Full Of Flames. Hun mede door ons bejubelde ‘Seven Song’-ep uit 2012 opende ondanks alles niet de juiste deuren en het eerste album bleef in de schuif liggen. Tot nu.
Dit album is eigenlijk al twee jaar af. Dat het pas nu het daglicht zag, heeft vele redenen waar we hier niet langer bij stil wensen te staan. Dat was dan, en dit is nu, of zoiets. Waarom ook kniezen bij een plaatje dat zowel het troosteloze, natte voorjaar, de zwoele zomer, de heerlijke indian summer als de donkere herfst van dat jaar in zich draagt.
Head Full Of Flames, dat is nog altijd de klassiek geschoolde gitaristen Sim Van Thienen en Jan Evenepoel, drumster Lotte De Troyer en PJ Seaux (van welke Hydrogen Sea kennen we die nu ook alweer?), maar ze krijgen op dit album ook versterking van Frederik Martens, die het machtig mooie wiegelied We Might van wat breekbare piano komt voorzien. Op datzelfde nummer speelt ook Peter Delannoye mee. Hij laat zijn trombone glijden over de minimalistische tekst, de zacht tokkelende gitaren en de spaarzame pianotoetsen.
Schoon, vrouwelijk volk is er in de persoon van Annelies Van Gramberen die de helft van de songs van achtergrondzang mag voorzien. Op één van de hoogtepunten, Brothers, is ook zus Astrid te horen in dezelfde rol, die van achtergrondzangeres dus. Maar het is hier die “zuster van een andere moeder”, Lotte De Troyer die de aandacht opeist met de subtiele en toch speelse percussie die ze onder de tranceverwekkende zang van Van Thienen schuift.
Die beweerde ooit in een interview geen dichter te zijn, maar de teksten op dit album lijken dat tegen te spreken. Het is nooit helemaal duidelijk waar hij het over heeft, maar hij zet wel je fantasie aan het werk en zijn zang lijkt zeer organisch omdat er geen enkel woord, geen enkele lettergreep zelfs, te veel of te weinig is.
En hoewel de meeste songs het best passen bij beslagen ruiten en donkere plassen in de straat, is er aan het eind ook plaats voor wat zonneschijn. Het vrolijk jazzy Poolhouse heeft hetzelfde thema als Ik Hou Van Alle Vrouwen van Hans de Booij, maar is honderd keer meer subtiel en nog eens zoveel keer leuker en herkenbaarder, want welke jongen heeft nooit stiekem naar de meisjes gegluurd aan het zwembad.
En ook Lonely Boy draagt ondanks de titel wat zomer in zich. Je hoort onder de hoofdtelefoon immers constant het touw van een schommel kraken. Dat feit alleen zorgt ook voor een flinke dosis melancholie en geeft de song iets filmisch. We zien een nietsvermoedende jongen schommelen, de zon in de blonde haren. Alleen de man achter hem, die hem duwt, weet welke hartenpijn zijn jongen allemaal nog te wachten staat. Maar maak er gerust je eigen film bij.
Fans van Isbells of Mad About Mountains zullen aan dit album veel plezier beleven.