Buck Meek - Haunted Mountain

4AD

Haunted Mountain

De Texaan staat vandaag (1 september) in de Botanique.

Buck Meek moeten we je wellicht niet meer voorstellen. De gitarist van Big Thief is  één van de meest productieve muzikanten van de voorbije jaren. Met deze plaat is hij al aan de derde solo-inspanning toe en met de band leverde hij tussen 2016 en nu ook al vijf officiële studioalbums af.

Het strafste van al is dat die zonder enige uitzondering ook allemaal zeer goed tot geniaal zijn en ook ‘Haunted Mountain’ is zeer straf. Het is alleen niet echt een soloplaat, want vijf van de elf nummers werden meegeschreven door Jolie Holland. Als wederdienst werkte Meek trouwens ook mee aan diens album ‘Haunted Mountain’. Het is zelfs zo dat de titeltrack van beide albums dezelfde is, met als enige verschil dat de versie van Holland spaarzamer werd gearrangeerd. Maar we zijn hier niet om over Jolie Holland te praten. Op haar album is het toch nog wachten tot oktober.

Maar het dient gezegd: Holland schreef de eerste twee strofes voor Haunted Mountain en een liefdeslied opgedragen aan Mount Shasta, een berg in Noord-Californië. Het paste meteen in het opzet van Meek, die een plaat wou maken vol liefdesliedjes. Volgens hem is dat het moeilijkste: een echt liefdesliedje schrijven, dat goed noch klef klinkt en ook geen break-up song is. Hij voegde aan Hollands nummer nog een strofe toe en slaagde er con brio in om te doen wat hij wou. Het gaat dan wel over een diepe relatie met de natuur en niet met een partner van vlees en bloed, maar het is temidden van die natuur dat Meek vaak iets voelt dat nog sterker is dan liefde: een bezieling, iets wat zijn hele ziel vult.

Ook de andere tien nummers op de plaat werden trouwens in de bergen geschreven: bij koude bronnen in de Serra de Estela in Portugal, op de verzonken vulkaan van Milos in de Cycladen, Valle Onsernone in de Zwitserse Alpen (waar de omslagfoto van 'Haunted Mountain' is gemaakt) en het Santa Monica-gebergte waar Meek momenteel resideert. Het mag dan ook geen verrassing heten dat de plaat bulkt van de verwijzingen naar dauwdruppels, groene rivieren en grassen, gebottelde tranen, kwinkelerende vogels, plots overstekende elanden, breekbare takjes, het ruisen van de wind, de kleur “hazelaarbruin” (die ook al voorkwam op Meeks vorige plaat ‘Two Saviors’), enz.

De algemene indruk is ook dat het een heel lieflijke plaat is, met een warme, organische klank, zoete harmonieën en ingehouden al is het helemaal geen melig album. Daarvoor zitten de nummers gewoonweg te goed in elkaar. In liedjes als Cyclades, over jeugdherinneringen en Undae Dunes, over een UFO-landing, ronkt de gitaar lekker en in Secret Side bekent Meek zelfs zijn lief nooit helemaal te zullen kennen.

Ook de echt zachte nummers zijn prachtig. Neem nu Lullabies, een song over de onvoorwaardelijke liefde tussen een moeder en zoon. Het begint met een moeilijke bevalling, hij groeit op tot effectenmakelaar en laat een leegte achter verklankt door een lange vioolsolo en dan zingt ze: “Sunshine my sunshine, you make me happy.” Alsof ze hem altijd vergeeft.

In Paradise is de liefde een soort van bewustzijn, een diepe verbondenheid, ook al verstond hij niet alles wat zij zei omdat hij verdronk in haar ogen. Bij Meek klinkt dat zo: “I fell into the black hole with a hot flux of hazel.” Hij schreef dit nummer samen met Holland en zij zingt er ook op mee.

Meek is ook trouw in de liefde. Hij scheidde dan wel in 2018 van Adrianne Lenker, de twee bleven een diep respect en een diepe vriendschap delen. En ook Meeks band voor de soloplaten is al drie platen dezelfde. Je hoort en voelt de verbondenheid. Dat platen in deze tijd van oppervlakkigheid en vluchtigheid nog mogelijk zijn, is een baken van optimisme.

­Op 1 september kan je je er live aan verwarmen in de Botanique.

1 september 2023
Marc Alenus