Cool Ghouls - At George's Zoo

Melodic

At George's Zoo

We waren al gevallen voor 'Animal Races' en doen dat in het kwadraat voor deze plaat.

Belangrijk voor ons is alvast dat ze het gevoel voor humor nog niet verloren zijn. Want je gaat ons niet wijsmaken dat die belletjes aan het begin van opener It's Over – de titel voor de opener alleen al – daar toevallig zijn beland. Aanvankelijk heeft het nummer dus een zekere vage yogawaas over zich heen hangen. De samenzang is er nog altijd, zoals dat ook al op 'Animal Races' was. En maar goed ook, want net dat was – in onze ogen althans – één van de aantrekkingspolen van deze groep. Trouwens, we hebben nog altijd geen enkel idee waar die titel op slaat.

Cool Ghouls zijn opgeschoven. Van The Byrds richting The Beach Boys (check Flying). Maar tegelijkertijd zijn dit nog steeds onmiskenbaar Cool Ghouls. Dat wil zeggen: de psychedelische ondertoon is gebleven. Het ene nummer rockt dus iets meer dan het andere. Dat ze zelf ook refereren aan The Stooges is helemaal zo gek nog niet, want in datzelfde Flying zit evengoed een heerlijke warped gitaarsolo.

En wie dan denkt dat we uitgepraat zijn, heeft het volledig bij het verkeerde eind. Want dan is daar plotseling een ballade. Jawel, een ballade. En niet zomaar één, maar eentje waardoor wij omver werden geblazen. Want How Free heeft alles wat een goede ballade moet hebben zonder klef te worden. Ongetwijfeld zit ook hierbij weer de tong in de wang, maar desondanks blijft dit bijzonder mooi.

Prachtig is ook een song als The Way I Made You Cry, waarin zowat alles zit wat Cool Ghouls tot Cool Ghouls maakt. Zang in laagjes op de juiste plaatsen, een puike piano en subtiele blazers, die nergens gaan overheersen, maar juist bijdragen tot het lied. Het retro-aspect (dat trouwens over alle platen van deze band hangt) maakt het helemaal af.

En net als je met zo'n domme glimlach op je aangezicht bent weggezakt in je luie zetel, schudt 26th St. Blues je wakker met een venijnige por en bijhorende bluesrockgitaren. Want psychedelica is nog steeds belangrijk voor deze band. Dat wordt dan trouwens meteen doorgetrokken in de gitaarsolo van Surfboard (jawel, daar heb je The Beach Boys ook weer).

Het is een beetje jammer dat de plaat een beetje aan spankracht verliest naar het einde toe. Maar misschien heeft dat te maken met het feit dat er zowaar vijftien nummers op de langspeler staan. (Ze hadden er trouwens zevenentwintig geschreven). Het zou ook kunnen dat onze aandachtsspanne het zo lang niet uithoudt. Maar dat neemt niet weg dat we dit album zullen koesteren. En blijven koesteren.

5 maart 2021
Patrick Van Gestel