Bright Eyes - Five Dice, All Threes
Dead Oceans
Bij het gokspelletje ‘Tripps’ of ‘Bender’s Delight’ is het de bedoeling om zo laag mogelijk te scoren en de drie staat gelijk met een nul. Vijf drieën gooien met de dobbelstenen levert zo dus nul punten op en is bijgevolg de ideale worp. Winnen en tegelijk verliezen, het is een interessant concept, ook voor een plaat.
Conor Oberst, Mike Mogis en Nate Walcott gaan al een tijdje mee als Bright Eyes. En ja, er zat een heel lange pauze tussen ‘The People’s Key’ en ‘Down In The Weeds, Where The World Once Was’, maar thema’s als Armageddon en de duistere kantjes van de mens, die Oberst altijd al hebben aangetrokken, zijn anno 2024 actueler dan ooit, ook al lijkt een groot deel van de mensheid er nog altijd mee te lachen, ongeacht of het nu uit blindheid is of omwille van het besef dat het toch te laat is.
Bright Eyes lijkt ook te hinken op die twee gedachten op deze plaat. ‘Five Dice, All Threes’ klinkt alsof de band zich met een aantal vrienden heeft teruggetrokken in een bar waar aan de toog de chaos van deze tijd druk besproken, bespot, beweend en uiteindelijk weggedronken wordt. De songs klinken soms urgent en wanhopig, dan weer berustend of contemplatief.
En in feite is die beschrijving niet eens zo ver van de waarheid. Op de plaat werden een aantal gasten uitgenodigd zoals Cat Power (het jazzy All Threes), Matt Berninger van The National (de hartverscheurende pianoballade The Time I Have Left) en last but not least Alex Orange Drink, de frontman van de punkband The So So Glos, die verantwoordelijk is voor een groot deel van de kleur van de plaat. Hij schreef verschillende nummers mee, waaronder de anthemische single Bells And Whistles, en jaagt Rainbow Overpass naar de climax. “I’m Not Slowing Down / I’m speeding up”, klinkt het daarin. En inderdaad: de spanning, die de plaat oproept, is af en toe visceraal te noemen. Met zijn stem, die nooit onverschillig laat, roept Oberst heel veel emoties op. Is het de manier waarop ze altijd bijna lijkt te breken? Maar laten we ook niet uit het oog verliezen wat voor een geweldig songschrijver hij is.
De teksten zitten vol slimme verwijzingen en provocerende zinssneden en ook muzikaal valt er van alles te beleven. Niet alleen door de virtuositeit van de band, maar ook door verrassende samples en songwendingen. En zo worden uithalen naar tech miljardairs en valse en echte profeten, protest tegen de opkomst van AI en odes aan Mark Twain en Nabokov ingebed in galopperende ritmes, treurige blazers, klagende lapsteel en geluidsfragmenten uit ‘Suddenly’, een film van Frank Sinatra uit 1954.
Misschien is Bas Jan Ader wel de sleutelsong tot de plaat. “It takes a lot of nerves to live on planet Earth”, zingt Oberst in deze song, die de Nederlandse performancekunstenaar in herinnering brengt. In 1975 stak hij op drieëndertigjarige leeftijd van wal aan de Amerikaanse oostkust in een kleine zeilboot om solo de Atlantische Oceaan over te steken. Hij werd nooit teruggezien.
Oberst zelf is ondertussen vijfenveertig. Een leeftijd die hij naar eigen zeggen nooit had gedacht te bereiken. Of deze plaat de definitieve afvaart is, kunnen we nog niet weten, maar laten we hopen van niet, want met deze plaat levert hij met Bright Eyes weer een ongeëvenaard werkstuk af.