Bright Eyes - Noise Floor: Rarities 1998 - 2005

Saddle Creek

Noise Floor: Rarities 1998 - 2005

In de zesentwintig jaar dat Conor Oberst op deze aardkloot ronddoolt, heeft hij toch al een behoorlijk aantal songs neergepend. Met zijn muzikale alter ego Bright Eyes staat de teller voorlopig op zes schijven, en alleen al in 2005 schonk hij ons een ijzersterk singer-songwriteralbum (‘I’m Wide Awake, It’s Morning’) en een meer dan degelijke indiepop-plaat (‘Digital Ash in a Digital Urn’). Nu gooit hij er nog eens een resem rarities, b-sides en covers tegenaan. Een volwaardige plaat, of slechts een zoethoudertje?

In de zeven jaar die deze ‘Noise Floor overspant, is Oberst geëvolueerd van een puberend, bijwijlen briljant indie-kid naar een volwaardige songschrijver, die met zijn enigszins atypisch, trillend stemgeluid haast fluisterend zijn zo gekende dagboekteksten prevelt. “There\'s a virgin in my bed/and she\'s taking off her dress/and I\'m not sure what I am gonna do”, zo klinkt het in het voor het overige uitstekende Trees Get Wheeled Away. Een schril contrast met het tekstueel veel rauwere The Vanishing Act, dat even later passeert. Op het eerste gehoor een typische teenage-angst song over de eeuwig getroebleerde wereld, maar door de bevreemdende soundscape die over de song hangt, krijgen Oberst rake bewoordingen een perfect kader. “And so I fill my gut/with that dark red wine/till my brain shuts off/and my eyes go blind”, terwijl op de achtergrond een akoestische gitaar en een piano bekvechten: Oberst weet ons nog steeds subtiele uppercuts te geven.
 
De korrelige productie is een van de grootste troeven in deze collectie. Meestal opgenomen in groezelige achterkamertjes, met de schaarse middelen van een four-track of een minidisc, zorgt Oberst vaak voor een intiem sfeertje. Iets wat perfect werkt bij het knap intimistische Amy In The White Coat en bij het eerder genoemde The Vanishing Act, maar het doet ons ook vragen stellen hoe anders sommige nummers zouden geklonken hebben wanneer ze een rijker arrangement zouden aangemeten krijgen. Opvallend is ook hoe de songs van na de eeuwwisseling steeds voller beginnen te klinken. Zo staan bij het uit 2001 daterende I’ve Been Grateful For These Days drums en orgel plots veel meer centraal, een brug bouwend tussen ‘Fevers And Mirrors’ en ‘Lifted’. Met Soon You’ll Be Leaving Your Man krijgen we dan eerder een halfafgewerkte schets van de Springsteen-aandoende ballads die ‘I’m Wide Awake, It’s Morning’ naar een hoger niveau tilden.
 
‘Noise Floor’ is geen plaat als coherent geheel. Het is een samenraapsel van demo’s en stijloefeningen, die ons zo een inkijk geven op de evolutie van de artiest Conor Oberst. Dat zoiets niet meteen voor de meest kwalitatieve songs zorgt, is logisch: de beste nummers worden sowieso (hopelijk) gereserveerd voor de albums. Voor een veelschrijver als Oberst is het dan ook niet verwonderlijk dat ook tussen deze "overschotjes" nog een aantal kleine pareltjes zitten, maar nergens zijn de kippenvelmomenten die ‘I’m Wide Awake, It’s Morning’ met overschot bevatte merkbaar. Meer nog dan bij de vorige collectie (1995-1997) is dit enkel een mooie round-up voor de liefhebbers van Bright Eyes. Maar essentieel? Verre van.
18 mei 2024
Dieter Vandeweyer