Classic Water - Concrete Pleasures

Treetop Records

Concrete Pleasures

Even terugspoelen naar september 2020. Toen kwam Classic Water onder onze aandacht met de doorleefde single Living Likeness. Met een dergelijke debuutsingle was het uitkijken naar meer en dat kwam er ook. Eerst met nog drie singles en nu met een full album. En guess what: we hebben een nieuwe favoriete Nederlandse band.

Helemaal verrassend is dat niet, want frontman Tom Gerritsen is net als wij fan van Silver Jews en Purple Mountains van de betreurde David Berman, van rauwe folk, van geschiedenis, van dichter T.S. Eliot, van postrock en van mythologische verhalen. En dat alles komt samen in de sound van nieuwe band Classic Water, een kwartet waarvan ook drummer Albert Dijk, bassist Jan Pieter Middelkoop en toetseniste-zangeres Lotte van Leengoed (Boyle) deel uitmaken.

Met Middelkoop tourde Gerritsen eerder al Europa rond met de T.S. Eliot Appreciation Society, de band die vervelde tot Classic Water en waarmee hij nu dus een eerste album aflevert met daarop negen songs die het hele palet van ingetogen folk over uitgesponnen hypnotiserende postrock tot explosieve indierock bestrijken.

De plaat begint met het reeds gekende It’s Never Easy, destijds de tweede single. De song begint met een gitaarplukje dat iedereen binnen de week onder de knie kan hebben. Het lijkt dan ook een bedrieglijk simpel liedje, maar als na tweeënhalve minuut de piano erbij komt (eerst ook nog met een simpel riedeltje) breekt de song toch gaandeweg uit de ketenen.  

Met het pompende Heart To Move en de eerder genoemde debuutsingle kent de plaat een droomstart met een trilogie die de rest van de plaat zowat samenvat. Maar haak niet af, want daarna neemt de band je eerst mee naar Paradise, een ,Americanasong waarvan het refrein zich meteen in je geheugen nestelt, en vervolgens naar Carthage, de mooiste Duystersong van de plaat, die aanleunt bij slowcore. Savoureer hem een paar keer en je raakt hem nooit meer kwijt.

De plaat sluit af met vier langere songs die allemaal de kaap van de vijf minuten ronden (Melancholia duurt zelfs bijna zevenenhalve minuut). Het is dan ook hier dat er meer trance-opwekkende postrockelementen worden ingeschoven. Die vallen niet allemaal even sterk uit, maar Don’t Lose weet alvast wel de aandacht vast te houden.

Melancholia start erg overtuigend en zelfzeker, zodanig zelfs dat de titel als vlag totaal de lading niet dekt. Ook verderop gaat de band lekker uit haar dak. Het spelplezier spat eraf en dit is dan ook zo’n typische afsluiter. Alleen komen er hier nog twee toetjes achteraan: Tomorrow, dat verrassend start met een harmoniumdeuntje, maar de belofte aan iets totaal nieuws niet helemaal waarmaakt; en het ingetogen Rejoice, dat toch eerder klinkt als een poging om zichzelf moed in te spreken dan als een lofzang op het leven.

Dit ‘Concrete Pleasures’ is dus echt een genot om te beluisteren. De band legt een intrigerende en gelaagde sound neer die verraadt dat dit eerder een debuut is van een beslagen artiest dan van een pure rookie.

8 april 2021
Marc Alenus