Doghouse Sam & his Magnatones - Gone Too Long
Eigen beheer
Als een ritje in een snelle achtbaan op de kermis - zo valt ‘Gone Too Long’ van Doghouse Sam & his Magnatones nog het best te omschrijven. Je stapt in, schiet voor je goed en wel neerzit met een stevige schok vooruit, en in een vingerknip is het alweer voorbij. Maar sjongejonge, wat hebben we gekird van plezier tijdens die dollemansrit!
De man die aan de knoppen zit van deze attractie is Wouter Celis, een eerzame burger met een fatsoenlijke job, die na de kantooruren van de ketting mag om de mensheid verstrooiing te bieden met zijn opwindende rock-n’-roll en (rhythm-and-)blues. Dat deed hij vroeger al bij de Rhythm Bombs, en sinds 2011 met zijn eigen Doghouse Sam & his Magnatones. Met deze band bracht hij onlangs ‘Gone Too Long’ uit, en veel toepasselijker kan een albumtitel moeilijk zijn: tussen deze vierde plaat en voorganger ‘Going Places’ gaapt immers een gat van zomaar zeven jaar.
Nochtans namen Doghouse Sam & his Magnatones bij de oprichting een vliegende start. In 2012 al verscheen debuut ‘Buddha Blue’, twee jaar later gevolgd door ‘Knock Knock’. 2017 was een productief jaar, met behalve de ep ‘A Doghouse Tribute To The Blues Greats’ (in beperkte oplage verschenen op vinyl) ook album nummer drie, ‘Going Places’. Tussendoor won het trio de Belgian Blues Challenge, en kaapten ze de tweede plaats weg op de European Blues Challenge. Niks leek deze roetsjbaan dus te zullen stoppen, tot een pandemie de boel lamlegde en ook Doghouse Sam en zijn kornuiten lange tijd niet onder de ophokplicht uit konden.
Maar ook toen het leven zich weer op gang trok, bleef het nog een tijd stil rond de band. Pas in 2023 staken Doghouse Sam & his Magnatones de snuit weer aan het venster, met nog steeds Wouter Celis (zang, mondharmonica, gitaar) aan het roer en met Frankie Gomez op drums, maar met een nieuwe contrabassist. Net vóór corona de pauzeknop indrukte was Martijn Ubaghs zijn voorganger Jack O Roonie al komen aflossen, maar hij moest dus nog even wachten voor hij met de band naar buiten mocht.
De fans sloten de band snel weer in de armen. Bovendien sleepte Celis op de Belgian Blues Awards in 2024 niet alleen een nominatie in de wacht in de categorie beste vocalist, hij wist die meteen ook te verzilveren. Een nieuwe plaat mocht dus niet te lang op zich laten wachten, en afgelopen zomer kampeerde het drietal, omringd door opnameapparatuur (weinig meer dan acht microfoons), een week lang in Celis’ keuken. Een exclusief onderonsje werd het niet, want ook souschefs Bart Vervaecke (pedalsteel), Bas Janssen (orgel, piano) en Eefje Wouters (backing vocals) kwamen af en toe mee in de potten roeren.
Het doel was een eerlijke, authentieke plaat maken die de spirit en de ongedwongen, niks-moet-alles-mag-ingesteldheid van hun optredens weet te vatten. Daar zijn Doghouse Sam & his Magnatons met brio in geslaagd. De drie trokken niet met een verzameling netjes afgewerkte en braafjes ingestudeerde songs een dure studio in, maar wilden vooral hun sterktes als liveband in de verf zitten door af en toe dingen aan het toeval – lees: hun muzikale intuïtie - over te laten, elkaar net zoals op het podium uit te dagen en de rekbaarheid van hun songs en hun geliefkoosde rootsgenres uit te testen.
Van bij de eerste tel geeft de band van jetje. De pure rock-‘n-roll van opener en titeltrack Gone Too Long klinkt echt wel als thuiskomen na veel te lang te zijn weggeweest, maar is niet de enige song die alludeert op de lange break van de band. The Other Side – heerlijke, opzwepende cowpunk – verwijst eveneens naar die “andere”, donkere kant waar de band zich enkele jaren noodgedwongen ophield, terwijl ook de erg mooie countrysong Time Well Spent terugblikt op die periode en tegelijk meegeeft dat de groep zelf er niet per se slechter van geworden is.
In net geen veertien minuten raast de eerste plaathelft voorbij, met dus behalve de titeltrack en The Other Side ook nog de oppeppende swingblues van I’ll Take It, de vu(r)ige boogieblues van Shakey Situation en de vinnige rhythm-and-blues van Nobody Else Around. Maar ook nadat Time Well Spent voor een - relatief – rustmoment zorgt, gaat het tempo weer omhoog met de onweerstaanbare rock-‘n-roll van The Boogaa Hoogaa, een nummer dat sméékt om een nieuwe dansrage (maar waarbij we nu al visioenen krijgen van zatte nonkels en tantes die op een trouwfeest Hucklebuckgewijs hun heup uit de kom dansen). Dat het even overtuigende en catchy Good Lookin’ Woman het hierna aan een iets gezapiger tempo doet, is begrijpelijk, want een knappe vrouw verover je natuurlijk niet stormenderhand, in een wip. Ook heel sterk zijn de trage, vettige blues van Low Down Dog, en de afsluitende instrumental Stompin’, waarin Celis teruggrijpt naar de mondharmonica, zijn eerste muzikale liefde.
Missie meer dan geslaagd dus: ‘Gone Too Long’ klinkt niet alleen gevarieerder dan zijn voorgangers, de nummers zijn ook sterker dan ooit én de band speelt ook als een hechte, niet te ontwrichten eenheid. Straffe kost!