Andy Shauf - Wilds

Anti Records

Wilds

Een kliekjesmaaltijd kan ook smaken.

Hij staat ingepland voor de komende editie van Les Nuits Botanique. En dat is dik verdiend. De laatste jaren bouwde de Canadese singer-songwriter (en klarinettist) Andy Shauf immers snel een serieuze reputatie uit. Het begon echt voor hem met ‘The Party’(2016), twee jaar later gevolgd door ‘Foxwarren’, maar dan onder die naam en niet als Andy Shauf.

In 2020 oogstte het album 'The Neon Skyline' veel lovende kritieken vanwege de romantische, maar toch humoristische lyriek en de delicate vocale prestatie en nu is hij terug met ‘Wilds’, een plaat met vooral overschotjes van ‘The Neon Skyline’ die aangekondigd werd met het korte, humoristische Spanish On The Beach.

Met ‘Wilds’ neemt Shauf een pauze tussen de eerdere, meer symfonische conceptalbums. Het is een veel kleinere release dan de vorige platen, die vooral bestaat uit tracks en ideeën die terzijde werden geschoven tijdens het schrijven voor eerdere albums. Shauf nodigt de luisteraar zo uit om de muziek te ervaren in een uitgeklede, relaxte setting met minder fancy productie.

In het verleden groef hij al eens ongemakkelijk diep in de onrustige psyche van zijn personages en stak hij een zekere muzikale intensiteit in de albums. Dit keer lijkt hij daar geen zin in gehad te hebben of toont hij bewust hoe hij zou klinken zonder overdadige productie. Het album bevat wel arrangementen die je van Shauf mag verwachten - mozaïeken van minimalistische drums, gedempte bas en verschillende blaasinstrumenten, maar dan eenvoudiger en minder ambitieus.

Maar zoals eerder word je door het hele album heen, trouw aan zijn typische lyrische stijl, blootgesteld aan melancholische, enigszins zorgwekkende, maar wellicht eerder sardonische teksten. Shauf verkent thema's als sociale angst en alcoholisme. Hij documenteert een flirterige alcoholist in Green Glass en een zelfingenomen, angstige voetganger in Jaywalker, die zich niet bewust lijkt van het verkeer dat op hem afkomt. Toch vertegenwoordigt het album, melodisch, een positieve verschuiving, lichter en minder weemoedig dan eerdere platen.

Wat vooral opvalt, is het bijna ontbreken van een drumstel. Nummers als Believe Me en opener Judy (Wilds) worden bijna volledig aangedreven door de bas, terwijl hij leunt op elektrische gitaar, achtergrondzang en klarinet om de arrangementen te verbreden in het refrein. Dit geeft de akoestische gitaar en leadzang veel ruimte, wat bijdraagt ​​aan de in-the-room-sfeer van het album. De momenten in het album waarop de drums eindelijk doorbreken – zoals het refrein in Green Grass – klinken aanzienlijk krachtiger door de algemene afwezigheid van percussie elders in de plaat.

Doordat de vorige conceptalbums zo luisterrijk klonken, lijkt het dat ‘Wilds’ de luisteraar doorheen deze negen tracks loodst die los van elkaar staan. Hier en daar verwijst hij wel naar eerdere albums, maar hij laat zich dit keer niet begrenzen door een concept en deze stilistische keuze geeft ‘Wilds’ het gevoel van een demo-album. Toch zijn de nummers individueel sterk genoeg om dit eerder tot een sterkte dan een zwakte te maken.

Over het algemeen is ‘Wilds’ een welkome verrassing als een smakelijke kliekjesmaaltijd samengesteld door een meester-kok uit onverwachte combinaties. Zien we jullie ook op 5 mei in de Botanique?

18 december 2021
Marc Alenus