Christian Lee Hutson - Quitters

Anti Records

Quitters

Zomervakantie. Dus eindelijk tijd om eens aan het zwembad van deze singer-songwriter te vertoeven.

We zagen de jonge songsmid Christian lee Hutson al een keer live aan het werk in De Roma als voorprogramma van Better Oblivion Community Center, de gelegenheidsband van Phoebe Bridgers en Connor Oberst waarvan hij zelf ook deel uitmaakte. Dat was ten tijde van ‘Beginners’, zijn doorbraakplaat. In mei van dit jaar hadden we hem opnieuw willen treffen op Little Waves, maar daar moest hij helaas annuleren. Jammer, want met dit tweede album heeft hij duidelijk een stap vooruit gezet aan de hand van Bridgers en Oberst, die samen instonden voor de productie.

Die is zeker warmer dan die van ‘Beginners’, omdat ditmaal niet voor een digitale, maar analoge aanpak gekozen werd, wat veel beter past bij de zachte mijmeringen over momenten uit het verleden en de kansen die hij daarbij miste. "Everything is an accident / God's truth is elastic”, concludeert hij al in opener Strawberry Lemonade over zacht getokkel van de gitaar tot Meg Duffy van Hand Habits de elektrische gitaar laat scheuren en Oberst op de hem karakteristieke wijze meeschreeuwt.

En of hij nu gedachten opdiept uit eigen geheugen, observaties van mensen om zich heen deelt of zingt over een personage in 'The Sarah Book' van Scott McClanahan zoals in Endangerd Birds, hij doet dat op een luchtige, haast laconieke manier zonder een oordeel te vellen. “This city’s full of quitters / Lost lapsitters, contest winners / Where do you want this to go? / Fuck it if I know”, klinkt het bijvoorbeeld in het poppy duet met Bridgers Rubberneckers, dat net als de opener eindigt in een milde kakofonie.

De betreurde Elliott Smith is nooit ver weg als het aankomt op een referentiepunt en we moeten ook een paar keer aan Andy Shauf denken, maar Hutson wisselt genoeg af van sfeer en de teksten zitten vol met humor om een eigen smoel te hebben.

In de kern is hij een zanger met gitaar en in die hoedanigheid levert hij met Age Difference alvast één absolute instant-klassieker af, enkel ondersteund door ijle, wegwaaierende trompetklanken van Nathaniel Walcott. Wedden dat Sufjan Stevens moet gedacht hebben: “Verdoeme, dit had ik moeten schrijven!”?

De bijdragen van Bridgers in Black Cat en Creature Feature, die van Oberst in State Bird en de reeds genoemde opener en de ruwe gitaar van Duffy, zijn mooie aanvullingen op het anders misschien iets te eenzijdige fingerpicking en de tedere, poëtische teksten. Ze kleuren het anders nogal schrale decor een beetje in en vermijden dat het te melig gaat klinken.

Hoe hij zal klinken als hij ooit echt op eigen benen moet staan blijft dus na twee albums nog een beetje afwachten, maar voor wie houdt van slimme, mooie teksten en niet te opdringerige muziek, zal hier alvast veel plezier beleven.

10 juli 2022
Marc Alenus