Haley Heynderickx - Seed Of A Seed
Mama Bird Recordings
Terwijl de superrijken, Elon Musk op kop, klaar zijn om met Donald Trump de zakken nog dieper te maken dan ze al zijn, is er onder de jeugd een tegenbeweging op gang gekomen die, hoezeer de ecomodernisten het ook betreuren, zweert bij degrowth. In de jaren zeventig heette dat hier al Anders Gaan Leven. En ook al brak die beweging echt nooit helemaal door naar de mainstream, toch bleef ze ondergronds levend. Als een klein zaadje, wachtend op de ideale omstandigheden om weer uit te schieten.
Muzikaal heeft deze beweging sinds de jaren zestig ook een stem in de muziek. De hippies van weleer zijn nu bijna allemaal deftige boomers, al zijn er ook nog overlevers. Zoals Roland Van Campenhout hier bij ons en de nu drieëntachtigjarige Tucker Zimmerman, die dankzij Big Thief nu eindelijk de pensioenrekening een beetje gespekt ziet. Dat hedendaagse singer-songwriters en folkartiesten zoals Big Thief aan hen nog altijd een voorbeeld nemen, kan verbazen, maar misschien hebben zij al door wat anderen pas ontdekken op het sterfbed: continu materieel genot nastreven maakt niet gelukkig.
Ook Haley Heynderickx lijkt zo’n wijze, oude ziel in een jong lichaam. In 2018 bracht ze, op haar zesentwintigste, de debuutplaat ‘I Need To Start A Garden’ uit. Nu, pas zes jaar later, komt ze met het vervolg. De tuin werd de ruimere natuur, maar ook al komt ze live altijd heel zen over, ze blijft worstelen met de verlokkingen van deze tijd. Ze besefte al jong dat verbinding met de natuur het perfecte tegengif was voor de oppervlakkige schittering van het kapitalistische consumentisme, maar bekent dat het haar ook vaak moeite kost om te weerstaan.
Die gespletenheid komt meteen en het duidelijkst naar voor in Gemini, waarin ze haarfijn en op poëtische wijze die innerlijke strijd beschrijft en ze zich met een langgerekte kreet ontworstelt aan de gsm, als ze paarse klaver ziet in de berm. Maar ook als ze vingerhoedskruid plukt in het uptempo Foxglove, vraagt ze zich af: “Tell me truly what is your dream? / Tell me truly, is it the city life?” Haar droom is het alvast niet. Ze droomt van een rustig leven, net zoals haar ouders er ooit één probeerden op te bouwen, zoals blijkt uit Need Of A Seed.
En zo klinkt de plaat ook. Centraal staan Heynderickx’ stem en akoestische gitaar met metalen snaren, waaraan ze schijnbaar moeiteloos, net als John Fahey destijds, complexe melodieën ontlokt, soms ondersteund door trombone (Denzel Mendoza), elektrische tenorgitaar (William Seiji Marsh) of cello (Caleigh Drane). Niets vernieuwends, maar de tijd overstijgend zoals de mammoetbomen waarmee ze graag eens zou praten, zoals ze zingt in Redwood (Anxious God). Ze zou hen raad willen vragen, want antwoorden heeft ze nog steeds niet, ook al klinkt ze zelfverzekerder dan op ‘I Need To Start A Garden’. Wel heeft ze veel vragen, zoals blijkt uit het drie jaar oude Swoop: “Is there an artistry to feeling this way? / Is there an artistry in the day to day to day to day?”
Op die vragen kennen wij na deze plaat wel het antwoord: volmondig ja! Wat Heynderickx hier aflevert, is duidelijk een kunstwerk van een schoonheid die ook in de natuur kan teruggevonden worden. Een perfect gepolijste steen in een rivierbedding, de schittering in de vleugels van een kolibrie of ijsvogel, de perfect gevormde ringen van een veelgelaagde ui.