Hamish Hawk - A Firmer Hand
Post Electric
De dark room in met een geniale woordkunstenaar en openhartige Schotse muzikant. Het is eens iets anders.
Zou Hamish Hawk de zoon zijn van een smid? Hij kent alleszins het spreekwoord “Het ijzer smeden terwijl het heet is". Amper drie jaar geleden kwam hij op onze radar met het geweldige, met ongelooflijk veel Brits flegma gezegende The Mauritian Badminton Doubles Champion, 1973 en het daarop volgende album ‘Heavy Elevator’. “Heavy” was dat laatste album allerminst. Wel avontuurlijk, fris en getuigend van enorm veel talent. We voorspelden Hawk meteen een mooie toekomst. En die voorspelling kwam uit. Hij wist steeds meer aandacht en publiek te trekken dankzij opvolger ‘Angel Numbers’.
En nu is er een derde album op even veel jaar tijd. En Hawk surft nog altijd met volle rugwind vooruit, ook al houdt hij zich op deze plaat vaak schuil in de donkere hoeken van een homobar. Muzikaal dan toch, want de teksten laten geen twijfel over zijn zieleroerselen. Het barokke, dat de vorige twee platen kenmerkte, is grotendeels weg. De plaat is meer Scott Walker dan Morrissey ditmaal. Ook de frisheid en branie van de vorige twee platen is zo goed als verdwenen nu er nog meer dan voorheen geput wordt uit het muzikale vaatje van de jaren tachtig. Catterpillar op ‘Heavy Elevator’ was al postpunk en de schaduw van bands als Comsat Angels en The Chameleons hing ook al over nogal wat songs op ‘Angel Numbers’, maar is hier nog meer aanwezig.
Toch dragen nummers als Big Cat Tattoos, Men Like Wire en Nancy Dearest een sterke “sense of urgency” in zich. Wellicht omdat de plaat live in de studio werd opgenomen. Ze lijken prima geschikt voor de grotere zalen die beginnen vol te lopen voor de band. Andere nummers zoals Christopher St. en Questionable Hit, houden dan weer de plaat in evenwicht met het meer bedachtzame karakter.
De memorabele teksten zijn gelukkig wel gebleven. Ze staan bol van referenties naar kolonel Tom Parker, Machiavelli, Shakespeare, Jacques Brel, Frankie Valli, het oude Rome en de Moray-kust, waarbij de thema’s samengevat kunnen worden als mannelijkheid, relaties, seks, sterfelijkheid, schuldgevoelens, eenzaamheid en afwijzing. De humor, die vroegere teksten lucht gaf, lijkt hier dan weer een tikkeltje bitter geworden.
Bovenstaande vaststellingen duiken al meteen op bij de eerste zin van opener Juliet As Epithet: "He said, "Death-wise I wanna be cremated' / I said, 'That sounds like something the Ramones—' / And then I hesitated 'cause I can't think of anything.” Hij grijpt meteen de aandacht, ook al is hij doordrenkt van twijfel.
Hawk lijkt zich sterk bewust van zijn sterfelijkheid. In Milk An Ending zegt hij dat hij aan een negende leven bezig is. Hij wil zich niet meer verliezen in oppervlakkige relaties, noch in halfslachtige nummers, zo lijkt het, want dit is één van de beste songs op de plaat samen met The Hard Won dat hijzelf een soort van verontschuldiging noemt. Een toepasselijke afsluiter dus, al hoeft Hamish Hawk zich allerminst te schamen voor deze plaat.