Ben Green - Lauchie Cox

Music Company

Lauchie Cox

Dat daMusic de helende kracht van muziek ten volle ondersteunt en graag promoot, is de evidentie zelve. Wanneer die muziek dan ook nog een hoger maatschappelijk doel dient, geven we ze helemaal graag de aandacht die ze verdient. U herinnert zich misschien nog het ambientwerk van Galya Bisengalieva, dat focuste op één van de grootste ecologische rampen van de eenentwintigste eeuw? Componist Ben Green laat met deze fantastische plaat het muzikaal hart kloppen voor de Warlpiri: één van de grootste stammen der Aboriginals.

Voor meer inhoudelijke achtergrond verwijzen we graag naar de online documentaire ‘Milpirri: Winds Of Change’ waaraan Ben Green ook een handje meewerkte. De ambientkunstenaar verbleef lange tijd in de Tanami-woestijn om deze oorspronkelijke bevolking beter te leren kennen en de muziek te capteren. En om daar thuis in Melbourne een mooi instrumentaal, belevend auditief verhaal van te maken: ‘Lauchie Cox’.

Ben Green presenteert ambient zoals ambient hoort te zijn. Met neoklassieke pianopromenades en digistrijkers, een licht bedje van elektronica en veel natuurgeluiden op de achtergrond. Zes tracks lang doorprikt de ecocomponist de hardheid van het dagelijkse leven. Dit is niet zomaar een album, maar eerder een muzikaal boek met zes verhalen. Vertelsels die geen herhaalstructuur hoeven, maar vooral rond beleving en improvisatie opgebouwd zijn. Vooral de A-kant en de eerste drie vloeien mooi in elkaar over en vormen een prachtig geheel. Dawn in de ochtend, The Forest in het bos of Falls bij de waterval. Je ziet de scènes zo voor je.

Verder laat de Australiër de composities quasi-onmerkbaar aanzwellen, wat ook de emoties ten goede komt. Zo opent Dawn met een herhaling van slepende strijktonen en een dubby effect, waar op geheel natuurlijke wijze sampleklanken in de achtergrond en een strelende piano improvisatie aan toegevoegd worden. The Forest is een stilistisch nihilisme van donkerblauw pianospel met erg veel stilte, het geruis van bladeren en een enkele tsjirpende vogel. De heerlijkheid van het niets met een broosheid waarop Ólafur Arnalds jaloers mag zijn. En dan schiet deze sfeerplaat halfweg plots wakker met Dead Can Dance-achtige tribaldrums en een fantastisch duet van piano en elektrische gitaar, onder toeziend oog van warme bastonen en glijdende scapes. Falls is zonder enige twijfel een toonbeeld van intense schoonheid en harmonie.

De overige drie tracks hebben helaas niet dezelfde organische uitstraling. Geen kwaad woord over het wondermooie pianospel dat een melancholisch Faces inkleurt. Enigszins gewaagd ook hoe een stijlbrekende afsluiter Dusk blijft steken in drones en aanzwellende synthregisters. Maar het zijn vooral die typische downtemporitmen en feelgood new age-klankgolven van het tussenliggende The Call waarvan onze tenen omkrullen. Net ook de enige track die je op de Bandcamp-pagina van de plaat kan beluisteren. Doodzonde.

Maar laat deze ene uitschieter u vooral niet tegenhouden om de volle tweehonderd procent te genieten van ‘Lauchie Cox’. Geen idee waar de titel op slaat, maar wij zijn helemaal verkocht.

31 mei 2021
Johan Giglot