Connie Constance - English Rose
Universal Music Group
Wie tegelijk feministisch, zwart, overtuigd Brits en maatschappijkritisch is, zou wel eens een saaie of overladen plaat kunnen afleveren. Niets van dat alles bij Connie Constance.
Connie Constance dook zo’n vier jaar geleden op in de Londense muziekscene, maar ze heeft zich niet geforceerd. Een debuutplaat is er nu pas en daarmee raakt ze een aantal gevoelige snaren, maar blijft ze weg van grote uitspraken. De statements zitten slim verstopt in een eclectisch, maar goed uitgebalanceerd album waarin haar stem al evenveel bochten uitgaat als haar muziek, maar toch nergens geforceerd klinkt.
Constance, nu drieëntwintig en van gemengde origine, groeide op in Watford en voelde zich vaak een buitenstaander. Met een paar welgemikte punches en stampen van haar boots eist ze haar plaats op in het Engeland van nu. Zo is er de gedurfde, maar uiterst geslaagde cover van English Rose (The Jam), die zelfs gebombardeerd werd tot titeltrack. Met een oerschreeuw in het punky Bloody British Me zet ze die eis nog kracht bij en geeft ze meteen het establishment een schop onder de stijve aars.
In het begin van Bad Vibes klinkt ze zelfs als een jonge, leliewitte Toyah Willcox, maar Constance zoekt het ook soms heel dichtbij. In Fast Cars, haar grootste hit tot nog toe, bekritiseert ze een vriendje dat er wel leuk uitziet, maar oh zo oppervlakkig is. Hij kiest voor snelle auto’s, de nieuwste telefoon en meisjes met het figuur van een colaflesje. Zij voelt zich al snel beschaamd bij een beetje luxe.
Het klinkt allemaal heel goed, maar Constance heeft zich toch ook wat luxe veroorloofd: een hele schare co-auteurs. Vandaar misschien de grote variëteit aan genres die de revue passert: van trap gaat het naar slam-poëzie en ska (I Want Out, vandaar gaat het in een ruk door naar zwoele jazz (Yesterday / Grey Area en Let Go) en funky pop (Give + Take).In Blooming In Solitude stopte ze dan weer wat triphop elektronica en zware beats.
Het klinkt allemaal wat veel, maar dat valt reuze mee, want er is een rode draad. En dat is de hese stem van Constance die zich geweldig weet te buigen naar wat de song vraagt: van verleidelijk tot snauwend kwaad en bitter teleurgesteld, het lijkt allemaal vanzelf te gaan.
Live in het Grand Salon, tijdens Les Nuits (lees het verslag hier), bleken de jazzy nummers meer aangepast aan de omstandigheden van een zittend publiek en leken de punchy fucks en ongebreidelde energie van andere nummers te passen als een tang op een varken, maar op een festivalpodium deze zomer zal wellicht het omgekeerde blijken.
Het wordt nog wat zoeken welke richting Connie Constance uit wil. Maar dat ze talent heeft, staat vast. Laat nog maar wat groeien, deze Engelse roos.